Maatschappelijke participatie; contacten, kerkelijke gezindte 1997-2011

Maatschappelijke participatie; contacten, kerkelijke gezindte 1997-2011

Persoonskenmerken Perioden Sociale contacten Met familieleden Een keer per week of vaker (%) Sociale contacten Met familieleden Twee keer per maand (%) Sociale contacten Met familieleden Een keer per maand (%) Sociale contacten Met familieleden Minder dan een keer per maand (%) Sociale contacten Met familieleden Zelden of nooit (%) Waardering leefsituatie Geluk Erg gelukkig (%) Waardering leefsituatie Geluk Gelukkig (%) Waardering leefsituatie Geluk Niet gelukkig, niet ongelukkig (%) Waardering leefsituatie Geluk Niet zo gelukkig (%) Waardering leefsituatie Geluk Ongelukkig (%) Vrijwilligerswerk Totaal participanten vrijwilligerswerk (%) Vrijwilligerswerk Georganiseerd vrijwilligerswerk (%) Kerkelijke gezindte Religie Geen kerkelijke gezindte (%) Kerkelijke gezindte Religie Rooms-katholiek (%) Kerkelijke gezindte Religie Protestantse kerk in Nederland (%) Kerkelijke gezindte Religie Nederlands hervormd (%) Kerkelijke gezindte Religie Gereformeerd (%) Kerkelijke gezindte Religie Overige kerkelijke gezindte (%)
Totaal persoonskenmerken 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Mannen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vrouwen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12 tot 18 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
18 tot 25 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25 tot 35 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
35 tot 45 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
45 tot 55 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
55 tot 65 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
65 tot 75 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
75 jarigen of ouder 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
0 tot 15 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
15 tot 25 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25 tot 45 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
45 tot 65 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
65 jarigen of ouder 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
0 tot 15 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
15 tot 20 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
20 tot 25 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25 tot 35 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
35 tot 45 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
45 tot 55 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
55 tot 65 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
65 tot 75 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
75 tot 85 jarigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
85 jarigen of ouder 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd onbekend 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opleidingsniveau: basisonderwijs 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opleidingsniveau: vbo 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opleidingsniveau: mavo 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opleidingsniveau: havo, mbo, vwo 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opleidingsniveau: hbo, universiteit 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hogere leidinggevenden 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Overige hoofdarbeid 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kleine zelfstandigen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geschoolde handarbeid 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Half- en ongeschoolde handarbeid 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Werkloze beroepsbevolking 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderwijs volgend 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Arbeidsongeschikt 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
VUT, pensioen (58 tot 65 jarigen) 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verzorgt huishouden met minderjarige(n) 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Overige sociaal economische groep 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Eenpersoonshuishouden 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lid van eenoudergezin 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lid van paar zonder kinderen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lid van paar met kinderen 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zeer sterk stedelijk 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Sterk stedelijk 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Matig stedelijk 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Weinig stedelijk 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Niet stedelijk 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De gegevens in deze tabel hebben betrekking op maatschappelijke participatie van de Nederlandse bevolking. Het betreft onderwerpen als sociale contacten, waardering leefsituatie, kerkelijke gezindte en vrijwilligerswerk. Alle onderwerpen zijn, daar waar mogelijk, uitgesplitst naar persoonskenmerken zoals geslacht, leeftijdsgroepen en opleiding en huishoudenskenmerken als huishoudensamenstelling en stedelijkheid.

Gegevens beschikbaar van 1997 tot en met 2011

Status van de cijfers
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 15 december 2015:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Sociale contacten
Met familieleden
Deze gegevens hebben betrekking op personen vanaf 12 jaar.
Bron: POLS: basis.
Contact met familie die niet in huis woont.
Een keer per week of vaker
Twee keer per maand
Een keer per maand
Minder dan een keer per maand
Zelden of nooit
Waardering leefsituatie
Geluk
Deze gegevens hebben betrekking op personen vanaf 12 jaar.
Bron: POLS: basis.
Antwoord op de vraag "In welke mate vindt u zich een gelukkig mens?".
