Algemene bijstandsuitkeringen; geslacht, leeftijd, regio, 1998 - 2010

Algemene bijstandsuitkeringen; geslacht, leeftijd, regio, 1998 - 2010

Geslacht Leeftijd Regio's Perioden Totaal aantal bijstandsuitkeringen (aantal) Burgerlijke staat Burgerlijke staat totaal (aantal) Burgerlijke staat Ongehuwd (aantal) Burgerlijke staat Gehuwd (aantal) Burgerlijke staat Gescheiden (aantal) Burgerlijke staat Weduwstaat (aantal) Leefvorm Leefvorm totaal (aantal) Leefvorm Alleenstaande (aantal) Leefvorm Alleenstaande ouder (aantal) Leefvorm (Echt)paar (aantal)
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2009 oktober 311.810 311.810 . . . . 311.810 189.870 70.080 51.080
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2009 november 313.590 313.590 . . . . 313.590 191.260 70.220 51.320
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2009 december 316.570 316.570 . . . . 316.570 193.460 70.710 51.610
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2010 januari 320.150 320.150 . . . . 320.150 196.360 71.150 51.860
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2010 februari 324.140 324.140 . . . . 324.140 199.490 71.580 52.250
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2010 maart 328.620 328.620 . . . . 328.620 202.770 72.220 52.680
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2010 april 332.580 332.580 . . . . 332.580 205.750 72.860 52.950
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2010 mei 334.810 334.810 . . . . 334.810 207.530 73.580 52.990
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2010 juni 337.370 337.370 . . . . 337.370 209.230 74.350 53.010
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2010 juli 339.300 339.300 . . . . 339.300 210.440 75.770 52.150
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2010 augustus* 340.150 340.150 . . . . 340.150 211.080 76.090 51.990
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Nederland 2010 september* 339.250 339.250 . . . . 339.250 210.420 76.020 51.780
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2009 oktober 33.660 33.660 . . . . 33.660 21.510 7.470 4.570
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2009 november 33.970 33.970 . . . . 33.970 21.790 7.510 4.570
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2009 december 34.510 34.510 . . . . 34.510 22.170 7.600 4.630
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2010 januari 35.010 35.010 . . . . 35.010 22.590 7.630 4.650
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2010 februari 35.590 35.590 . . . . 35.590 23.070 7.700 4.700
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2010 maart 36.320 36.320 . . . . 36.320 23.620 7.790 4.750
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2010 april 36.730 36.730 . . . . 36.730 23.960 7.840 4.770
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2010 mei 36.840 36.840 . . . . 36.840 24.070 7.890 4.730
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2010 juni 36.990 36.990 . . . . 36.990 24.150 8.020 4.660
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2010 juli 37.210 37.210 . . . . 37.210 24.310 8.130 4.570
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2010 augustus* 37.230 37.230 . . . . 37.230 24.360 8.130 4.560
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Noord-Nederland (landsdeel) 2010 september* 36.950 36.950 . . . . 36.950 24.130 8.110 4.520
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2009 oktober 54.040 54.040 . . . . 54.040 31.180 12.680 9.980
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2009 november 54.300 54.300 . . . . 54.300 31.390 12.700 10.020
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2009 december 54.850 54.850 . . . . 54.850 31.800 12.780 10.070
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2010 januari 55.640 55.640 . . . . 55.640 32.430 12.870 10.130
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2010 februari 56.250 56.250 . . . . 56.250 32.940 12.890 10.200
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2010 maart 57.210 57.210 . . . . 57.210 33.650 13.020 10.330
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2010 april 58.020 58.020 . . . . 58.020 34.260 13.190 10.340
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2010 mei 58.380 58.380 . . . . 58.380 34.540 13.270 10.350
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2010 juni 58.720 58.720 . . . . 58.720 34.770 13.370 10.360
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2010 juli 58.980 58.980 . . . . 58.980 34.880 13.620 10.230
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2010 augustus* 59.320 59.320 . . . . 59.320 35.050 13.780 10.200
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Oost-Nederland (landsdeel) 2010 september* 59.250 59.250 . . . . 59.250 35.010 13.790 10.150
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2009 oktober 166.810 166.810 . . . . 166.810 102.350 37.500 26.560
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2009 november 167.710 167.710 . . . . 167.710 103.080 37.550 26.690
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2009 december 169.120 169.120 . . . . 169.120 104.180 37.760 26.800
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2010 januari 170.700 170.700 . . . . 170.700 105.430 37.980 26.940
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2010 februari 172.590 172.590 . . . . 172.590 106.930 38.170 27.100
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2010 maart 174.520 174.520 . . . . 174.520 108.360 38.420 27.240
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2010 april 176.610 176.610 . . . . 176.610 109.850 38.760 27.440
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2010 mei 178.100 178.100 . . . . 178.100 111.040 39.300 27.520
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2010 juni 179.690 179.690 . . . . 179.690 112.110 39.700 27.590
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2010 juli 180.830 180.830 . . . . 180.830 112.870 40.460 27.150
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2010 augustus* 181.400 181.400 . . . . 181.400 113.360 40.580 27.100
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd West-Nederland (landsdeel) 2010 september* 181.000 181.000 . . . . 181.000 113.140 40.480 27.000
