Opbrengst milieuheffingen, milieubelastingen en verwijderingsbijdragen

Tabeltoelichting


Ter ondersteuning en financiering van het milieubeleid zijn door de
overheid diverse heffingen en belastingen ingesteld. De inning van
verwijderingsbijdragen, die de consument betaalt voor het inzamelen en
verwerken van versleten producten, loopt buiten de overheid om. Deze
publicatie geeft een overzicht van de opbrengsten van deze drie
hoofdcategorieën: milieuheffingen, milieubelastingen en
verwijderingsbijdragen.

De opbrengsten van de milieuheffingen en milieubelastingen kunnen worden
onderverdeeld naar huishoudens, bedrijfstakken en niet-ingezetenen die de
belastingen betalen. De bedrijfstakken zijn ingedeeld volgens de
Standaard Bedrijfsindeling 1993 (SBI '93).
Voor de verwijderingsbijdragen is geen uitsplitsing naar economische
activiteit beschikbaar.

Deze tabel is stopgezet per 17 november 2011. Gegevens zijn beschikbaar
vanaf 1987 tot en met 2009. De cijfers vanaf 1987 zijn definitief. De
twee meest recente jaren hebben een (nader) voorlopig karakter.

Reden stopzetting:
Met ingang van juni 2011 wordt de nieuwe standaard bedrijfsindeling 2008
(SBI 2008) door de Nationale rekeningen gehanteerd. De Nationale
rekeningen zijn hiermee overgegaan van de SBI '93 naar de SBI 2008. De
Milieurekeningen sluiten hier vanaf november 2011 bij op aan.

