Geld - en kapitaalmarkt; 1900 - 2002
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Binnenlandse liquiditeitenmassa, rentestanden en rendementen, goud en
deviezen, aandelen en obligaties, consumptief krediet, spaargelden,
hypotheken op onroerende goederen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1900
Frequentie: stopgezet
Infoservice: href="http://www.cbs.nl/infoservice">http://www.cbs.nl/infoservice.
Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek.
Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
Toelichting onderwerpen
- Binnenlandse liquiditeitenmassa
- Onder liquiditeitenmassa wordt verstaan het totaal van de primaire en
secundaire liquiditeiten. De primaire liquiditeiten zijn het chartaal en
giraal geld tezamen voor zover niet in handen van geldscheppende
instellingen. Secundaire liquiditeiten zijn vorderingen op de
geldscheppende instellingen, voor zover in handen van andere houders dan
geldscheppende instellingen, die op vrij korte termijn zonder veel
kosten en zonder belangrijk koersverlies en massa kunnen worden omgezet
in geld of à pari in betaling gegeven ter voldoening van lopende
belastingaanslagen. Geldscheppende instellingen zijn De Nederlandse bank
en de banken.- Totaal binnenlandse liquiditeiten
- Geldhoeveelheid
- Totaal geldhoeveelheid
- Chartaal geld
- Totaal chartaal geld
- Inclusief chartaal geld in handen van niet-ingezetenen; tot 1950
inclusief binnenlandse kas van banken.
- Bankbiljetten
- Inclusief chartaal geld in handen van niet-ingezetenen; tot 1950
inclusief binnenlandse kas van banken. Het boekjaar 1945 van De
Nederlandsche Bank werd afgesloten per 31 maart. Daardoor hebben tot
1945 de cijfers voor een bepaald jaar steeds betrekking op ultimo maart
van het volgende jaar.
- Munten en muntbiljetten
- Inclusief chartaal geld in handen van niet-ingezetenen; tot 1950
inclusief binnenlandse kas van banken.
- Giraal geld
- Vanaf 1946 exclusief deposito's bij algemene banken.
- Secundaire liquiditeiten
- Houderschap
- Lagere overheid
- Fondsen
- Gezinnen en bedrijven
- Rentestanden en rendementen
- Wisseldisconto Nederlandsche Bank
- Vanaf 1994 geen gegevens meer beschikbaar.
- Voorschotrente DNB ultimo jaarstand
- Promesse disconto DNB ultimo jaarstand
- AIBOR
- 1 maandsgemiddelde
- 3 maandsgemiddelde
- 6 maandsgemiddelde
- 12 maandsgemiddelde
- Creditrente bij banken ultimo december
- Gewone spaarrekeningen
- Gewone rekening courant
- Termijnspaarrekening met opzegtermijn
- 3 maanden
- Stopgezet per jan 1996
- 2 jaar
- 4 jaar
- 5 jaar
- Creditrente Girorekening
- Daggeldleningen ongedekt (gemiddelde)
- Rendement eeuwigdurende staatsleningen
- Tot 1915 alleen de 2% Nederlandse Werkelijke Schuld (NWS); daarna
inclusief 3% grootboekobligaties.
- Debetvoorschotrente effecten ultimo dec.
- Rente 3 maand Euro deposito's
- Heffings- en invorderingsrente belasting
- Heffings- en invorderingsrente bij belastingen
- 3 maand schatkistpapier ultimo jaarstand
- Kasgeldlening a/d lagere overheid
- Voor 1920-1943 particulier disconto; 1944-1957 marktdisconto driemaands
schatkistpromessen. Vanaf 1958 driemaands kasgeldleningen aan de lagere
overheid.
- Kapitaalmarktrente
- Tot 1984 gemiddeld effectief rendement van de nieuwste drie langlopende
staatsleningen. Vanaf 1984 het gemiddeld effectief rendement van de
vijf staatsleningen met de langste gemiddeld resterende looptijd.
