Huishoudens naar vermogensklassen, 1993-2000

Huishoudens naar vermogensklassen, 1993-2000

Vermogensklassen Vermogensbegrippen Perioden Totaal huishoudens (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Samenstelling huishouden Eenpersoonshuishouden (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Samenstelling huishouden Meerpersoonshuishouden Totaal meerpersoonshuishoudens (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Winst (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Loon (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Pensioen (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Uitkering (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Overige inkomsten (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Inkomensgroep Laagste 25%-groep (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Inkomensgroep Tweede 25%-groep (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Inkomensgroep Derde 25%-groep (x 1 000) Aantal huishoudens naar kenmerken Inkomensgroep Hoogste 25%-groep (x 1 000) Huishoudens in procenten naar kenmerken Samenstelling huishouden Eenpersoonshuishouden (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Samenstelling huishouden Meerpersoonshuishouden Totaal meerpersoonshuishoudens (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Winst (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Loon (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Pensioen (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Uitkering (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Voornaamste bron van inkomen Overige inkomsten (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Inkomensgroep Laagste 25%-groep (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Inkomensgroep Tweede 25%-groep (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Inkomensgroep Derde 25%-groep (%) Huishoudens in procenten naar kenmerken Inkomensgroep Hoogste 25%-groep (%)
Totaal huishoudens Vermogen 2000 6.855 2.358 4.498 331 3.943 1.635 790 157 1.714 1.714 1.714 1.714 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Totaal huishoudens Vermogen, exclusief eigen woning 2000 6.855 2.358 4.498 331 3.943 1.635 790 157 1.714 1.714 1.714 1.714 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Totaal huishoudens Financieel vermogen 2000 6.855 2.358 4.498 331 3.943 1.635 790 157 1.714 1.714 1.714 1.714 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze publicatie zijn huishoudens ingedeeld naar grootteklassen van
het vermogen. Huishoudens worden verder onderscheiden naar kenmerken
als samenstelling van het huishouden, voornaamste bron van inkomen,
leeftijd van de hoofdkostwinner, 25%-groep van besteedbare
huishoudensinkomens en provincie. De uitkomsten hebben betrekking op
alle particuliere huishoudens in Nederland. Personen die in tehuizen
of inrichtingen verblijven, zijn buiten beschouwing gebleven.

De resultaten zijn gebaseerd op gegevens uit het Inkomenspanelonderzoek
(IPO). Het IPO bestaat uit een steekproef van ongeveer 75 duizend
huishoudens met ruim 200 duizend personen. Van deze huishoudens worden
ieder jaar gegevens verzameld. De vermogensgegevens zijn voornamelijk
afkomstig van de administratie van de belastingdienst. Zoals bij alle
steekproefonderzoeken kunnen uitkomsten in het algemeen afwijken van de
werkelijke maar onbekende waarden van de te onderzoeken
populatiegrootheden. Hiermee dient bij interpretatie van de gegevens
rekening te worden gehouden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1993

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief

Frequentie : Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Totaal huishoudens
Aantal huishoudens naar kenmerken
Absoluut aantal huishoudens.
Samenstelling huishouden
Bepalend voor de indeling is de situatie op 31·december. Als minderjarige
is een persoon aangemerkt jonger dan 18·jaar die ongehuwd is en bij de
ouder(s) woont. De overige personen zijn tot de meerderjarigen gerekend.
Eenpersoonshuishouden
Meerpersoonshuishouden
Totaal meerpersoonshuishoudens
Voornaamste bron van inkomen
De bron waaruit een huishouden in een jaar het meeste inkomen ontvangt.
Bij deze indeling worden de inkomensbestanddelen van alle leden van het
huishouden samengeteld. Voor meer toelichting zie publicatie-info.
Winst
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit winst uit onderneming.
Loon
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit loon, uitkering ZW, privé
gebruik auto werkgever.
Pensioen
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit uitkeringen AOW, ANW,
pensioen, lijfrente.
Uitkering
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit uitkeringen WW, WAO, AAW,
WAZ, Wajong, RWW, ABW, IOAW, IOAZ, wachtgeld, studiebeurs.
Overige inkomsten
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit inkomsten uit arbeid die
niet in dienstbetrekking is verricht (waaronder loon voor directeuren
grootaandeelhouder) of inkomsten uit vermogen.
Inkomensgroep
Bij de indeling naar inkomensgroepen zijn huishoudens ingedeeld in
groepen van gelijke omvang (hier 25% van het totaal). De afbakening
vindt plaats nadat alle huishoudens op basis van het besteedbaar
inkomen zijn gerangschikt van laag naar hoog.
Laagste 25%-groep
Tweede 25%-groep
Derde 25%-groep
Hoogste 25%-groep
Huishoudens in procenten naar kenmerken
Huishoudens per vermogensklasse in procenten van het totaal aantal
huishoudens per categorie.
Samenstelling huishouden
Bepalend voor de indeling is de situatie op 31·december. Als minderjarige
is een persoon aangemerkt jonger dan 18·jaar die ongehuwd is en bij de
ouder(s) woont. De overige personen zijn tot de meerderjarigen gerekend.
Eenpersoonshuishouden
Meerpersoonshuishouden
Totaal meerpersoonshuishoudens
Voornaamste bron van inkomen
De bron waaruit een huishouden in een jaar het meeste inkomen ontvangt.
Bij deze indeling worden de inkomensbestanddelen van alle leden van het
huishouden samengeteld. Voor meer toelichting zie publicatie-info.
Winst
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit winst uit onderneming.
Loon
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit loon, uitkering ZW, privé
gebruik auto werkgever.
Pensioen
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit uitkeringen AOW, ANW,
pensioen, lijfrente.
Uitkering
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit uitkeringen WW, WAO, AAW,
WAZ, Wajong, RWW, ABW, IOAW, IOAZ, wachtgeld, studiebeurs.
Overige inkomsten
Het huishoudensinkomen bestaat voornamelijk uit inkomsten uit arbeid die
niet in dienstbetrekking is verricht of inkomsten uit vermogen.
Inkomensgroep
Bij de indeling naar inkomensgroepen zijn huishoudens ingedeeld in
groepen van gelijke omvang (hier 25% van het totaal). De afbakening
vindt plaats nadat alle huishoudens op basis van het besteedbaar
inkomen zijn gerangschikt van laag naar hoog.
Laagste 25%-groep
Tweede 25%-groep
Derde 25%-groep
Hoogste 25%-groep