Toelichting onderwerpen

Milieuheffingen
Heffingen die zijn ingevoerd voor de financiering van specifieke
milieumaatregelen die door de overheid worden uitgevoerd.
Totaal milieuheffingen
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
De afvalstoffenheffing is een vergoeding voor de kosten van het periodiek
ophalen en verwerken van huishoudelijk afval door gemeenten. Gebruikers
van een perceel dienen deze gemeentelijke heffing te betalen.
Reinigingsrechten zijn een betaling door een ondernemer voor het ophalen
van bedrijfsafvalstoffen. Met de opbrengsten van de afvalstoffenheffing en
de reinigingsrechten worden de kosten voor de inzameling en de
verwerking van huishoudelijk afval en bedrijfsafval gedekt.
Geluidsheffing burgerluchtvaart
Op grond van de Luchtvaartwet is een heffing ingesteld op het gebruik van
vliegvelden door de burgerluchtvaart. De opbrengst van de heffing wordt
door het Rijk gebruikt ter financiering van de sanering van
geluidsoverlast rond vliegvelden. Deze sanering bestaat uit isolatie of
sloop van woningen rond vliegvelden.
Grondwaterheffing en nazorgheffing
Grondwaterheffing:
De grondwaterheffing, die wordt geheven door de provincies, is ingesteld
wegens het onttrekken van grondwater. Houders van een geregistreerde
pompinrichting moeten deze provinciale heffing betalen. De heffing komt
dus voornamelijk ten laste van bedrijven (industrieën en
waterwinningsbedrijven) die grote hoeveelheden grondwater onttrekken.
Uit de opbrengst worden provinciale kosten gefinancierd voor onderzoek
en uitvoering van maatregelen in het kader van het grondwaterbeheer.
Daarnaast wordt de opbrengst aangewend voor het vergoeden van schade.
Nazorgheffing stortplaatsen:
Provincies zijn (in het kader van de Leemtewet) belast met de
eeuwigdurende nazorg van stortplaatsen waar het storten van afval vóór
1 september 1996 is beëindigd. In verband hiermee zijn zij bevoegd tot het
instellen van een heffing voor de financiering van deze nazorg. De heffing
wordt opgelegd aan de exploitanten van deze stortplaatsen.
Rioolheffing en rioolrechten
Rioolheffingen worden door gemeenten geheven om de inzameling, het
transport en de verwerking van huishoudelijk afvalwater,
bedrijfsafvalwater
en afvloeiend hemelwater te kunnen bekostigen. Rioolrechten moeten
worden betaald door gebruikers van een onroerend goed van waaruit
afvalwater wordt afgevoerd via het rioolnetwerk. Tot 1 januari 2010 kan
de gemeente kiezen tussen het heffen van rioolheffingen of het heffen
van rioolrechten; daarna kunnen geen rioolrechten meer worden geheven.
Waterverontreinigingsheffing
Deze heffing moet worden betaald voor het lozen van afvalstoffen op het
riool of op een zuiveringstechnisch werk. De opbrengst dient ter
financiering van de kosten voor de zuivering van afvalwater door de
waterschappen.
Milieubelastingen
Belastingen die het afremmen van milieubelastende activiteiten beogen via
een verhoging van de prijs. De opbrengsten van deze belastingen gaan naar
de algemene middelen van de overheid en worden dus niet speciaal gebruikt
voor de financiering van milieumaatregelen. Voorbeelden van
milieubelastingen zijn accijnzen op benzine, motorrijtuigenbelasting,
energiebelasting en belastingen op personenauto's en motorrijwielen (BPM).
Totaal milieubelastingen
Belastingen op milieugrondslag
Verzamelnaam voor de volgende productgebonden belastingen: belastingen op
grondwater, leidingwater, afvalstoffen, brandstoffen, energie,
verpakkingen en vliegtuigpassagiers. Deze belastingen zijn onderdeel van
de Wet belastingen op milieugrondslag.
Totaal belastingen op milieugrondslag
Afvalstoffenbelasting
De afvalstoffenbelasting wordt geheven over afval dat wordt gestort. De
belasting heeft tot doel te stimuleren dat afval vanuit milieuperspectief
op een zo goed mogelijke manier wordt verwerkt. De afvalstoffenbelasting
is een productgebonden belasting en maakt deel uit van de door het rijk
geheven belastingen op milieugrondslag.
Brandstoffenbelasting
Belasting die is verschuldigd door personen die kolen winnen, produceren,
of importeren, en deze vervolgens gebruiken als brandstof of aan anderen
leveren. Het doel van de belasting is het tegengaan van milieuvervuiling
en het terugdringen van energiegebruik. Er is geen brandstoffenbelasting
verschuldigd voor kolen die gebruikt worden om elektriciteit op te wekken.
Met ingang van 2004 is deze belasting grotendeels opgenomen in de
energiebelasting en de accijns op minerale oliën. Voor kolen blijft de
brandstoffenbelasting bestaan. De brandstoffenbelasting is een
productgebonden belasting en maakt deel uit van de door het rijk geheven
belastingen op milieugrondslag.
Energiebelasting
Belasting die wordt geheven over het verbruik van energie (aardgas,
elektriciteit en bepaalde minerale oliën). De energiebelasting is een
productgebonden belasting en maakt deel uit van de door het rijk geheven
belastingen op milieugrondslag. Energiebelasting is met ingang van 2004
de nieuwe naam voor de regulerende energiebelasting (REB). De
brandstoffenbelasting is met ingang van 2004 grotendeels opgenomen
in de energiebelasting.
Leidingwater- en grondwaterbelasting
Belasting op leidingwater:
In Nederland wordt belasting geheven over leidingwater. De belasting moet
worden betaald door bedrijven of huishoudens die water geleverd krijgen
via een aansluiting, al dan niet van drinkwaterkwaliteit. De belasting op
leidingwater is ingevoerd met het idee dat door het heffen van deze
belasting er minder water zal worden verbruikt. De belasting op
leidingwater is een productgebonden belasting en maakt deel uit van de
door het rijk geheven belastingen op milieugrondslag.
Grondwaterbelasting:
Belasting geheven door het rijk op het onttrekken van zoet grondwater aan
de bodem door middel van een inrichting als bedoeld in de Grondwaterwet.
De belasting wordt betaald door bijvoorbeeld waterleidingbedrijven,
agrarische bedrijven en productiebedrijven die grondwater onttrekken,
bronbemalers en particulieren die grote hoeveelheden grondwater
onttrekken voor bijvoorbeeld een zwembad. Onttrekkingen voor
bepaalde doeleinden alsmede kleine onttrekkingen zijn vrijgesteld van
de grondwaterbelasting. Grondwaterbelasting wordt geheven om het
onttrekken van grondwater te ontmoedigen. Het stimuleert het
spaarzaam omgaan met voorraden die uitputtelijk zijn. De
grondwaterbelasting is een productgebonden belasting en maakt deel
uit van de door het rijk geheven belastingen op milieugrondslag.
Verpakkingenbelasting
Belasting die wordt opgelegd aan de producent of importeur van
(de producten in) verpakkingen. Het doel van de verpakkingenbelasting
is om de mate van milieuvervuiling van verpakkingen in de marktprijs tot
uitdrukking te laten komen en waar mogelijk de hoeveelheid verpakkingen
terug te dringen en een verschuiving binnen de soorten
verpakkingsmateriaal te realiseren. De verpakkingenbelasting behoort tot
de productgebonden belastingen van het rijk en is op 1 januari 2008
ingesteld.
Vliegbelasting
Belasting die per 1 juli 2008 wordt geheven voor het vertrek van
passagiers met een vliegtuig vanaf een in Nederland gelegen luchthaven.
Deze belasting wordt opgelegd aan de exploitant van de luchthaven
waarvandaan de passagier vertrekt. Per 1 juli 2009 is de vliegbelasting
weer afgeschaft.
Mineralenheffingen
Heffingen die worden opgelegd aan mestproducerende bedrijven voor
productie boven de toegestane norm en aan ondernemingen die dierlijke
mest aanvoeren. Vanaf eind jaren 80 zijn er verschillende soorten
mineralenheffingen van kracht geweest. De opbrengsten van deze
milieumaatregel worden niet (meer) besteed aan het oplossen van de
mestproblematiek en gaan naar de algemene middelen van de overheid.
Daarom worden de mineralenheffingen tot de milieubelastingen
gerekend en niet tot de milieuheffingen.