Sociale zekerheid; kerncijfers, uitkeringen naar uitkeringssoort

Sociale zekerheid; kerncijfers, uitkeringen naar uitkeringssoort

Perioden Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Totaal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (x 1000) Werkloosheidsuitkeringen Niet-seizoengecorrigeerd (x 1000) Bijstands(gerelateerde) uitkeringen Bijstandsuitkeringen Totaal bijstandsuitkeringen (x 1000) Bijstands(gerelateerde) uitkeringen Bijstandsuitkeringen Bijstandsuitkeringen tot de AOW-leeftijd (x 1000) Bijstands(gerelateerde) uitkeringen Bijstandsuitkeringen Bijstandsuitkeringen vanaf AOW-leeftijd (x 1000) Uitkeringen volksverzekeringen AOW-uitkeringen (x 1000) Uitkeringen volksverzekeringen Anw-uitkeringen (x 1000)
2010 829,7 267,0 334,2 297,1 37,2 2.850,5 102,5
2011 827,9 259,6 355,0 315,5 39,5 2.947,1 93,0
2012 819,6 300,3 361,6 321,8 39,8 3.076,2 81,2
2013 818,1 389,6 386,5 347,3 39,3 3.168,8 68,5
2014 820,1 437,9 411,3 371,0 40,3 3.255,6 47,8
2015 816,1 429,8 423,0 382,4 40,5 3.326,4 39,1
2016 811,1 441,1 436,5 395,0 41,6 3.362,8 36,0
2017 810,2 378,1 441,6 398,0 43,6 3.386,4 33,6
2018 813,6 296,5 425,0 379,4 45,6 3.409,8 31,2
2019 818,6 248,3 407,5 360,5 46,9 3.422,8 29,5
2020 816,6 275,5 410,3 361,2 49,1 3.480,8 27,2
2021 816,6 240,2 409,5 358,6 50,9 3.543,0 25,0
2022 826,7 165,8 392,3 340,7 51,6 3.560,0 23,8
2023 januari 831,3 154,4 388,8 336,8 52,0 3.572,1 24,0
2023 februari 834,4 153,9 389,6 337,7 51,9 3.558,5 24,0
2023 maart 837,9 158,2 390,6 338,8 51,8 3.545,9 24,0
2023 april 837,6 156,3 390,6 338,8 51,9 3.548,7 23,8
2023 mei 837,8 150,9 390,6 338,3 52,3 3.557,1 23,5
2023 juni 838,2 152,6 390,6 338,2 52,4 3.562,9 23,4
2023 juli 838,0 152,0 390,8 338,3 52,5 3.569,7 23,3
2023 augustus 838,0 156,4 390,1 337,5 52,5 3.576,4 23,1
2023 september 838,5 155,1 389,5 336,9 52,6 3.582,5 23,0
2023 oktober 839,6 155,8 390,2 337,4 52,8 3.587,2 22,9
2023 november 840,5 160,2 391,2 338,2 53,0 3.593,4 22,6
2023 december 840,7 160,8 392,2 339,2 53,0 3.598,3 22,2
2023 837,0 155,1 390,2 337,9 52,3 3.570,6 23,3
2024 januari 844,8 167,1 392,8 340,2 52,6 3.577,3 22,9
2024 februari 849,3 173,7 394,2 341,8 52,4 3.563,1 23,0
2024 maart 850,3 174,5 394,7 342,2 52,5 3.569,1 22,8
2024 april 850,8 170,3 395,1 342,4 52,7 3.574,8 22,8
2024 mei 851,3 170,8 395,5 342,7 52,8 3.581,2 22,7
2024 juni 851,7 167,8 395,8 343,0 52,8 3.589,1 22,5
2024 juli* 852,4 164,2 396,0 343,0 53,0 3.596,5 22,5
2024 augustus* 852,8 170,7 396,0 343,0 53,5 3.603,4 22,3
2024 september* 854,1 172,3 395,0 342,0 53,5 3.610,7 22,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een actueel overzicht van de belangrijkste statistische cijfers over de sociale zekerheid.
De cijfers hebben betrekking op uitkeringen in het kader van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, bijstand, ouderen, nabestaanden en
kinderbijslag (de volksverzekeringen AOW, Anw en AKW).