Erg gelukkig
Gelukkig
Niet gelukkig, niet ongelukkig
Niet zo gelukkig
Ongelukkig
Vrijwilligerswerk
Door beperking van de vragenlijst in 2005 zijn de gegevens over
vrijwilligerswerk niet meer beschikbaar voor de jaren 2005 en 2006. In
juni 2007 zijn een aantal vragen naar vrijwilligerswerk weer in de
POLS-enquête opgenomen. Hoewel de vragen hetzelfde zijn, verschilt de
vraagcontext, de meetperiode, en het weegmodel. Zie voor meer informatie
het rapport 'Plausibiliteit POLS-module Vrijwillige Inzet 2007'. Voor de
percentages vrijwilligers heeft deze verandering geen noemenswaardige
gevolgen gehad. Het percentage personen dat informele hulp geeft is
echter niet meer vergelijkbaar met de voorgaande jaren.
Deze gegevens hebben betrekking op personen vanaf 18 jaar.
Bron: POLS: recht en participatie (tot en met 2005); POLS: BASIS (vanaf
2007).
Totaal participanten vrijwilligerswerk
Het percentage personen van 18 jaar en ouder dat in een jaar georganiseerd
vrijwilligerswerk doet en/of informele hulp geeft.
In juni 2007 zijn een aantal vragen naar vrijwilligerswerk weer in de
POLS-enquête opgenomen. Hoewel de vragen hetzelfde zijn, verschilt de
vraagcontext en de meetperiode. Door deze verandering is het percentage
personen dat informele hulp geeft (en dus ook het percentage personen dat
georganiseerd vrijwilligerswerk doet en/of informele hulp geeft) niet
meer vergelijkbaar met de voorgaande jaren.
Georganiseerd vrijwilligerswerk
Het percentage personen van 18 jaar en ouder dat in een jaar
vrijwilligerswerk doet in 1 of meer organisaties.
Kerkelijke gezindte
Religie
Wijziging 8 augustus 2008: Er is een categorie toegevoegd aan de indeling
van de kerkelijke gezindten, te weten de categorie 'Protestantse Kerk in
Nederland'. Per 1 mei 2004 is namelijk de zogeheten Protestantse Kerk in
Nederland (PKN) ontstaan als gevolg van een fusie van de Nederlandse
Hervormde kerk, de gereformeerde kerken en de evangelisch-lutherse kerk.
In de vragenlijst is de PKN als aparte categorie per 1-5-2004 toegevoegd.
Omdat bleek dat niet alle leden van de oorspronkelijke gezindten zich met
de PKN identificeren is besloten om zowel de oorspronkelijke gezindten
waartoe de mensen zich (nog steeds) bekennen als de nieuwe PKN weer te
geven. Dit heeft echter tot gevolg dat vanaf 2004 de percentages voor de
categorieën 'Nederlands Hervormd', 'Gereformeerd' en 'Overige kerkelijke
gezindte' niet meer vergelijkbaar zijn met de cijfers van de voorafgaande
jaren. Op deze categorieën is daarom een trendbreuk van toepassing.
Voor de cijfers over religie en kerkbezoek wordt vanaf 2005 gebruik
gemaakt van een nieuw weegmodel. Het nieuwe model zorgt voor een betere
representatie van met name niet-westerse allochtonen in de respons.
Hierdoor kan er een realistischere schatting van de verdeling van
godsdiensten in Nederland worden gemaakt. De toename in percentage
aanhangers van de 'overige' kerkelijke gezindten in 2005 ten opzichte van
2004 komt door deze verandering in methode en representeert niet
noodzakelijkerwijs een 'echte' toename in aanhang.
Deze gegevens hebben betrekking op personen vanaf 12 jaar.
Bron: POLS: basis.
Geen kerkelijke gezindte
Het percentage personen dat zich niet rekent tot een kerkelijke gezindte
of levensbeschouwelijke groepering.
Rooms-katholiek
Het percentage personen dat zich rekent tot de rooms-katholieke kerk.
Protestantse kerk in Nederland
Het percentage personen dat zich rekent tot de Protestantse Kerk in
Nederland.