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2009 oktober 57.310 57.310 . . . . 57.310 34.830 12.440 9.970
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2009 november 57.600 57.600 . . . . 57.600 35.010 12.470 10.040
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2009 december 58.090 58.090 . . . . 58.090 35.320 12.580 10.100
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2010 januari 58.810 58.810 . . . . 58.810 35.920 12.670 10.140
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2010 februari 59.710 59.710 . . . . 59.710 36.550 12.820 10.260
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2010 maart 60.570 60.570 . . . . 60.570 37.150 12.980 10.370
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2010 april 61.230 61.230 . . . . 61.230 37.670 13.060 10.400
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2010 mei 61.490 61.490 . . . . 61.490 37.880 13.120 10.400
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2010 juni 61.970 61.970 . . . . 61.970 38.200 13.260 10.410
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2010 juli 62.280 62.280 . . . . 62.280 38.380 13.560 10.200
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2010 augustus* 62.200 62.200 . . . . 62.200 38.310 13.600 10.130
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Zuid-Nederland (landsdeel) 2010 september* 62.050 62.050 . . . . 62.050 38.140 13.640 10.110
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2009 oktober 14.780 14.780 . . . . 14.780 9.750 3.120 1.860
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2009 november 14.820 14.820 . . . . 14.820 9.810 3.120 1.840
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2009 december 15.000 15.000 . . . . 15.000 9.930 3.150 1.860
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2010 januari 15.160 15.160 . . . . 15.160 10.100 3.140 1.870
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2010 februari 15.270 15.270 . . . . 15.270 10.180 3.160 1.880
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2010 maart 15.570 15.570 . . . . 15.570 10.410 3.180 1.920
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2010 april 15.760 15.760 . . . . 15.760 10.580 3.200 1.920
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2010 mei 15.830 15.830 . . . . 15.830 10.630 3.210 1.920
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2010 juni 15.900 15.900 . . . . 15.900 10.670 3.250 1.910
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2010 juli 16.010 16.010 . . . . 16.010 10.760 3.330 1.840
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2010 augustus* 16.030 16.030 . . . . 16.030 10.800 3.320 1.830
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Groningen (provincie) 2010 september* 16.000 16.000 . . . . 16.000 10.770 3.310 1.820
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2009 oktober 11.140 11.140 . . . . 11.140 7.110 2.490 1.520
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2009 november 11.270 11.270 . . . . 11.270 7.220 2.520 1.520
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2009 december 11.480 11.480 . . . . 11.480 7.390 2.540 1.530
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2010 januari 11.720 11.720 . . . . 11.720 7.590 2.580 1.530
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2010 februari 11.950 11.950 . . . . 11.950 7.780 2.610 1.540
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2010 maart 12.190 12.190 . . . . 12.190 7.970 2.650 1.550
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2010 april 12.330 12.330 . . . . 12.330 8.070 2.660 1.560
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2010 mei 12.320 12.320 . . . . 12.320 8.080 2.680 1.530
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2010 juni 12.390 12.390 . . . . 12.390 8.110 2.730 1.520
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2010 juli 12.430 12.430 . . . . 12.430 8.140 2.750 1.510
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2010 augustus* 12.430 12.430 . . . . 12.430 8.130 2.760 1.500
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Friesland (provincie) 2010 september* 12.220 12.220 . . . . 12.220 7.980 2.720 1.470
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2009 oktober 7.740 7.740 . . . . 7.740 4.650 1.860 1.190
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2009 november 7.890 7.890 . . . . 7.890 4.760 1.880 1.220
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2009 december 8.040 8.040 . . . . 8.040 4.850 1.910 1.240
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2010 januari 8.120 8.120 . . . . 8.120 4.900 1.920 1.260
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2010 februari 8.370 8.370 . . . . 8.370 5.110 1.940 1.270
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2010 maart 8.550 8.550 . . . . 8.550 5.250 1.970 1.280
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2010 april 8.630 8.630 . . . . 8.630 5.310 1.990 1.290
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2010 mei 8.680 8.680 . . . . 8.680 5.360 2.000 1.270
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2010 juni 8.700 8.700 . . . . 8.700 5.370 2.040 1.240
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2010 juli 8.760 8.760 . . . . 8.760 5.420 2.050 1.230
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2010 augustus* 8.770 8.770 . . . . 8.770 5.430 2.050 1.230
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Drenthe (provincie) 2010 september* 8.740 8.740 . . . . 8.740 5.370 2.080 1.230
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Overijssel (provincie) 2009 oktober 18.540 18.540 . . . . 18.540 10.540 4.260 3.670
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Overijssel (provincie) 2009 november 18.670 18.670 . . . . 18.670 10.660 4.250 3.700
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Overijssel (provincie) 2009 december 18.940 18.940 . . . . 18.940 10.840 4.270 3.760
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd Overijssel (provincie) 2010 januari 19.210 19.210 . . . . 19.210 11.070 4.310 3.770
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting



