Gezondheid, leefstijl, zorggebruik en -aanbod, doodsoorzaken; vanaf 1900
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel toont de grote variëteit aan langlopende reeksen op het gebied van gezondheid, leefstijl en gezondheidszorg. Cijfers over geboorte en sterfte, enkele doodsoorzaken en het optreden van bepaalde infectieziekten zijn beschikbaar vanaf 1900. Andere reeksen starten op een later tijdstip.
Naast de ervaren gezondheid bevat de tabel onder meer cijfers over infectieziekten, ziekenhuisopnamen naar diagnose, levensverwachting, leefstijlfactoren als roken, alcohol en overgewicht, en doodsoorzaken. Ook diverse aspecten van de gezondheidszorg zoals het aantal beroepsbeoefenaren, het aantal beschikbare ziekenhuisbedden, de gemiddelde verpleegduur en de uitgaven aan zorg staan in de tabel.
Veel onderwerpen staan ook, in meer detail, in andere StatLine-tabellen, maar soms met een kortere looptijd. Gegevens over meldingsplichtige infectieziekten en Aids/hiv zijn niet in andere tabellen opgenomen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1900
Status van de cijfers:
2024:
De beschikbare cijfers zijn definitief.
2023:
De meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Cijfers zijn voorlopig voor:
- meldingsplichtige infectieziekten, hiv, aids;
- uitgaven aan gezondheidszorg en welzijnszorg;
- perinatale sterfte (28 wk), zuigelingensterfte.
2022:
De meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Cijfers zijn voorlopig voor:
- meldingsplichtige infectieziekten, hiv, aids;
- diagnoses bij ziekenhuisopname;
- ziekenhuisopnamen, verpleegdagen, verpleegduur;
- aantal ziekenhuisbedden;
- beroepen in de gezondheidszorg;
- uitgaven aan gezondheidszorg en welzijnszorg.
2021:
De meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Cijfers zijn voorlopig voor:
- meldingsplichtige infectieziekten, hiv, aids;
- uitgaven aan gezondheidszorg en welzijnszorg.
2020 en eerder:
Meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Vanwege het dynamische karakter van de registratie zijn cijfers over alle jaren voorlopig voor meldingsplichtige infectieziekten, hiv, aids.
Wijzigingen per 18 december 2024:
- Vanwege een revisie van de statistieken Uitgaven gezondheids- en welzijnszorg 2021 zijn cijfers voor de uitgaven aan gezondheidszorg en welzijnszorg vanaf 2021 vervangen.
- Gereviseerde cijfers over de volume-index van de zorgkosten zijn nog niet beschikbaar, vanaf 2021 zijn deze cijfers leeggemaakt.
Aanvulling met de beschikbare meest recente cijfers:
- levendgeborenen, overledenen;
- meldingsplichtige infectieziekten, hiv, aids;
- aantal ziekenhuisbedden;
- uitgaven aan gezondheidszorg en welzijnszorg;
- perinatale sterfte (28 wk), zuigelingensterfte;
- (gezonde) levensverwachting;
- doodsoorzaken.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In juli 2025 verschijnen de op dat moment beschikbare meest recente cijfers.
Toelichting onderwerpen
- Demografische kerncijfers
- Inwoneraantal op 1 januari, aantal levendgeborenen en overledenen.
- Bevolking op 1 januari
- De bewoners van Nederland per 1 januari. In de CBS-bevolkingsaantallen
zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het
bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt
iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het
bevolkingsregister van de woongemeente. In de bevolkingsregisters zijn
niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor
uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de
bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en
personen die niet legaal in Nederland verblijven.
- Levendgeborenen
- Kind dat na geboorte enig teken van leven heeft vertoond, ongeacht de
zwangerschapsduur.
- Overledenen
- Persoon die is overleden waarbij een bevoegde arts een overlijdensakte
heeft ondertekend. In CBS-statistieken hebben overledenen betrekking op
personen die bij overlijden in het bevolkingsregister van een Nederlandse
gemeente zijn opgenomen, ongeacht het land waar het overlijden heeft
plaatsgevonden. Personen die niet in Nederland wonen maar wel hier
overlijden worden niet meegeteld.
- Gezondheidstoestand
- Gezondheid in subjectieve zin (zoals ervaren door personen zelf) en in objectieve zin (zoals beoordeeld door medische beroepsbeoefenaren). Het laatste weergegeven in het aantal meldingen van meldingsplichtige infectieziekten en diagnosen HIV/Aids, het gebruik van geneesmiddelen en ziekteverzuim bij particuliere bedrijven.
- Personen met (zeer) goede gezondheid
- Personen die het antwoord 'goed' of 'zeer goed' geven op de enquêtevraag 'Hoe is over het algemeen uw gezondheidstoestand?'. Andere antwoordcategorieën waren 'gaat wel', 'slecht' en 'zeer slecht'.
- Personen met volledig kunstgebit
- Het percentage personen in de bevolking van 16 jaar of ouder met een
kunstgebit boven en onder. Vanaf 2010 zijn deze cijfers niet langer
beschikbaar.
- Optreden van enkele infectieziekten
- Enkele meldingsplichtige infectieziekten en HIV/Aids.
- Meldingsplichtige infectieziekten
- Infectieziekten die, volgens de Wet publieke gezondheid, na constatering aan de regionale GGD moeten worden gemeld.
In de tabel zijn alleen die infectieziekten opgenomen:
- waarvoor voor meer dan 20 jaar gegevens beschikbaar zijn,
- met in minimaal één jaar meer dan 100 gevallen
- waarvoor over de totale periode de cijfers (min of meer) dezelfde ziekte weerspiegelen
- waarvoor de cijfers een globaal beeld geven van de absolute omvang, trend en uitbraken.- Bof
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 072;
ICD-10: B26.
In 1999 is de meldingsplicht gestopt, maar december 2008 opnieuw
ingevoerd.
Sinds 1987 in het Rijksvaccinatieprogramma.
- Buiktyfus
- Cijfers over 1900-1929 zijn inclusief paratyfus B en vanaf 1930 worden de cijfers over paratyfus B afzonderlijk vermeld.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 002.0;
ICD-10: A01.0.
Meldingsplicht sinds 1872.
- Difterie
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 032;
ICD-10: A30.
Sinds 1957 in het Rijksvaccinatieprogramma.
Meldingsplicht sinds 1872.
- Hepatitis A
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 070.1;
ICD-10: B15.
Meldingsplicht sinds 1950.
- Kinkhoest
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 033.0, 033.1 en 033.9;
ICD-10: A37.0, A37.1 en A37.9.
Sinds 1957 in het Rijksvaccinatieprogramma.
