Archieven naar type, 2000
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze publicatie heeft tot doel een cijfermatig inzicht te geven in de
Nederlandse overheidsarchieven die vallen onder de Archiefwet 1995 en
die worden beheerd door archiefdiensten of secretarieën van gemeenten
of waterschappen. De publicatie geeft een beschrijving van de omvang en
aard van deze archieven, het gebruik daarvan (o.a. bezoekersaantallen),
de toegankelijkheid, de staat van onderhoud, de personeelssamenstelling
en de financiële exploitatie van archiefdiensten.
Archieven worden onderscheiden in dynamische archieven en statische
archieven. Dynamische archieven zijn recente archieven die beschikbaar
zijn voor regelmatige raadpleging. Deze archieven bevinden zich meestal
'onder handbereik' van de gebruikers en buiten de wettelijke archief-
bewaarplaatsen. Ze blijven als zodanig buiten deze statistiek.
Statische archieven bewaren archiefstukken die onder de Archiefwet
vallen en die na een termijn van 10 jaar van de (overheids)instanties
waar ze ontstaan zijn naar archiefbewaarplaatsen zijn overgebracht. Deze
stellen de archiefstukken na afloop van een bepaalde termijn beschikbaar
voor historisch, genealogisch of ander onderzoek.
De Archiefwet regelt het beheer van overheidsarchieven, onder meer de
termijn waarna stukken naar een overheidsarchief moeten worden
overgebracht. De Archiefwet 1962 en het Archiefbesluit 1968 zijn in 1995
vervangen door de Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995. Daarbij
is de wettelijke overbrengingstermijn met ingang van 1 januari 1996
gewijzigd van 50 jaar naar 20 jaar.
De overheidsarchieven zijn de archieven van het Rijk, provincies,
gemeenten, waterschappen en andere overheidsorganen. Deze archieven zijn
in principe statische archieven: ze bevatten archiefstukken die volgens de
archiefwet bewaard moeten worden.
De Archiefwet spreekt van archiefbescheiden; in deze statistiek wordt
de term archiefstukken gebruikt.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2000
Frequentie: stopgezet.
Nederlandse overheidsarchieven die vallen onder de Archiefwet 1995 en
die worden beheerd door archiefdiensten of secretarieën van gemeenten
of waterschappen. De publicatie geeft een beschrijving van de omvang en
aard van deze archieven, het gebruik daarvan (o.a. bezoekersaantallen),
de toegankelijkheid, de staat van onderhoud, de personeelssamenstelling
en de financiële exploitatie van archiefdiensten.
Archieven worden onderscheiden in dynamische archieven en statische
archieven. Dynamische archieven zijn recente archieven die beschikbaar
zijn voor regelmatige raadpleging. Deze archieven bevinden zich meestal
'onder handbereik' van de gebruikers en buiten de wettelijke archief-
bewaarplaatsen. Ze blijven als zodanig buiten deze statistiek.
Statische archieven bewaren archiefstukken die onder de Archiefwet
vallen en die na een termijn van 10 jaar van de (overheids)instanties
waar ze ontstaan zijn naar archiefbewaarplaatsen zijn overgebracht. Deze
stellen de archiefstukken na afloop van een bepaalde termijn beschikbaar
voor historisch, genealogisch of ander onderzoek.
De Archiefwet regelt het beheer van overheidsarchieven, onder meer de
termijn waarna stukken naar een overheidsarchief moeten worden
overgebracht. De Archiefwet 1962 en het Archiefbesluit 1968 zijn in 1995
vervangen door de Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995. Daarbij
is de wettelijke overbrengingstermijn met ingang van 1 januari 1996
gewijzigd van 50 jaar naar 20 jaar.
De overheidsarchieven zijn de archieven van het Rijk, provincies,
gemeenten, waterschappen en andere overheidsorganen. Deze archieven zijn
in principe statische archieven: ze bevatten archiefstukken die volgens de
archiefwet bewaard moeten worden.
De Archiefwet spreekt van archiefbescheiden; in deze statistiek wordt
de term archiefstukken gebruikt.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2000
Frequentie: stopgezet.
Toelichting onderwerpen
- Personeel van archiefdiensten
- Personeel in archiefdiensten, ongeacht of dit het statisch of een ander
archief betrof. De cijfers betreffen niet het personeel van gemeenten en
waterschapssecretarieën. De personeelssterkte wordt uitgedrukt in het
aantal personen dat in de archieven werkzaam was, en in de omvang van
hun werktijd, uitgedrukt in mensjaren.- Mensjaren, naar opleiding
- Hierbij gaat het om de omvang van de werktijd van de personen die
werkzaam zijn in het archief. Eén formatieplaats kan bezet zijn door
verschillende in deeltijd werkende personeelsleden.- Totaal mensjaren
- Archivistiek A
- Opleiding aan de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met de
Archiefschool Amsterdam in de archiefwetenschappen (was Hoger
Archiefambtenaar).
- Archivistiek B
- Opleiding aan de Hogeschool Amsterdam in samenwerking met de
Archiefschool Amsterdam tot informatiemanager/archivaris (was Middelbaar
Archiefambtenaar).
- Archiefassistent LBO-niveau
- VVA (ook HMDI)
- VVA=Opleiding Voortgezette Vorming Archiefbeheer aan de SOD.
HMDI=Hogere opleiding informatievoorziening aan de SOD (Stichting
Opleiding en examens voor Documentaire informatievoorziening en
administratieve organisatie).
- SOD II
- Vervolgopleiding van Basisopleiding SOD (Stichting Opleiding en examens
voor Documentaire informatievoorziening en administratieve organisatie).
- SOD I
- Basisopleiding SOD (Stichting Opleiding en examens voor
Documentaire informatievoorziening en administratieve organisatie).
- Archiefrestaurateur HBO-niveau
- Archiefrestaurateur MBO-niveau
- Archiefrestaurateur LBO-niveau
- Overige opl. HBO/universitair niveau
- Overige opl. MBO en lager niveau
- Uitzendkrachten