Wijziging 8 augustus 2008: Er is een categorie toegevoegd aan de indeling
van de kerkelijke gezindten, te weten de categorie 'Protestantse Kerk in
Nederland'. Per 1 mei 2004 is namelijk de zogeheten Protestantse Kerk in
Nederland (PKN) ontstaan als gevolg van een fusie van de Nederlandse
Hervormde kerk, de gereformeerde kerken en de evangelisch-lutherse kerk.
In de vragenlijst is de PKN als aparte categorie per 1-5-2004 toegevoegd.
Omdat bleek dat niet alle leden van de oorspronkelijke gezindten zich met
de PKN identificeren is besloten om zowel de oorspronkelijke gezindten
waartoe de mensen zich (nog steeds) bekennen als de nieuwe PKN weer te
geven. Dit heeft echter tot gevolg dat vanaf 2004 de percentages voor de
categorieën 'Nederlands Hervormd', 'Gereformeerd' en 'Overige kerkelijke
gezindte' niet meer vergelijkbaar zijn met de cijfers van de voorafgaande
jaren. Op deze categorieën is daarom een trendbreuk van toepassing.
Nederlands hervormd
Het percentage personen dat zich rekent tot de Nederlandse Hervormde kerk.
Wijziging 8 augustus 2008: Er is een categorie toegevoegd aan de indeling
van de kerkelijke gezindten, te weten de categorie 'Protestantse Kerk in
Nederland'. Per 1 mei 2004 is namelijk de zogeheten Protestantse Kerk in
Nederland (PKN) ontstaan als gevolg van een fusie van de Nederlandse
Hervormde kerk, de gereformeerde kerken en de evangelisch-lutherse kerk.
In de vragenlijst is de PKN als aparte categorie per 1-5-2004 toegevoegd.
Omdat bleek dat niet alle leden van de oorspronkelijke gezindten zich met
de PKN identificeren is besloten om zowel de oorspronkelijke gezindten
waartoe de mensen zich (nog steeds) bekennen als de nieuwe PKN weer te
geven. Dit heeft echter tot gevolg dat vanaf 2004 de percentages voor de
categorieën 'Nederlands Hervormd', 'Gereformeerd' en 'Overige kerkelijke
gezindte' niet meer vergelijkbaar zijn met de cijfers van de voorafgaande
jaren. Op deze categorieën is daarom een trendbreuk van toepassing
Gereformeerd
Het percentage personen dat zich rekent tot een van de gereformeerde
kerkgenootschappen.
Wijziging 8 augustus 2008: Er is een categorie toegevoegd aan de indeling
van de kerkelijke gezindten, te weten de categorie 'Protestantse Kerk in
Nederland'. Per 1 mei 2004 is namelijk de zogeheten Protestantse Kerk in
Nederland (PKN) ontstaan als gevolg van een fusie van de Nederlandse
Hervormde kerk, de gereformeerde kerken en de evangelisch-lutherse kerk.
In de vragenlijst is de PKN als aparte categorie per 1-5-2004 toegevoegd.
Omdat bleek dat niet alle leden van de oorspronkelijke gezindten zich met
de PKN identificeren is besloten om zowel de oorspronkelijke gezindten
waartoe de mensen zich (nog steeds) bekennen als de nieuwe PKN weer te
geven. Dit heeft echter tot gevolg dat vanaf 2004 de percentages voor de
categorieën 'Nederlands Hervormd', 'Gereformeerd' en 'Overige kerkelijke
gezindte' niet meer vergelijkbaar zijn met de cijfers van de voorafgaande
jaren. Op deze categorieën is daarom een trendbreuk van toepassing.
Overige kerkelijke gezindte
Het percentage personen dat zich rekent tot een hier niet onderscheiden
kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering, bijvoorbeeld
islamieten, joden en hindoes.
Voor de cijfers over religie en kerkbezoek wordt vanaf 2005 gebruik
gemaakt van een nieuw weegmodel. Het nieuwe model zorgt voor een betere
representatie van met name niet-westerse allochtonen in de respons.
Hierdoor kan er een realistischere schatting van de verdeling van
godsdiensten in Nederland worden gemaakt. De toename in percentage
aanhangers van de 'overige' kerkelijke gezindten in 2005 ten opzichte van
2004 komt door deze verandering in methode en representeert niet
noodzakelijkerwijs een 'echte' toename in aanhang.