Meldingsplicht sinds 1975.
- Legionellose
- Veteranenziekte.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 482.8;
ICD-10: A48.1.
Meldingsplicht sinds 1987.
- Malaria
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 084;
ICD-10: B50-B54.
Meldingsplicht sinds 1940.
- Mazelen
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 055;
ICD-10: B05.
Sinds 1976 in het Rijksvaccinatieprogramma.
Meldingsplicht sinds 1975.
- Meningokokkenziekte
- Nekkramp, meestal gepaard gaande met hersenvliesontsteking en/of
bloedvergiftiging, door infectie met Neisseria meningitidis (meningokok).
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 036;
ICD-10: A39.
Sinds 2002 in het Rijksvaccinatieprogramma, maar alleen tegen meningokok subtype C.
- Paratyfus B
- Van 1900-1929 zijn de cijfers over paratyfus B opgenomen bij de gegevens over buiktyfus en vanaf 1930 worden de cijfers over paratyfus B afzonderlijk vermeld.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 002.2;
ICD-10: A01.2.
Meldingsplicht sinds 1928.
- Polio
- Kinderverlamming.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 045;
ICD-10: A80.
Sinds 1957 in het Rijksvaccinatieprogramma.
Meldingsplicht sinds 1923.
- Q-koorts
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 083.0;
ICD-10: A78.
Meldingsplicht sinds 1975.
- Rubella
- Rodehond.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 056 en 771.0;
ICD-10: B06 en P35.0.
Sinds 1974 in het Rijksvaccinatieprogramma.
Meldingsplicht sinds 1950.
- Shigellose
- Bacillaire dysenterie.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 004;
CD-10: A03.
Meldingsplicht sinds 1873.
- Tuberculose
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 010-018;
ICD-10: A15-A19.
Meldingsplicht sinds 1980. Omdat de tuberculose-registratie een dynamisch (uitbreidbaar) bestand is kan het aantal diagnosen in eerdere verslagjaren in de toekomst nog enigszins wijzigen.
- Aids/hiv
- In de periode 1987-1998 werd 80-90% van de patiënten met een aids-diagnose door artsen vrijwillig gemeld aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit gaf een goed beeld van de verspreiding van het hiv-virus. Sinds de introductie van de effectievere hiv-therapie in 1996 is het aantal aids-gevallen sterk afgenomen. Daarmee was de aids registratie niet langer geschikt als bron voor surveillance. Sinds 2002 beheert de Stichting HIV Monitoring (SHM) de landelijke hiv-registratie waarmee de verspreiding van hiv nauwlettend kan worden gevolgd. Daarom zijn ook de hiv-diagnosen in de tabel opgenomen. In het begin van de epidemie werden alleen hiv-geïnfecteerden geregistreerd die behandeld werden met antiretrovirale middelen, pas vanaf 2001 worden alle hiv-patiënten (ongeacht behandeling) geregistreerd. Cijfers over hiv voor de periode 1987-1993 zijn retrospectief gerapporteerd en dus onvolledig. Het aantal hiv-geïnfecteerden is daardoor kleiner dan het aantal personen met aids.
Voor aids zijn vanaf 1999 de aids-diagnosen onder geregistreerde hiv-geïnfecteerden weergegeven, afkomstig van de SHM. In 2003 werd het systeem van vrijwillige melding van aids-diagnosen bij de inspectie formeel afgeschaft.- Aids
- Acquired Immune Deficiency Syndrome.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 042-044;
ICD-10: B20-B24.
Bestaat tot en met 1998 uit de Aids-diagnosen gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Vanaf 1999 zijn het de Aids-diagnosen onder geregistreerde hiv-geïnfecteerden uit de landelijke hiv-registratie van de Stichting HIV monitoring. Omdat de hiv-registratie een dynamisch (uitbreidbaar) bestand is kan het aantal diagnosen in eerdere verslagjaren in de toekomst nog enigszins wijzigen.
- Hiv-geïnfecteerd
- Human Immunodeficiency Virus, virus verantwoordelijk voor de ziekte Aids.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 042-044;
ICD-10: B20-B24.
Diagnosen afkomstig uit de hiv-registratie van de Stichting
HIV monitoring. Omdat de hiv-registratie een dynamisch (uitbreidbaar) bestand is kan het aantal diagnosen in eerdere verslagjaren in de toekomst nog enigszins wijzigen.
- Gebruik Medicijnen/voedingssupplementen
- Het gebruik van medicijnen of voedingssupplementen zoals vitamines,
mineralen en kruidenpreparaten in de 14 dagen voorafgaand
aan de enquêtedatum.
Als gevolg van een nieuwe waarnemingsmethodiek en vragenlijst bij de Gezondheidsenquête hebben er in 2010 en 2014 trendbreuken plaatsgevonden.- % voorgeschreven
- Gebruik van medicijnen of voedingssupplementen die zijn voorgeschreven door een arts. De anticonceptiepil en geneesmiddelen tijdens ziekenhuis- of dagopname worden hier buiten beschouwing gelaten.
Tot en met 2009 betreft dit alleen het gebruik van medicijnen.
Als gevolg van een nieuwe waarnemingsmethodiek en vragenlijst bij de Gezondheidsenquête hebben er in 2010 en 2014 trendbreuken plaatsgevonden.
- % niet voorgeschreven
- Gebruik van medicijnen of voedingssupplementen die niet zijn
voorgeschreven door een arts.
Tot en met 2009 betreft dit alleen het gebruik van medicijnen.
Als gevolg van een nieuwe waarnemingsmethodiek en vragenlijst bij de Gezondheidsenquête hebben er in 2010 en 2014 trendbreuken plaatsgevonden.
- Ziekteverzuimpercentage
- Het totaal aantal ziektedagen van de werknemers, in procenten van het totaal aantal beschikbare (werk-/kalender-)dagen van de werknemers in de verslagperiode. Het ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof en tot en met 2003 exclusief verzuim bij overheidsinstellingen.
Vanaf 2005 wordt ook het verzuim langer dan een jaar meegeteld.
- Leefstijl
- Enkele factoren die de gezondheid kunnen beïnvloeden: roken, alcoholgebruik, het hebben van overgewicht en gebruik van de anticonceptiepil.
- Roken 16 jaar of ouder
- De vragen of iemand (wel eens) rookte en over de hoeveelheid sigaretten die per dag werden gerookt werden tot 2001 schriftelijk gesteld en alleen aan personen van 16 jaar of ouder. Vanaf 2001 is de onderzoeksmethode enigszins gewijzigd en zijn de vragen mondeling met behulp van laptop computers afgenomen. Nadere analyses hebben echter geen trendbreuk ten gevolge van deze methodische wijzigingen kunnen aantonen.
