Sectorrekeningen; (sub)sectorspecifieke detailgegevens 1988 - 2012

Sectorrekeningen; (sub)sectorspecifieke detailgegevens 1988 - 2012

Perioden Belastingen Algemeen: totalen Belastingen: totalen Op inkomen en vermogen (mln euro) Belastingen Algemeen: totalen Belastingen: afzonderlijk Dividendbelasting (mln euro) Belastingen Algemeen: totalen Belastingen: afzonderlijk Overige belastingen Kansspelbelasting (productgebonden) (mln euro) Belastingen Algemeen: totalen Belastingen: afzonderlijk Overige belastingen Kansspelbelasting (op inkomen) (mln euro) Belastingen Algemeen: totalen Belastingen: afzonderlijk Overige belastingen Overige belastingen inkomen en vermogen (mln euro) Belastingen Op productie en invoer Productgebonden Totaal (mln euro) Belastingen Op productie en invoer Productgebonden Over de toegevoegde waarde (btw) (mln euro) Belastingen Op productie en invoer Productgebonden Afdracht btw aan EU (mln euro) Belastingen Op productie en invoer Productgebonden Invoerrechten aan EU (mln euro) Belastingen Algemeen: totalen Belastingen: afzonderlijk Overige belastingen EU heffingen op voedingsmiddelen (mln euro) Belastingen Algemeen: totalen Belastingen: afzonderlijk Overige belastingen Verbruiksbel. op alcoholvrije dranken (mln euro) Belastingen Op productie en invoer Productgebonden Op milieugrondslag (mln euro) Belastingen Op productie en invoer Productgebonden Op personenauto's en motorrijwielen(BPM) (mln euro) Belastingen Op productie en invoer Productgebonden Overdrachtsbelasting (mln euro) Belastingen Op productie en invoer Productgebonden Assurantiebelasting (mln euro) Belastingen Algemeen: totalen Belastingen: afzonderlijk Overige belastingen Kapitaalsbelasting (mln euro) Belastingen Algemeen: totalen Belastingen: afzonderlijk Overige belastingen Beursbelasting (mln euro)
2012* 66.172 3.064 230 229 217 63.588 41.699 263 2.159 267 158 4.013 1.500 1.128 1.145 - -
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Deze tabel bevat de gegevens van de(sub)sectorspecifieke detailgegevens van de publicatie Nationale rekeningen. Deze serie legt het verband tussen de detailgegevens over belastingen en de macro-gegevens. De serie eindigt met tabellen die een verdere uitsplitsing tonen van enkele sectoren.

De hoofdstructuur kent een onderverdeling in 4 rubrieken:
Belastingen
Transacties niet-financiële vennootschappen naar eigendom.
Transacties financiële instellingen naar eigendom.
Sectorspecifieke gegevens van enkele (sub)sectoren

De onderwerpen komen overeen met de tabeltitels uit het hoofdstuk (sub)sectorspecifieke detailgegevens van de papieren publicatie Nationale rekeningen.

In 2005 zijn de nationale rekeningen herzien aan de hand van conceptuele wijzigingen op de internationale richtlijnen van de Europese Unie (ESR 1995). Bovendien zijn nieuwe statistische inzichten en nieuwe bronnen in deze revisie 2001 verwerkt.

Gegevens beschikbaar vanaf 1988 tot 2012.