De tabel geeft inzicht in het aantal huishoudens met een uitkering die is
toegekend in het kader van de Algemene bijstandswet (Abw), de Wet werk
en bijstand (WWB) of de inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren
in Jongeren (WIJ). De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB.
Met ingang van 1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Het aantal huishoudens is uitgesplitst naar verschillende regionale
indelingen.

De gegevens zijn uitgesplitst naar de volgende persoons- en
uitkeringskenmerken:
- geslacht;
- leeftijd;
- burgerlijke staat;
- leefvorm;
- huisvesting;
- aantal ten laste komende kinderen;
- inkomstenbron;
- duur van de uitkering.

Let op:
De uitkomsten geven niet het aantal personen weer dat afhankelijk is van
een bijstandsuitkering, maar het aantal huishoudens waaraan een uitkering
is toegekend. Dit is met name van belang bij huishoudens van (echt)paren.
Hoewel bij (echt)paren beide partners voor gelijke delen recht hebben op
de uitkering, is er toch sprake van één uitkering en worden tot januari
2005 alleen de kenmerken van degene die de uitkering daadwerkelijk heeft
aangevraagd in beschouwing genomen. Bij de cijfers vanaf januari 2005 is
er voor gekozen om bij het toedelen van uitkeringen aan (echt)paren
consequent de persoonskenmerken over te nemen van de oudste persoon van
het (echt)paar.


Gegevens beschikbaar vanaf: januari 1998.

Status van de cijfers:
De cijfers hebben zowel een voorlopig (vanaf augustus 2010) als definitief
karakter (tot augustus 2010).

Presentatie van de cijfers:
Met ingang van 2005 wordt de tabel ook geactualiseerd als nog niet van alle
gemeenten een opgave is ontvangen over een nieuwe verslagperiode. De
uitkomsten op landelijk niveau zijn in geval van non-respons bijgeschat.
De publicatie van de hogere regionale indelingen (met uitzondering van de
landelijke cijfers) kan pas plaatsvinden wanneer de uitkomsten van alle
gemeenten bekend zijn.

Wijzigingen per 30 november 2010:
Toegevoegd zijn de voorlopige cijfers september 2010.