- Totaal roken
- Het percentage personen in de bevolking van 16 jaar of ouder die de
enquêtevraag: 'Rookt u wel eens?' met 'ja' hebben beantwoord.
- Zwaar roken
- Het percentage personen in de bevolking van 16 jaar of ouder die per dag
20 of meer sigaretten roken.
- Alcoholgebruik 16 jaar of ouder
- De vragen naar het gebruik van alcohol zijn schriftelijk gesteld.
- Totaal alcoholgebruik
- Het percentage personen in de bevolking van 16 jaar of ouder die wel eens alcohol consumeren.
- Zwaar alcoholgebruik
- Het percentage personen in de bevolking van 16 jaar of ouder dat zware drinker is. Voor de jaren tot en met 2011 geldt dat een zware drinker iemand is die minstens 1 keer per week 6 of meer glazen alcohol op één dag drinkt. Voor de jaren vanaf 2012 is de definitie voor vrouwen veranderd: een vrouw wordt als zware drinker geclassificeerd als zij minstens 1 keer per week 4 of meer glazen alcohol op 1 dag drinkt. Door deze wijziging in de definitie kunnen de cijfers tot en met 2011 niet zonder meer vergeleken worden met de cijfers vanaf 2012.
- Overgewicht
- Overgewicht wordt vastgesteld met de Body Mass Index (BMI). Het is het quotiënt van het gewicht in kilogram en het kwadraat van de lengte in meters [kg/m²]. Bij volwassenen met een BMI groter dan of gelijk aan 25 kg/m² is er sprake van overgewicht.
Gegevens van respondenten met onbekende lengte en/of gewicht en respondenten met een onwaarschijnlijk gewicht in relatie tot de opgegeven lengte zijn niet gebruikt. Tot en met 2013 zijn personen van 20 jaar of ouder met een BMI van kleiner dan 14 kg/m² of groter dan 45 kg/m² en personen jonger dan 20 jaar met een BMI van kleiner dan 10 kg/m² of groter dan 45 kg/m² buiten beschouwing gelaten. Vanaf 2014 is de bovengrens van de BMI voor personen van alle leeftijden verhoogd naar 50 kg/m². De ondergrens voor de BMI is gelijk gebleven.- Totaal overgewicht
- Percentage personen van 20 jaar of ouder met een Body Mass Index (BMI) van 25,0 kg/m² of meer.
- Matig overgewicht
- Percentage personen van 20 jaar of ouder met een Body Mass Index (BMI) vanaf 25,0 kg/m² tot 30,0 kg/m².
- Ernstig overgewicht
- Percentage personen van 20 jaar of ouder met een Body Mass Index (BMI) van 30,0 kg/m² of meer.
- Gebruik anticonceptiepil
- Percentage vrouwen van 16 tot 50 jaar dat de anticonceptiepil gebruikt.
Voor de verslagjaren 2017-2019: percentage van de seksueel actieve vrouwen van 16 tot 50 jaar dat de anticonceptiepil gebruikt. De percentages van 2017-2019 zijn daarom niet vergelijkbaar met eerdere jaren. De percentages vanaf 2020 zijn vergelijkbaar met de percentages van 2016 en eerdere jaren.
Vrouwen zijn seksueel actief als ze in de afgelopen 12 maanden seks hebben gehad.
- Zorggebruik
- Contacten met diverse zorgverleners en aantal opnames in het ziekenhuis.
- Contacten met zorgverleners
- Cijfers hebben betrekking op het percentage personen in de bevolking van 0 jaar of ouder dat in de periode van 12 maanden voor de enquêtedatum minstens 1 keer met de betreffende zorgverlener contact heeft gehad.
Als gevolg van een nieuwe waarnemingsmethodiek en vragenlijst bij de Gezondheidsenquête hebben er in 2010 en 2014 trendbreuken plaatsgevonden.- Huisarts
- Contacten met een huisarts in Nederland zijn:
- bezoeken op het spreekuur,
- visites van de huisarts,
- telefonische consulten,
- of andere contacten
Contacten met een vervangende huisarts of met de huisartsenpost tellen
hierbij ook mee. Contacten met de praktijkondersteuner en de
praktijkverpleegkundige tellen niet mee.
- Specialist
- Contacten met een specialist in Nederland:
- op de polikliniek,
- op een afdeling in het ziekenhuis,
- op de spoedeisende hulp,
- in een praktijk buiten het ziekenhuis of
- in een privékliniek.
Contacten tijdens een ziekenhuis- of dagopname en contacten met de
psychiater tellen niet mee.
- Tandarts
- Bezoeken aan een tandarts in Nederland. Contacten met de mondhygiënist, orthodontist en kaakchirurg tellen niet mee.
- Fysiotherapeut of oefentherapeut
- Contacten met een therapeut voor fysiotherapie en/of oefentherapie.
Fysio- of oefentherapie tijdens ziekenhuis- of dagopname telt niet mee.
Tot en met 2009 hebben de cijfers alleen betrekking op contacten met de fysiotherapeut.
- Alternatieve genezer
- Contacten met homeopaat, antroposoof, acupuncturist, chiropractor,
osteopaat, fytotherapeut of kruidengenezer, natuurgenezer, magnetiseur of paranormaal genezer, gebedsgenezer of religieus genezer en/of een andere genezer.
- Klin. ziekenhuisopnamen, enkele diagn.
- Klinische ziekenhuisopnamen naar enkele diagnosen.
Klinische opnamen in algemene, academische en categorale ziekenhuizen.
Van de categorale ziekenhuizen betreft het vanaf 2013: kankerkliniek(en) (één kliniek tot 2018, twee klinieken vanaf 2018) en een oogziekenhuis.
In de periode 1981-2012 waren gegevens ook afkomstig van een orthopedische/revalidatie kliniek en een militair hospitaal.
De overige categorale ziekenhuizen (revalidatie-, epilepsie- en astmacentra en andere instellingen voor medisch specialistische zorg) zijn niet opgenomen in deze statistieken.
Opnamen worden meegeteld indien de ontslagdatum in het betreffende kalenderjaar valt. Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. Vanaf 2013 mogen eendaagse klinische opnamen alleen nog geregistreerd worden bij overlijden van patient of transfer naar ander ziekenhuis.
De diagnosen zijn tot 2013 geregistreerd volgens de 'International Classification of Diseases' versie 9 (ICD9-CM). Vanaf 2013 wordt de ICD-10 gebruikt.
De indeling van de diagnosen volgt de afbakening zoals gedefinieerd in de ISHMT (International Shortlist for Hospital Morbidity Tabulation), Er zijn kleine verschillen in de afbakening volgens ICD-9 (tot 2013) en ICD-10 (vanaf 2013).