- Goud en deviezen
- Totaal goud en deviezen
- Netto officiële goud- en deviezenreserve
- Totaal goud en netto deviezenbezit
- Goud
- Netto deviezenbezit
- Netto buitenlands actief van de banken
- Aandelen en obligaties
- Aandelen
- Omzetten op de Amsterdamse effectenbeurs
- Aandelen
- Gewone en preferente Nederlandse aandelen en obligaties; 1944: januari-
augustus, 1946: mei-december. De Vereniging voor de Effectenhandel heeft
in juni 1967 een verandering aangebracht in de administratie van de
omzetten. De transacties verricht door tussenpersonen, werden vanaf die
datum als zelfstandige transacties beschouwd. Voor 1967 nominale
omzetten; vanaf 1967 reële omzetten. Met ingang van 1983 exclusief de
transacties tussen hoeklieden in dezelfde hoek.
Met ingang van 1992 inclusief de transacties met buitenlandse huizen.
- Obligaties
- Gewone en preferente Nederlandse aandelen en obligaties; 1944: januari-
augustus, 1946: mei-december. De Vereniging voor de Effectenhandel heeft
in juni 1967 een verandering aangebracht in de administratie van de
omzetten. De transacties verricht door tussenpersonen, werden vanaf die
datum als zelfstandige transacties beschouwd. Voor 1967 nominale
omzetten; vanaf 1967 reële omzetten. Met ingang van 1983 exclusief de
transacties tussen hoeklieden in dezelfde hoek.
Met ingang van 1992 inclusief de transacties met buitenlandse huizen.
- CBS-koersindex aandelen
- De CBS-koersindex geeft de waardeontwikkeling weer van alle ter beurze
genoteerde Nederlandse gewone aandelen, waarbij de invloed van
veranderingen als gevolg van kapitaalmutaties is geëlimineerd.- Internationale concerns
- Lokale ondernemingen
- Koers- en herbeleggingsindices
- CBS-koersindex
- Algemeen
- Algemeen exclusief Koninklijke Olie
- Internationale concerns
- Lokale fondsen
- Financiële instellingen
- Niet-financiële instellingen
- Consumentengoederen industrie
- Kapitaalgoederen industrie
- Basisindustrie
- Bouwnijverheid en installatiebedrijven
- Transport opslag en communicatie
- Niet financiële dienstverlening
- Handel
- Banken en overige financiële dienstverl.
- Verzekeringsinstellingen
- CBS-Herbeleggingsindex
- Algemeen
- Algemeen excl Koninklijke Olie
- Internationale concerns
- Lokale fondsen
- Financiële instellingen
- Niet-financiële instellingen
- Consumentengoederen industrie
- Kapitaalgoederen industrie
- Basisindustrie
- Bouwnijverheid en installatiebedrijven
- Transport opslag en communicatie
- Niet financiële dienstverlening
- Handel
- Banken en overige financiële dienstverl.
- Verzekeringsinstellingen
- Koerswaarde van aandelen
- De waardering in euro's van aandelen of een pakket aandelen op de
beurs.- Totale koerswaarde van aandelen
- Internationale concerns
- Lokale ondernemingen
- Obligaties
- Koers- en herbeleggingsindices
- Koersindex
- Staatsleningen 3-5 jaar
- Staatsleningen 5-8 jaar
- Staatsleningen 8-10 jaar
- Herbeleggingsindex
- Obligaties algemeen
- Staatsleningen algemeen
- Staatsleningen vaste looptijd
- Staatsleningen 0-3 jaar
- Staatsleningen 3-5 jaar
- Staatsleningen 5-8 jaar
- Staatsleningen >= 8 jaar
- Gewone obligaties t.l.v. fin. instelling
- Achtergestelde obligaties fin. instel.
- Gewone obligaties t.l.v. supernat. inst.
- Rendementen staatsleningen
- Eeuwigdurende
- Openbare lening uitgegeven en gegarandeerd door de Nederlandse Staat die
niet wordt afgelost.
- Algemeen
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen.
- 2-3 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 2-3 jaar.
- 3-4 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 3-4 jaar.
- 3-5 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 3-5 jaar.
- 3-8 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 3-8 jaar.
- 4-5 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 4-5 jaar.
- 5-6 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 5-6 jaar.
- 5-8 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 5-8 jaar.
- 6-7 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 6-7 jaar.
- 7-8 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 7-8 jaar.