Wanneer komen er nieuwe cijfers:
de tabel is met ingang van 24 december 2010 stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Totaal aantal bijstandsuitkeringen
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ).
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Bij het totaal zijn ook de uitkeringen meegeteld waarvan de burgerlijke
staat, de leefvorm, de huisvesting, het aantal ten laste komende
kinderen, de inkomstenbron en/of de duur van de uitkering van de
bijstandsaanvrager onbekend waren.
Burgerlijke staat
Geregistreerd wordt of iemand gehuwd is of ongehuwd en, indien het
huwelijk is ontbonden, of dit is ten gevolge van overlijden van de
partner (weduwstaat) of ten gevolge van echtscheiding (gescheiden).
De indeling naar burgerlijke staat gebeurt volgens de criteria van de
gemeentelijke basisadministratie (GBA).
De verdeling naar burgerlijke staat is slechts beschikbaar tot en met
april 2003.
Burgerlijke staat totaal
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ),
uitgesplitst naar de burgerlijke staat van de uitkeringsaanvrager.
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Bij het totaal zijn ook de uitkeringen meegeteld waarvan de burgerlijke
staat van de uitkeringsaanvrager onbekend was.
Ongehuwd
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ),
uitgesplitst naar de burgerlijke staat van de uitkeringsaanvrager.
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Onder ongehuwden wordt verstaan die personen die niet gehuwd zijn en
ook niet eerder gehuwd zijn geweest. Personen die op basis van een
geregistreerd partnerschap samenwonen maar niet gehuwd zijn of
gehuwd zijn geweest, worden ingedeeld in de categorie ongehuwden.
Gehuwd
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ),
uitgesplitst naar de burgerlijke staat van de uitkeringsaanvrager.
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Onder gehuwden wordt verstaan zij die gehuwd zijn naar burgerlijk recht
en waarbij het huwelijk niet is ontbonden tengevolge van overlijden van
de echtgenoot of ten gevolge van een officiële echtscheiding.
Personen die duurzaam gescheiden leven van de formele echtgenoot
maar voor wie nog geen officiële scheiding is uitgesproken, worden
ook als gehuwd beschouwd.
Gescheiden
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ),
uitgesplitst naar de burgerlijke staat van de uitkeringsaanvrager.
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Onder gescheiden wordt verstaan die personen die gehuwd zijn geweest
naar burgerlijk recht en waarvan het huwelijk officieel is ontbonden. Zij
die gehuwd zijn maar duurzaam gescheiden leven of gescheiden leven
van tafel en bed, vallen in de categorie 'gehuwd'.
Weduwstaat
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ),
uitgesplitst naar de burgerlijke staat van de uitkeringsaanvrager.
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
De weduwstaat is alleen van toepassing indien er sprake is van een
huwelijk dat is ontbonden ten gevolge van het overlijden van de partner.
De ontbinding van een geregistreerd partnerschap door het overlijden
van een van de partners, leidt niet automatisch tot indeling in de
categorie 'weduwstaat'.
Leefvorm
Onder leefvorm wordt het soort huishouden van de uitkeringsaanvrager
verstaan, conform definitie WWB, artikel 3 en artikel 4. De leefvorm is
beslist niet hetzelfde als de burgerlijke staat. Voor de bijstand kan een
persoon de leefvorm gehuwd hebben omdat een gezamenlijk huishouden
wordt gevoerd met een partner, terwijl de burgerlijke staat van deze
persoon ongehuwd of gescheiden is.
De leefvorm is medebepalend bij het vaststellen van de hoogte van de
bijstandsuitkering. Behalve de leeftijd van de uitkeringsaanvrager en het
wel of niet tot het huishouden behoren van financieel afhankelijke
kinderen (tot 18 jaar) is daarbij van belang of de uitkeringsontvanger
een alleenstaande of alleenstaande ouder is, of een huishouden voert met
een partner die ook aanspraak kan maken op een bijstandsuitkering.
Leefvorm totaal
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ),
uitgesplitst naar leefvorm van de bijstandsaanvrager.
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Bij het totaal zijn ook de uitkeringen meegeteld waarvan de leefvorm van
de uitkeringsaanvrager onbekend was.
Alleenstaande
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ),
uitgesplitst naar leefvorm van de bijstandsaanvrager.
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Een alleenstaande is iemand die niet met een partner samenwoont en ten
wiens laste geen financieel afhankelijke kinderen (tot 18 jaar) komen,
conform definitie WWB, artikel 3 en artikel 4.
Alleenstaande ouder
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ),
uitgesplitst naar leefvorm van de bijstandsaanvrager.
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Een alleenstaande ouder is iemand die niet met een partner samenwoont
en ten wiens laste één of meer financieel afhankelijke kinderen (tot 18
jaar) komen, conform definitie WWB, artikel 3 en artikel 4.
(Echt)paar
Het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) óf de
inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ),
uitgesplitst naar leefvorm van de bijstandsaanvrager.
De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de WWB. Met ingang van
1 oktober 2009 is naast de WWB de WIJ van kracht geworden.
Geteld zijn uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren
beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Onder (echt)paren wordt verstaan gehuwden en ongehuwden die een
gezamenlijk huishouden voeren, conform definitie WWB, artikel 3 en
artikel 4. Als een van de partners geen recht heeft op algemene bijstand,
bijvoorbeeld vanwege verblijf in een inrichting of ten gevolge van
detentie, luidt de leefvorm 'alleenstaande' of 'alleenstaande ouder'.