De cijfers gaan over de hoofddiagnose die geregistreerd is bij de ziekenhuisopname. De hoofddiagnose is de diagnose die bij ontslag wordt beschouwd als de voornaamste reden van opname in het ziekenhuis.
De aantallen opgenomen personen worden gepresenteerd per 10 000 personen in de bevolking in het betreffende kalenderjaar.- Totaal alle diagnosen
- Totaal alle klinische opnames.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 001-999, V01-V82
ICD-10: A00-Z99 (exclusief V, W, X en Y codes)
- Infectieuze en parasitaire ziekten
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 001-033, 034.1-099.2, 099.5-134.9, 136.0, 136.2-139.8, 279.5-279.6
ICD-10: A00-B99.
- Nieuwvormingen
- Nieuwvormingen zijn onderverdeeld in kwaadaardige en niet-kwaadaardige.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 140-239
ICD-10: C00-D48.- Totaal nieuwvormingen
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 140-239
ICD-10: C00-D48.
- Kwaadaardige nieuwvormingen
- Kanker.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 140-208
ICD-10: C00-C97.- Totaal kwaadaardige nieuwvormingen
- Totaal kanker.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 140-208
ICD-10: C00-C97.
- Kw. nv. van dikke darm, rectum en anus
- Kwaadaardige nieuwvormingen van dikke darm, rectum en anus.
Kanker aan de dikke darm (colon), rectum en anus.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 153-154
ICD-10: C18-C21.
- Kw. nv. van trachea, bronchus en long
- Kwaadaardige nieuwvormingen van trachea, bronchus en long.
Trachea-, bronchus- en longkanker.
Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 162
ICD-10: C33-C34.
- Kwaadaardige nieuwvorming van borst
- Borstkanker.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 174-175
ICD-10: C50.
- Kwaadaardige nieuwvorming van urineblaas
- Urineblaaskanker.
Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 188
ICD-10: C67.
- Zktn bloed, bloedbereidende organen en..
- Ziekten van bloed en bloedbereidende organen en bepaalde
immuniteitsstoornissen.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 135, 279.0-279.3, 279.8-279.9, 280-289
ICD-10: D50-D89.- Totaal zktn bloed, bloedbereidende org..
- Totaal ziekten van bloed en bloedbereidende organen en bepaalde
immuniteitsstoornissen.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 135, 279.0-279.3, 279.8-279.9, 280-289
ICD-10: D50-D89.
- Anemie
- Bloedarmoede.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 280-285
ICD-10: D50-D64.
- Endocriene-, voedings- en stofw. zktn
- Endocriene-, voedings-, stofwisselingsziekten. Omvat o.a. ziekten die
worden veroorzaakt door afwijkende of ontbrekende klierwerking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 240-278
ICD-10: E00-E90.- Totaal endocriene-, voedings- en stofw..
- Totaal endocriene-, voedings-, stofwisselingsziekten. Omvat o.a. ziekten
die worden veroorzaakt door afwijkende of ontbrekende klierwerking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 240-278
ICD-10: E00-E90.
- Diabetes mellitus
- Suikerziekte.
Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 250
ICD-10: E10-E14.
- Psychische stoornissen
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 290-319
ICD-10: F00-F99.
- Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 320-359, 435
ICD-10: G00-G99.
Vanaf 2013 wordt de indeling volgens ICD-10 gebruikt, waardoor vanaf dan ook de slaapstoornissen bij deze groep gerekend worden .
- Ziekten van oog en adnexen
- Adnex=aanhangsel. Omvat aangrenzende en bijbehorende structuren zoals oogkas, oogleden, traanapparaat en oogzenuw.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 360-379
ICD-10: H00-H59.
- Ziekten van oor en processus mastoideus
- Ziekten van oor en processus mastoideus.
Processus mastoideus:
tepelvormig uitsteeksel van het slaapbeen, vlak achter de oorschelp.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 380-389
ICD-10: H60-H95.
- Ziekten van hart en vaatstelsel
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 390-434, 436-445, 447-459
ICD-10: I00-I99.- Totaal ziekten van hart en vaatstelsel
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 390-434, 436-445, 447-459
ICD-10: I00-I99.
- Angina pectoris
- Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 413
ICD-10: I20.
- Acuut myocard infarct
- Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 410
ICD-10: I21-I22.
- Geleidings- en hartritmestoornissen
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 426-427
ICD-10: I44-I49.
- Hartfalen
- Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 428
ICD-10: I50.
- Cerebrovasculaire ziekten
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 430-434, 436-438
ICD-10: I60-I69.
- Ziekten van ademhalingsstelsel
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 034.0, 460-519
ICD-10: J00-J99.- Totaal ziekten van ademhalingsstelsel
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 034.0, 460-519
ICD-10: J00-J99.
- Acute infecties luchtwegen, influenza
- Acute infecties van bovenste luchtwegen en influenza.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 034.0, 460-465, 487, 488
ICD-10: J00-J11.
- Pneumonie
- Longontsteking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 480-486
ICD-10: J12-J18.
- Chron. aandoeningen tonsillen en adenoïd
- Chronische aandoeningen van tonsillen en adenoïd (keel- en neusamandelen).
Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 474
ICD-10: J35.
- Andere aandoeningen neus, neusbijholten
- Andere aandoeningen van neus en neusbijholten.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 470-473, 475-478
ICD-10: J30-J34, J36-J39.
- Chron. longaandoeningen, bronchiëctasie
- Chronische obstructieve longaandoeningen en bronchiëctasie.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 490-492, 494, 496
ICD-10: J40-J44, J47.
- Ziekten van spijsverteringsstelsel
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 520-579
ICD-10: K00-K93.- Totaal ziekten v. spijsverteringsstelsel
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 520-579
ICD-10: K00-K93.
- Ziekten van de appendix
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 540-543
ICD-10: K35-K38.
- Hernia inguinalis
- Liesbreuk.
Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 550
ICD-10: K40.
- Cholelithiasis
- Galstenen.
Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 574
ICD-10: K80.
- Ziekten huid en onderhuids bindweefsel
- Totaal ziekten van huid en onderhuids bindweefsel.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 680-709
ICD-10: L00-L99.
- Ziekten spieren, beenderen, bindweefsel
- Ziekten van spieren, beenderen en bindweefsel.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 099.3, 136.1, 279.4, 446, 710-739
ICD-10: M00-M99.- Totaal zktn spieren, beenderen, bindw..
- Totaal ziekten van spieren, beenderen en bindweefsel.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 099.3, 136.1, 279.4, 446, 710-739
ICD-10: M00-M99.