- 8-9 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 8-9 jaar.
- 9-10 jaar
- Gemiddeld effectief rendement van alle aflosbare staatsleningen met een
resterende looptijd van 9-10 jaar.
- 5 Langstlopende
- Gemiddeld effectief rendement van de 5 langstlopende staatsleningen
Cijfers voor 1984 rendement betreffen de 3 nieuwste langlopende
staatsleningen.
- Rendementen overige obligaties
- Obligaties t.l.v. algemene banken
- Obligaties t.l.v. Algemene en Coöperatief georganiseerde banken.
- Kapitaalobligaties
- Kapitaalobligaties t.l.v. Algemene en Coöperatief georganiseerde banken.
- Pand- en bankbriefleningen
- Obl. t.l.v. Supra-nationale instellingen
- Openbare emissies Nederl. kapitaalmarkt
- Openbare emissies op de Nederlandse kapitaalmarkt exclusief conversies.
- Totaal openbare emissies
- Rijk
- Overige openbare emissies
- Aandelen
- Obligaties
- Vanaf 1954 inclusief euro's/obligatie-uitgiften van het buitenland op
de Nederlandse kapitaalmarkt; vanaf 1956 inclusief uitgifte van
pandbrieven.
- Consumptief krediet
- Omvat alle kredieten, die dienen voor de financiering van consumptieve
bestedingen.- Verstrekt
- Verstrekt krediet is inclusief de in rekening gebrachte rente en kosten.
- Totaal verstrekt krediet
- Geldkrediet
- Totaal geldkrediet
- Inclusief betaalzegelkrediet (tot en met 1975) en pandkrediet.
- Geldleningen
- Betaalzegelkrediet
- Pandkrediet
- Doorlopend geldkrediet
- Overig geldkrediet
- Financieringskrediet
- Goederenkrediet
- Uitstaand
- Spaargelden
- Met ingang van 1975 zijn enkele niet bij een centrale kredietinstelling
aangesloten landbouwkredietinstellingen heringedeeld bij de 'algemene
banken'.
Met ingang van ultimo maart 1978 werd de spaargelddefinitie gewijzigd.
Onder spaargelden werd vanaf die datum verstaan: tegoeden op
spaarrekeningen en deposito's van particulieren, met dien verstande dat
per rekening niet meer dan 226 890 euro's als spaargeld wordt aangemerkt.
Onder particulieren werden hier verstaan: natuurlijke personen,
verenigingen en stichtingen met uitzondering van coöperatieve
verenigingen, financiële instellingen, ziekenhuizen, alsmede andere
verenigingen en stichtingen met een zakelijk doel.
Met ingang van 1980 zijn de cijfers van de 'algemene spaarbanken'
gecorrigeerd voor overboekingen tussen verscheiden spaarrekeningen bij
dezelfde instelling. Rijkspostspaarbank (tot en met 1985), de Postbank
(vanaf 1986) en algemene spaarbanken.
Met ingang van januari 1974 exclusief de spaargirorekeningen.
Vanaf 1992 is de bovengrens van 500 000 euro komen te vervallen en zijn
de spaartegoeden inclusief onderlinge overboekingen tussen
spaarrekeningen en deposito's.- Stortingen
- Terugbetalingen
- Spaarverschil
- Bijgeschreven rente
- Besparingen
- Spaartegoed totaal
- Gewone spaarrekeningen
- Deposito's met spaargeld behandeling
- Hypotheken op onroerende goederen
- Nieuwe inschrijvingen
- Totaal nieuwe inschrijvingen
- Gemiddelde rentevoet
- Met ingang van 1947 werden, bij de bepaling van de gemiddelde rentevoet,
de krediet- en trusthypotheken buiten beschouwing gelaten.
- Aantal
- Bedrag
- Woonhuizen, combi. woonhuis/bedrijfspand
- Woonhuizen en combinatie woonhuis/bedrijfspand
- Gemiddelde rentevoet
- Met ingang van 1947 werden, bij de bepaling van de gemiddelde rentevoet,
de krediet- en trusthypotheken buiten beschouwing gelaten.
- Aantal
- Bedrag
- Openstaande inschrijvingen (31 december)
- Aantal
- Bedrag