Status van de cijfers:
Cijfers vanaf 1988 zijn definitief. De twee meest recente jaren hebben nog een (nader) voorlopig karakter.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 25 juni 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Belastingen
Belastingen zijn verplichte betalingen aan de overheid en de Europese
Unie (EU) waar geen directe tegenpresentatie tegenover staat. De
belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten).
Algemeen: totalen
Belastingen: totalen
Belastingen zijn verplichte betalingen aan de overheid en de
Europese Unie (EU) waar geen directe tegenpresentatie tegenover staat. De
belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten).
Op inkomen en vermogen
Belastingen op inkomen en vermogen.
Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die
regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en
huishoudens worden geheven. Bij vennootschappen is dit met name de
vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben
als grondslag de winst van vennootschappen. De belangrijkste belasting op
inkomen betaald door huishoudens is de loon-en inkomstenbelasting. Alle
belastingen die huishoudens afdragen in hun hoedanigheid van consument
worden gerekend tot belastingen op inkomen en vermogen. Zo wordt het deel
van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door bewoners,
gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen. Het deel dat is
betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis
eigenaren behoren, wordt beschouwd als belasting op productie. Enkele
belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op
productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van
consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de
motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot
de belastingen op inkomen en vermogen. Niet-periodieke heffingen, zoals de
successierechten, zijn als vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten)
aangemerkt.
Belastingen: afzonderlijk
Belastingen zijn verplichte betalingen aan de overheid en de
Europese Unie (EU) waar geen directe tegenpresentatie tegenover staat. De
belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten).
Dividendbelasting
Belasting die wordt geheven over de opbrengst van aandelen en
winstbewijzen. Een vennootschap die dividend uitkeert, is verplicht de
dividendbelasting in te houden en te betalen aan de Belastingdienst.
Samen met de vennootschapsbelasting vormt de dividendbelasting het
grootste deel van de belasting op inkomen en vermogen van
vennootschappen. Beide belastingen hebben de winst van vennootschappen
als grondslag .
De behandeling van de dividendbelasting vloeit voort uit de
brutoregistratie van dividend, dat wil zeggen inclusief
dividendbelasting. Dit betekent dat de dividendbelasting geboekt dient te
worden bij de sector die het dividend ontvangt. Dit heeft tot gevolg dat
er ook dividendbelasting aan het buitenland wordt betaald en uit het
buitenland wordt ontvangen.
Overige belastingen
Belastingen zijn verplichte betalingen aan de overheid en de
Europese Unie (EU) waar geen directe tegenpresentatie tegenover staat. De
belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten).
EU heffingen op voedingsmiddelen
Heffingen opgelegd door de Europese Unie (EU) in het kader van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GBL). Deze heffingen dienen om de
interne markt te beschermen (prijsmechanisme) en de voedselvoorziening te
reguleren (tegengaan van overschotten). Een voorbeeld van de eerstgenoemde
heffing zijn de invoerheffingen en een voorbeeld van de tweede genoemde
heffing is de superheffing op melk (bij overschrijding van het
melkquotum).
Verbruiksbel. op alcoholvrije dranken
Verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken.
Productgebonden belasting op frisdranken, vruchtensappen, mineraalwater en
siropen en op pruim- en snuiftabak. Deze belasting is verschuldigd over
de uitslag (levering, verkoop) en de invoer van deze producten.
Kansspelbelasting (productgebonden)
De kansspelbelasting wordt betaald door casino's en de winners van prijzen
in loterijen. De kansspelbelasting die door casino's wordt betaald wordt
geboekt als een productgebonden belasting.
Kansspelbelasting (op inkomen)
Wordt betaald door casino's en de winners van prijzen in loterijen. De
kansspelbelasting die door de winners van prijzen wordt betaald wordt
geboekt als een belasting op inkomen.
Kapitaalsbelasting
De kapitaalsbelasting is een belasting die wordt geheven bij de
oprichting van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
(BV). Ook als in een BV extra aandelen worden uitgegeven moet er
kapitaalsbelasting worden betaald. De kapitaalsbelasting wordt gerekend
tot de productgebonden belastingen.
Beursbelasting
Productgebonden belasting die wordt geheven bij de aan- en verkoop van
effecten. Deze belasting is in 1990 opgeheven.
Overige belastingen inkomen en vermogen
Belastingen op inkomen en vermogen:
Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die
regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en
huishoudens worden geheven. Bij vennootschappen is dit met name de
vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben
als grondslag de winst van vennootschappen. De belangrijkste belasting op
inkomen betaald door huishoudens is de loon-en inkomstenbelasting. Alle
belastingen die huishoudens afdragen in hun hoedanigheid van consument
worden gerekend tot belastingen op inkomen en vermogen. Zo wordt het deel
van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door bewoners,
gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen. Het deel dat is
betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis
eigenaren behoren, wordt beschouwd als belasting op productie. Enkele
belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op
productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van
consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de
motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot
de belastingen op inkomen en vermogen. Niet-periodieke heffingen, zoals de
successierechten, zijn als vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten)
aangemerkt.
Op productie en invoer
Belastingen op productie en invoer.
Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die
verband houden met productie en invoer en met het gebruik van
productiefactoren. Deze belastingen worden onderscheiden in
productgebonden belastingen en niet-productgebonden belastingen.
Deze belastingen hebben betrekking op alle door producenten aan de
overheid en de EU betaalde belastingen, met uitzondering van de
belastingen over de winst. Zij worden geregistreerd volgens het
bestemmingscriterium. Belastingen die door de centrale overheid worden
geïnd ten behoeve van de lokale overheid of de EU worden dus niet geboekt
bij de centrale overheid.
Productgebonden
Belastingen en subsidies waarbij het te betalen of te ontvangen bedrag