- Coxartrose
- Artrose van het heupgewricht.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 715.15, 715.25, 715.35, 715.95
ICD-10: M16.
- Gonartrose
- Artrose van het kniegewricht.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 715.16, 715.26, 715.36, 715.96
ICD-10: M17.
- Aandoeningen van tussenwervelschijven
- Aandoeningen van tussenwervelschijven.
Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 722
ICD-10: M50, M51.
- Aandoeningen van weke delen
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 726, 727.0, 727.2-727.9, 728.0-728.3, 728.6-728.9, 729
ICD-10: M60-M79.
- Ziekten van urogenitaal stelsel
- Ziekten urinewegen en geslachtsorganen.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 099.4, 580-598, 599.0-599.6, 599.8-599.9, 600-629, 788.0
ICD-10: N00-N99.- Totaal ziekten van urogenitaal stelsel
- Totaal ziekten urinewegen en geslachtsorganen.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 099.4, 580-598, 599.0-599.6, 599.8-599.9, 600-629, 788.0
ICD-10: N00-N99.
- Urolithiasis
- Urinewegstenen.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 592, 594, 788.0
ICD-10: N20-N23.
- Prostaathyperplasie
- Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 600
ICD-10: N40.
- Aandoeningen van de borst
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 610-611
ICD-10: N60-N64.
- Zwangerschap, bevalling en kraambed
- Zwangerschap, bevalling en kraambed.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 630-676
ICD-10: O00-O99.- Totaal zwangerschap, bevalling, kraambed
- Totaal zwangerschap, bevalling en kraambed.
ICD-9: 630-676
ICD-10: O00-O99.
- Compl. zwangerschap antenatale periode
- Complicaties zwangerschap voornamelijk in de antenatale periode.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 640-646, 651-659
ICD-10: O10-O48.
- Complicaties van bevalling
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 660-668, 669.0-669.4, 669.8-669.9
ICD-10: O60-O75.
- Aandoeningen van de perinatale periode
- Bepaalde aandoeningen die hun oorsprong hebben in de perinatale periode (periode rondom de geboorte).
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 760-779
ICD-10: P00-P96.- Totaal aandoeningen perinatale periode
- Totaal bepaalde aandoeningen die hun oorsprong hebben in de perinatale
periode (periode rondom de geboorte).
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 760-779
ICD-10: P00-P96.
- Korte zw.schapsduur, laag geb.gewicht
- Stoornissen gerelateerd aan korte zwangerschapsduur en laag
geboortegewicht.
Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 765
ICD-10: P07.
- Aangeboren afwijkingen
- Congenitale afwijkingen, misvormingen en chromosoomafwijkingen.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 740-759
ICD-10: Q00-Q99.
- Symptomen, bevindingen, labuitslagen
- Symptomen, afwijkende klinische bevindingen en laboratoriumuitslagen,
niet elders geclassificeerd.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 599.7, 780-787, 788.1-788.9, 789-799
ICD-10: R00-R99.- Totaal sympt., bevindingen, labuitslagen
- Totaal symptomen, afwijkende klinische bevindingen en
laboratoriumuitslagen, niet elders geclassificeerd.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 599.7, 780-787, 788.1-788.9, 789-799
ICD-10: R00-R99.
- Pijn in keel en borst
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 784.1, 786.5
ICD-10: R07.
- Pijn in buik en bekken
- Bijbehorende officiële ICD-code:
ICD-9: 789.0
ICD-10: R10.
- Ongevalsletsel, vergiftigingen ..
- Ongevalsletsel, vergiftigingen en bepaalde gevolgen van externe oorzaken.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 800-999
ICD-10: S00-T98.- Totaal ongevalsletsel, vergiftigingen ..
- Totaal ongevalsletsel, vergiftigingen en bepaalde gevolgen van externe
oorzaken.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 800-999
ICD-10: S00-T98.
- Intracraniaal letsel
- Letsel binnen de schedel.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 800.1-800.4, 800.6-800.9, 801.1-801.4, 801.6-801.9, 803.1-803.4, 803.6-803.9, 804.1-804.4, 804.6-804.9, 850-854
ICD-10: S06.
- Femurfractuur (inclusief heupfractuur)
- Dijbeenbreuk (inclusief heupfractuur).
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 820-821
ICD-10: S72.
- Fractuur van onderbeen, inclusief enkel
- Fractuur van onderbeen, inclusief enkel.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 823-824
ICD-10: S82.
- Vergiftiging door geneesmiddelen e.a.
- Vergiftiging door geneesmiddelen en biologische stoffen alsmede toxische
gevolgen van stoffen van niet medicinale herkomst.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 960-989
ICD-10: T36-T65.
- Compl. chirurg., med. behandeling n.e.g.
- Complicaties van chirurgische en medische behandeling, niet elders
geclassificeerd.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 996-999
ICD-10: T80-T88.
- Factoren gezondh.toestand, contacten ..
- Factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden en contacten met de gezondheidsdiensten.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: V01-V82
ICD-10: Z00-Z99.- Totaal factoren gezondh.toestand, cont..
- Totaal factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden en contacten met de gezondheidsdiensten.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: V01-V82
ICD-10: Z00-Z99.
- Levendgeboren zuigelingen
- Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: V30-V39
ICD-10: Z38.
- Ov. zorg, incl. radio- en chemotherapie
- Overige medische zorg (inclusief radio- en chemotherapie).
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: V07.1, V58
ICD-10: Z51.
- Zorgaanbod
- Kwantitatieve gegevens van ziekenhuizen, beroepen in de gezondheidszorg en uitgaven aan gezondheidszorg.
- Kwantitatieve gegevens van ziekenhuizen
- Totaal aantal bedden, opnames, verpleegdagen en verpleegduur voor alle ziekenhuizen samen (algemene ziekenhuizen, academische ziekenhuizen en categorale ziekenhuizen inclusief revalidatieinstellingen). In de jaren 1932-1964 exclusief sanatoria voor tbc-patiënten en neurosenklinieken; tot 1972 exclusief militaire ziekenhuizen. Bron: 1925-1964: Geneeskundige Hoofdinspectie van de Volksgezondheid.
- Bedden
- Tot 2006: feitelijke bedden (klinische en dagbehandeling). Dit is het gemiddeld aantal bedden waarvan wordt uitgegaan bij de dagelijkse planning van de te verlenen zorg. Het aantal feitelijke bedden is inclusief die in de ziekenhuis-psychiatrie (PAAZ/PUK bedden). Bron: tot verslagjaar 2002 een jaarlijkse CBS-enquête onder ziekenhuizen en revalidatie-instellingen. Daarna: gebruik van jaarenquête door onderzoeksinstituut Prismant (in opdracht van de betrokken branche-organisaties) onder ziekenhuizen en revalidatie-instellingen.