Gegevens beschikbaar vanaf: januari 1998.

Status van de cijfers
De cijfers van de drie meest recente maanden zijn voorlopig, de cijfers van de daaraan voorafgaande maanden zijn definitief.
Bij de bijstand zijn de drie meest recente maanden gebaseerd op een raming. Na drie maanden worden de voorlopige cijfers overschreven door definitieve cijfers.
De maand- en kwartaalcijfers zijn ultimo standcijfers, de jaarcijfers zijn gemiddelden.

Wijzigingen per 29 november 2024:

Toegevoegd zijn:
- de voorlopige cijfers van september 2024

Definitief geworden zijn:
- de cijfers van juni 2024

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers komen in december 2024.

Toelichting onderwerpen

Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
Het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet wajong), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).
Het gaat om uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Totaal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
Het totaal aantal uitkeringen op grond van de arbeidsongeschiktheidswetten (WAO, WAZ, Wajong, WIA).
Werkloosheidsuitkeringen
Het aantal uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet (WW).
De WW is een werknemersverzekering tegen de financiële gevolgen van werkloosheid.
Het gaat om uitkeringen die in de verslagperiode niet waren beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
De aantallen zijn inclusief de uitkeringen van uitkeringsontvangers waarvan het geslacht of de woon- of verblijfplaats van de aanvrager onbekend is of als de uitkeringsontvanger zich in het buitenland bevindt.
Niet-seizoengecorrigeerd
Het aantal - niet voor seizoensinvloeden gecorrigeerde - uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet (WW).
Bijstands(gerelateerde) uitkeringen
Het aantal uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand (t/m 2014), Participatiewet (vanaf 2015), de Wet inkomensvoorziening oudere werkloze en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere gewezen zelfstandigen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
Bijstandsuitkeringen
Het aantal uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) of de Participatiewet (vanaf 2015) op het einde van de verslagmaand.

De Wet werk en bijstand is sinds januari 2004 opvolger van de Algemene bijstandswet (Abw).
Van 1 oktober 2009 tot 1 januari 2012 zijn uitkeringen op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ) bij het aantal WWB-uitkeringen opgeteld. De WIJ is op 1 oktober 2009 in werking getreden en met ingang van 1 januari 2012 ingetrokken.
De Wet werk en bijstand is ingaande 2015 opgegaan in de Participatiewet.

Totaal bijstandsuitkeringen
Het totaal aantal uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand (t/m 2014), Participatiewet (vanaf 2015).
Bijstandsuitkeringen tot de AOW-leeftijd
Het aantal bijstandsuitkeringen aan personen die jonger zijn dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2029 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024 - 2027: 67 jaar
2028-2029 67 jaar en 3 maanden.

Bijstandsuitkeringen vanaf AOW-leeftijd
Het aantal bijstandsuitkeringen aan personen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben.

De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2029 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024 - 2027: 67 jaar
2028-2029 67 jaar en 3 maanden.

Uitkeringen volksverzekeringen
Volksverzekering
Wettelijke regeling die onder nadere voorwaarden alle ingezetenen aanspraak op een sociale uitkering geeft.
Volksverzekeringen zijn o.a. de Algemene ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (Anw) en de Algemene Kinderbijslagwet (AKW).
AOW-uitkeringen
Het aantal uitkeringen op grond van de Algemene ouderdomswet (AOW).

De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2029 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024 - 2027: 67 jaar
2028-2029 67 jaar en 3 maanden.

Anw-uitkeringen
Het aantal uitkeringen op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw).

De Anw regelt het recht op uitkering voor nabestaanden, halfwezen en wezen. Er bestaat alleen recht op een Anw-uitkering als de overledene op de dag van overlijden voor de Anw verzekerd was.
Het gaat om uitkeringen die aan het eind van de verslagperiode niet waren beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Per 1 juli 2013 is door een wetswijziging het recht op een halfwezenuitkering vervallen. Vanaf 1 juli 2013 ontvangt een overgebleven ouder met een kind jonger dan 18 jaar een hogere nabestaandenuitkering. Voor wie dan al een halfwezenuitkering had, gaat de wijziging per 1 oktober 2013 in.