afhankelijk is van de hoeveelheid goederen die werd geproduceerd of
verhandeld.
Totaal
Totaal productgebonden belastingsoorten.
Over de toegevoegde waarde (btw)
Een productgebonden belasting die op de verschillende momenten van
levering door producenten wordt geïnd en uiteindelijk volledig ten laste
komt van de eindgebruikers. Producenten dragen alleen het verschil af
tussen de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op hun verkopen en de
btw op hun aankopen. Een productgebonden belasting die op de verschillende
momenten van levering door producenten wordt geïnd en uiteindelijk
volledig ten laste komt van de eindgebruikers. Producenten dragen alleen
het verschil af tussen de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op
hun verkopen en de btw op hun aankopen.
Afdracht btw aan EU
Afdracht btw aan de Europese Unie (EU).
Belasting toegevoegde waarde (btw):
Een productgebonden belasting die op de verschillende momenten van
levering door producenten wordt geïnd en uiteindelijk volledig ten laste
komt van de eindgebruikers. Producenten dragen alleen het verschil af
tussen de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op hun verkopen en de
btw op hun aankopen.
Europese Unie (EU):
De Europese Unie is een samenwerkingsverband van 27 Europese landen.
Invoerrechten aan EU
Invoerrechten aan Europese Unie (EU).
Deel van de douanerechten dat dient te worden afgedragen aan de Europese
Unie (EU).
EU heffingen op voedingsmiddelen
Heffingen opgelegd door de Europese Unie (EU) in het kader van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GBL). Deze heffingen dienen om de
interne markt te beschermen (prijsmechanisme) en de voedselvoorziening te
reguleren (tegengaan van overschotten). Een voorbeeld van de eerstgenoemde
heffing zijn de invoerheffingen en een voorbeeld van de tweede genoemde
heffing is de superheffing op melk (bij overschrijding van het
melkquotum).
Verbruiksbel. op alcoholvrije dranken
Verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken.
Productgebonden belasting op frisdranken, vruchtensappen, mineraalwater en
siropen en op pruim- en snuiftabak. Deze belasting is verschuldigd over
de uitslag (levering, verkoop) en de invoer van deze producten.
Op milieugrondslag
Belastingen op milieugrondslag.
Verzamelnaam voor de volgende productgebonden belastingen: belastingen op
grondwater, leidingwater, afvalstoffen, brandstoffen en de energie.
Op personenauto's en motorrijwielen(BPM)
Belastingen op personenauto's en motorrijwielen.
Eenmalige belasting die wordt geheven van degene die een voertuig
(personenauto, bestelauto, motorrijwiel) als eerste op zijn naam laat
registreren bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer.
Kansspelbelasting (productgebonden)
De kansspelbelasting wordt betaald door casino's en de winners van prijzen
in loterijen. De kansspelbelasting die door casino's wordt betaald wordt
geboekt als een productgebonden belasting.
Overdrachtsbelasting
Belasting die geheven wordt bij de overdracht van bestaande onroerende
zaken. Overdrachtsbelasting wordt gerekend tot de productgebonden
belastingen.
Assurantiebelasting
Belasting op verzekeringen waarvan het risico in Nederland ligt.
Assurantiebelasting is een productgebonden belasting.
Kapitaalsbelasting
De kapitaalsbelasting is een belasting die wordt geheven bij de
oprichting van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
(BV). Ook als in een BV extra aandelen worden uitgegeven moet er
kapitaalsbelasting worden betaald. De kapitaalsbelasting wordt gerekend
tot de productgebonden belastingen.
Beursbelasting
Productgebonden belasting die wordt geheven bij de aan- en verkoop van
effecten. Deze belasting is in 1990 opgeheven.
Op inkomen en vermogen
Belastingen op inkomen en vermogen.
Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die
regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en
huishoudens worden geheven. Bij vennootschappen is dit met name de
vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben
als grondslag de winst van vennootschappen. De belangrijkste belasting op
inkomen betaald door huishoudens is de loon-en inkomstenbelasting. Alle
belastingen die huishoudens afdragen in hun hoedanigheid van consument
worden gerekend tot belastingen op inkomen en vermogen. Zo wordt het deel
van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door bewoners,
gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen. Het deel dat is
betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis
eigenaren behoren, wordt beschouwd als belasting op productie. Enkele
belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op
productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van
consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de
motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot
de belastingen op inkomen en vermogen. Niet-periodieke heffingen, zoals de
successierechten, zijn als vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten)
aangemerkt.
Belastingen op inkomen
Hieronder vallen: de vennootschapsbelasting, loonbelasting,
inkomstenbelasting, dividendbelasting, kansspelbelasting en eenmalige
ontvangsten in verband met de liquidatie van houdstermaatschappijen.
Kansspelbelasting (op inkomen)
Wordt betaald door casino's en de winners van prijzen in loterijen. De
kansspelbelasting die door de winners van prijzen wordt betaald wordt
geboekt als een belasting op inkomen.
Belastingen op vermogen
Belasting die wordt geheven op het vermogen (zoals bank- en spaartegoeden
en beleggingen). Het te betalen bedrag is afhankelijk van de omvang van
het vermogen.
Overige belastingen inkomen en vermogen
Belastingen op inkomen en vermogen:
Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die
regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en
huishoudens worden geheven. Bij vennootschappen is dit met name de
vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben
als grondslag de winst van vennootschappen. De belangrijkste belasting op
inkomen betaald door huishoudens is de loon-en inkomstenbelasting. Alle
belastingen die huishoudens afdragen in hun hoedanigheid van consument
worden gerekend tot belastingen op inkomen en vermogen. Zo wordt het deel
van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door bewoners,
gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen. Het deel dat is
betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis
eigenaren behoren, wordt beschouwd als belasting op productie. Enkele
belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op
productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van
consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de
motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot
de belastingen op inkomen en vermogen. Niet-periodieke heffingen, zoals de
successierechten, zijn als vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten)
aangemerkt.