Vanaf 2006: feitelijk aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor klinische capaciteit en dag/deeltijdbehandeling. Het feitelijke aantal bedden is exclusief PAAZ/PUK-capaciteit, inclusief wiegen voor gezonde zuigelingen en bedden in revalidatiecentra . De populatie is afgebakend op universitaire ziekenhuizen, algemene ziekenhuizen, categorale ziekenhuizen en revalidatiecentra. De informatie is afkomstig van DigiMV (webenquête) en maakt onderdeel uit van het jaardocument Maatschappelijke Verantwoording. Zelfstandige Behandelcentra (ZBC’s) vallen hierbuiten, tenzij ze onderdeel zijn van een ziekenhuisconcern. In dat laatste geval worden de bedden van de ZBC’s wel meegeteld.
PAAZ: Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis
PUK: Psychiatrische afdeling van een universitair medisch centrum (UniversiteitsKliniek)
- Ziekenhuisopnamen
- Het aantal malen, dat een verblijf in een toegelaten instelling waarvoor één of meer verpleegdagen in rekening zijn te brengen, is aangevangen.
Geboorte binnen het ziekenhuis wordt als opname beschouwd, tenzij deze geboorte poliklinisch plaatsvindt. Interne overplaatsing, d.w.z. binnen eenzelfde toegelaten instelling, wordt niet als nieuwe opname beschouwd. Gezonde zuigelingen die in het ziekenhuis verblijven gedurende de opname van de moeder worden als opname beschouwd. Het aantal opnamen is tot en met 2005 inclusief opnamen in ziekenhuis-psychiatrie (PAAZ-opnamen), vanaf 2006 exclusief PAAZ-opnamen en vanaf 2008 ook exclusief PUK-opnamen.
PAAZ: Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis
PUK: Psychiatrische UniversiteitsKliniek.
- Verpleegdagen
- Een in rekening te brengen kalenderdag, die deel uitmaakt van de periode vanaf opname in tot en met ontslag uit een ziekenhuis. Daarbij worden de dag van opname, mits de opname vóór 20.00 uur heeft plaatsgevonden, en de dag van ontslag beide als een in rekening te brengen verpleegdag aangemerkt. Tot de verpleegdagen in ziekenhuizen behoren ook de afwezigheidsdagen. Een afwezigheidsdag bij een ziekenhuis is de dag, niet zijnde de ontslagdag, voorafgaand aan de nacht waarop de patiënt niet in
het ziekenhuis verblijft. Het betreft een -meestal geplande- afwezigheid van ten hoogste drie dagen. Afwezigheidsdagen kunnen niet tegen het geldende verpleegtarief worden gedeclareerd. Afwezigheidsdagen volgend op een pre-operatieve screening wordt niet als afwezigheidsdag (of verpleegdag) aangemerkt en kunnen op generlei wijze worden gedeclareerd.
Verpleegdagen van patiënten in speciale units, zoals die voor
intensive-care en dergelijke worden meegerekend.
- bij opname op of na 20.00 uur, wordt de dag van de opname niet als eerste verpleegdag meegeteld.
- als de patiënt dezelfde kalenderdag overlijdt of vertrekt tegen advies van de arts wordt deze dag als verpleegdag meegeteld.
- ook een opname die korter dan 24 uur duurt wordt als normale
verpleegdag beschouwd.
Tot en met 2005 zijn de verpleegdagen inclusief psychiatrie (PAAZ en PUK-dagen). Vanaf 2006 is het aantal verpleegdagen exclusief PAAZ-dagen en vanaf 2008 ook exclusief PUK-dagen.
PAAZ: Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis
PUK: Psychiatrische UniversiteitsKliniek
- Gemiddelde verpleegduur
- Het gemiddeld aantal verpleegdagen per ziekenhuisopname.
- Beroepen in de gezondheidszorg
- Tot en met 1998 hebben de cijfers, afhankelijk van het beroep, betrekking op het aantal werkzame óf geregistreerde beroepsbeoefenaren op 31 december van het verslagjaar.
Vanaf 1999 hebben de cijfers betrekking op gediplomeerde zorgverleners die op het peilmoment (laatste vrijdag in september) staan ingeschreven in het BIG-register, en werkzaam zijn in de Nederlandse zorgsector of zorgverwante sectoren (afhankelijk van het soort zorgverlener). Het betreft personen die deel uitmaken van de GBA-bevolking of in Nederland werkzaam zijn.- Huisartsen
- Tot en met 1998: het aantal werkzame huisartsen, zowel zelfstandig werkend als in loondienst.
Vanaf 1999: het aantal BIG-geregistreerde huisartsen dat werkzaam is in de Nederlandse zorgsector.
- Medisch specialisten
- Personen die geregistreerd zijn als arts met als specialisatie één van de deelgebieden van de geneeskunst die door het Centrale College Medisch Specialisten formeel zijn erkend als medische specialismen.
Tot en met 1983: werkzame personen.
Vanaf 1984 tot en met 1998: geregistreerde personen.
Vanaf 1999: het aantal BIG-geregistreerde specialisten dat werkzaam is in de Nederlandse zorgsector.
- Sociaal geneeskundigen
- Artsen die zich richten op mensen met medische problemen die voortvloeien uit hun leef-, woon- of werksituatie: bedrijfsartsen, verzekeringsartsen en artsen maatschappij en gezondheid (jeugdartsen, sportartsen, artsen algemene gezondheidszorg).
Tot en met 1998: geregistreerde sociaal geneeskundigen.
Vanaf 1999: sociaal geneeskundigen die werkzaam zijn in de Nederlandse zorgsector of zorgverwante takken.
Zorgverwante takken:
Zorgaanbod dat niet direct binnen de Nederlandse gezondheids- en welzijnszorg valt, maar waar wel werkzame zorgprofessionals verwacht mogen worden, zoals het onderwijs, de overheid of zorgondersteunende bedrijven zoals zorgverzekeraars of de farmaceutische industrie.
- Tandartsen
- Tot en met 1998: het aantal werkzame tandartsen.
Vanaf 1999: het aantal BIG-geregistreerde specialisten dat werkzaam is in de Nederlandse zorgsector.
- Apothekers
- Vanaf 1999: apothekers die werkzaam zijn in de zorg of in een apotheek (SBI 2010: 5231).
Tot en met 1998: apothekers die werkzaam zijn in openbare apotheken of in ziekenhuizen.
- Verloskundigen
- Tot en met 1998: praktiserende verloskundigen, werkzaam in eigen praktijk, klinisch werkzaam of als vaste of wisselende waarne(e)m(st)er.
Vanaf 1999: het aantal verloskundigen dat werkzaam is in de Nederlandse zorgsector.
- Uitgaven gezondheids- en welzijnszorg
- Uitgaven aan geneeskundige zorg, langdurige zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg en kinderopvang.
Vanwege de revisie van de statistieken Uitgaven gezondheids- en welzijnszorg 2021 zijn cijfers over 2021-2023 niet goed vergelijkbaar met eerdere jaren.- Uitgaven gezondheids- en welzijnszorg
- Uitgaven aan geneeskundige zorg, langdurige zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg en kinderopvang. Zorg omvat levering van diensten en goederen. De uitgaven zijn inclusief de geleverde zorg aan niet-ingezetenen door Nederlandse zorgaanbieders. Uitgaven aan onderlinge leveringen tussen zorgaanbieders tellen niet mee, het gaat om de uiteindelijke (finale) uitgaven.
De zorguitgaven zijn uitgedrukt in werkelijke prijzen; die geven aan hoe hoog de uitgaven zijn in prijzen van het betreffende jaar en geven de waardeontwikkeling weer.
Het gaat om uitgaven aan zorggoederen en -diensten door alle instellingen, praktijken en organisaties die die goederen en diensten leveren; ook aanbieders voor wie het niet hun belangrijkste werk is, tellen mee.
Vanwege de revisie van de statistieken Uitgaven gezondheids- en welzijnszorg 2021 zijn cijfers over 2021-2023 niet goed vergelijkbaar met eerdere jaren.
- Uitgaven (volumeindex)
- Uitgaven gezondheid en welzijn, volume index
Het gewogen gemiddelde van de volumeveranderingen van de samenstellende producten, indexcijfers ten opzichte van referentiejaar 2015.
Deze reeks is vanwege revisie van de statistieken Uitgaven gezondheids- en welzijnszorg 2021 tijdelijk vanaf 2021 niet beschikbaar.
- Uitgaven (per hoofd van de bevolking)
- Uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg berekend per hoofd van de bevolking.
Vanwege de revisie van de statistieken Uitgaven gezondheids- en welzijnszorg 2021 zijn cijfers over 2021-2023 niet goed vergelijkbaar met eerdere jaren.
- Uitgaven (in % van het bbp)
- Uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product.
Vanwege de revisie van de statistieken Uitgaven gezondheids- en welzijnszorg 2021 zijn cijfers over 2021-2023 niet goed vergelijkbaar met eerdere jaren.
- Geboorte en levensverwachting
- Sterfte rondom geboorte, gemiddelde leeftijd moeder bij eerste kind,
aantal meerlinggeboortes en (gezonde) levensverwachting bij geboorte.- Perinatale sterfte
- Het totaal van de doodgeborenen na een zwangerschap van ten minste 28 weken plus de overleden baby's binnen een week na de geboorte.
- Zuigelingensterfte
- Het aantal levendgeborenen dat vóór de eerste verjaardag is overleden.
- Gemidd. leeftijd moeder bij eerste kind
- Het rekenkundig gemiddelde van de leeftijden van de moeders van alle
levendgeboren eerste kinderen. De leeftijd van de moeder is het aantal
gehele jaren dat op 31 december van het jaar van geboorte van het kind is verstreken sinds de geboortedatum van de moeder.
- Aantal meerlinggeboorten
- Bevallingen van twee of meer kinderen (meerling) uit een zelfde
zwangerschap.
- Levensverwachting bij geboorte
- Het aantal te verwachten levensjaren bij de geboorte, berekend uit een overlevingstafel. Een overlevingstafel is een tabel die aangeeft hoeveel van 100 duizend pasgeboren jongens of meisjes de leeftijd van een half, anderhalf, 2,5 jaar enzovoort zullen bereiken. De sterfteverhoudingen die gedurende een bepaalde periode (periode-overlevingstafels) of een bepaald geboortecohort (generatie-overlevingstafels) zijn waargenomen vormen hiervoor de basis.
- Mannen
- Vrouwen
- Gezonde levensverwachting bij geboorte
- Het aantal jaren dat een persoon bij de geboorte naar verwachting (nog) in goede gezondheid zal leven. Goede gezondheid kan worden gedefinieerd als de afwezigheid van chronische ziekten dan wel lichamelijke beperkingen of als goede ervaren gezondheid.
- Levensverw. in goed ervaren gezondheid
- Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal "gezonde" jaren bepaald op basis van de vraag "Hoe is over het algemeen uw gezondheidstoestand?". Mensen die deze vraag beantwoorden met "goed" of "zeer goed" worden gezond genoemd. De vraag over ervaren gezondheid is opgenomen in de CBS-Gezondheidsenquête.
- Mannen
- Vrouwen
- Levensverw. zonder lich. beperkingen
- Voor het berekenen van levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen zijn gegevens gebruikt over langdurige beperkingen in horen, zien en bewegen. Mensen die op alle onderstaande vragen het antwoord "ja, zonder moeite" of "ja, met enige moeite" geven, worden gezien als niet lichamelijk beperkt:
-Kunt u een gesprek volgen in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)?
-Kunt u met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met
hoorapparaat)?
-Zijn uw ogen goed genoeg om de kleine letters in de krant te kunnen lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)?
-Kunt u op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkenen (zo nodig met bril of contactlenzen)?
-Kunt u een voorwerp van 5 kilo, bijvoorbeeld een volle boodschappentas, 10 meter dragen?
-Kunt u als u staat, bukken en iets van de grond oppakken?
-Kunt u 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok)?
Deze vragen maken deel uit van de CBS-Gezondheidenquête. De vragen over beperkingen zijn alleen gesteld aan personen van 12 jaar of ouder. In de berekening van levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen is daarom aangenomen dat deze beperkingen niet voorkomen bij personen jonger dan 12 jaar.- Mannen
- Vrouwen
- Levensverw. zonder chronische ziektes
- Voor het berekenen van levensverwachting zonder chronische ziektes is een aantal ziektes geselecteerd waarvan bekend is dat ze tot de dood kunnen leiden of dat ze een belangrijke invloed hebben op de kwaliteit van leven. Mensen worden als niet chronisch ziek beschouwd wanneer zij geen van onderstaande ziektes zeggen te hebben of te hebben gehad in de afgelopen
12 maanden. De volgende (groepen van) chronische ziektes worden gebruikt voor de berekening van levensverwachting zonder chronische ziektes:
- hartaandoening en/of hartinfarct (12 jaar en ouder)
- astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA
- kanker
- beroerte (12 jaar en ouder)
- suikerziekte
- ernstige of hardnekkige darmstoornissen
- chronische gewrichtsontsteking (ontstekingsreuma, chronische reuma, reumatoïde artritis)
- ernstige of hardnekkige aandoening van de rug (inclusief hernia)
- gewrichtsslijtage van heupen of knieën (12 jaar en ouder)
- hoge bloeddruk
- migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn
De vragen over chronische aandoeningen maken deel uit van de CBS-Gezondheidsenquête. De vragen over chronische ziektes zijn gesteld aan personen van 0 jaar of ouder. Uitzonderingen hierop zijn de vragen naar hartaandoeningen en/of hartinfarct, beroerte en gewrichtsslijtage, die uitsluitend zijn nagevraagd bij personen van 12 jaar of ouder. In de berekening van levensverwachting zonder chronische ziektes is daarom aangenomen dat deze ziektes niet voorkomen bij personen jonger dan 12 jaar.- Mannen
- Vrouwen
- Doodsoorzaken
- Overledenen naar enkele doodsoorzaken, per 100 duizend van de gemiddelde bevolking.
Doodsoorzaken zijn gecodeerd aan de hand van ICD-codes afkomstig uit de internationaal toegepaste International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) van de World Health Organisation (WHO).
Voor de hier gepresenteerde cijfers zijn de volgende revisies van de ICD van toepassing geweest:
- Voor 1969-1978 ICD 8e revisie (1965)
- Voor 1979-1995 ICD 9e revisie (1975)
- Vanaf 1996 ICD 10e revisie (1992-1994).
De gemiddelde bevolking van jaar t is berekend als de helft van de startpopulatie plus de helft van de eindpopulatie van jaar t.- Totaal alle doodsoorzaken
- Totaal overledenen per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 001-E999.
ICD-10: A00-Y98.
- Infectieuze en parasitaire ziekten
- Overledenen aan infectie- en parasitaire ziekten per 100 000 van de
gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 001-139, 279.8 (eigen CBS-code. Europese code: 040-042).
ICD-10: A00-B99.- Totaal infectieuze, parasitaire ziekten
- Totaal overledenen aan infectie- en parasitaire ziekten per 100 000
van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 001-139, 279.8 (eigen CBS-code. Europese code: 040-042).
ICD-10: A00-B99.
- Tuberculose
- Overledenen aan tuberculose per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 010-018, 137.
ICD-10: A15-A19, B90.
- Kwaadaardige nieuwvormingen
- Overledenen aan kanker, inclusief nieuwvormingen van lymfatisch en
bloedvormend weefsel, per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 140-208.
ICD-10: C00-C97.- Totaal kwaadaardige nieuwvormingen
- Totaal overledenen aan kanker, inclusief nieuwvormingen van lymfatisch en bloedvormend weefsel, per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 140-208.
ICD-10: C00-C97.
- Kwaadaardige nv. spijsverteringsorganen
- Overledenen aan kanker aan spijsverteringsorganen per 100 000 van de
gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 150-159.
ICD-10: C15-C26.
- Kwaadaardige nv. van ademhalingsorganen
- Overledenen aan kanker aan ademhalingsorganen per 100 000 van de
gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 160-165.
ICD-10: C30-C39.
- Kwaadaardige nieuwvormingen van borst
- Overledenen aan borstkanker per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 174-175.
ICD-10: C50.
- Ziekten van hart en vaatstelsel
- Overledenen aan ziekten van hart en vaatstelsel per 100 000 van de
gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 390-459.
ICD-10: I00-I99.- Totaal ziekten van hart en vaatstelsel
- Totaal overledenen aan ziekten van hart en vaatstelsel per 100 000 van
de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 390-459.
ICD-10: I00-I99.
- Ziekten van de kransvaten
- Overledenen aan ziekten van de kransvaten per 100 000 van de
gemiddelde bevolking. Ziekten van de kransvaten (ischemische hartziekten) veroorzaakt door plaatselijke bloedeloosheid zoals acuut hartinfarct.
Door afwijkende classificatie is de reeks vóór 1969 niet vergelijkbaar.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 410-414.
ICD-10: I20-I25.
- Hersenvaatletsels
- Overledenen aan hersenvaatletsels per 100 000 van de gemiddelde
bevolking. Hersenvaatletsels: aandoeningen van de bloedvaten van de
hersenen, beroerte.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 430-438.
ICD-10: I60-I69.
- Griep
- Overledenen aan griep (influenza) per 100 000 van de gemiddelde
bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 487.
ICD-10: J09-J11.
- Chron. aand. onderste luchtwegen
- Overledenen aan chronische aandoeningen onderste luchtwegen (CARA) per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 490-494, 496.
ICD-10: J40-J47.
- Ziekten van de spijsverteringsorganen
- Overledenen aan ziekten van de spijsverteringsorganen per 100 000 van
de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 520-579.
ICD-10: K00-K93.
- Ziekten urinewegen en geslachtsorganen
- Overledenen aan ziekten aan de urinewegen en geslachtsorganen per
100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 580-629.
ICD-10: N00-N99.- Totaal zktn urinewegen, geslachtsorganen
- Totaal overledenen aan ziekten aan de urinewegen en geslachtsorganen per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 580-629.
ICD-10: N00-N99.
- Nierontsteking/aand. aan nierbuisjes
- Overledenen aan nierontsteking en aandoeningen aan de nierbuisjes per
100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 580-583.
ICD-10: N00-N05.
- Complicaties zwangerschap, bevallin..
- Overledenen aan complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed
(moedersterfte) per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 630-676.
ICD-10: O00-O99.
- Aangeboren afwijkingen
- Overledenen aan aangeboren afwijkingen per 100 000 van de gemiddelde
bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: 740-759.
ICD-10: Q00-Q99.
- Uitwendige doodsoorzaken
- Overledenen aan uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging en geweld per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: E800-E999.
ICD-10: V01-Y98.- Totaal uitwendige doodsoorzaken
- Totaal overledenen aan uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging en
geweld per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: E800-E999.
ICD-10: V01-Y98.
- Vervoersongevallen
- Overledenen door vervoersongevallen (inclusief spoorweg-, scheepvaart-en luchtverkeersongevallen) per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: E800-E848.
ICD-10: V01-V99.
- Accidentele val
- Overledenen door accidentele val per 100 000 van de gemiddelde
bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: E880-E888.
ICD-10: W00-W19, X59.
- Accidentele verdrinking
- Overledenen door accidentele verdrinking per 100 000 van de
gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: E910.
ICD-10: W65-W74.
- Zelfdoding
- Overledenen door zelfdoding per 100 000 van de gemiddelde bevolking.
Bijbehorende officiële ICD-codes:
ICD-9: E950-E959.
ICD-10: X60-X84.