Inkomens- en vermogensrekeningen; sectorgegevens, 1988-2011

Inkomens- en vermogensrekeningen; sectorgegevens, 1988-2011

Sectoren Perioden Kerncijfers In- en uitvoer Uitvoeroverschot (% bbp) (%) Kerncijfers Productie Toegevoegde waarde (% van het bbp) (%) Kerncijfers Inkomensvorming Sociale premies (% bbp) (%) Kerncijfers Inkomensverdeling Premies wettel. soc. verzek. (% bbp) (%) Kerncijfers Inkomensverdeling Sociale uitkeringen (% bbp) (%) Kerncijfers Inkomensverdeling Belast. en premies soc. verz. (% bbp) (%) Kerncijfers Inkomensverdeling Belastingen (% bbp) (%) Kerncijfers Inkomensbesteding Consumptieve bestedingen (% bbp) (%) Kerncijfers Inkomensbesteding Werkelijke individuele cons. (% bbp) (%) Kerncijfers Inkomensbesteding Collectieve consumptie (% bbp) (%) Kerncijfers Inkomensbesteding Saldo lopende trans. van Nederl. (% bbp) (%) Kerncijfers Kapitaalvorming Vorderingensaldo (% bbp) (%) Kerncijfers Kapitaalvorming Investeringen (% bbp) (%) Kerncijfers Overige kerncijfers n.e.g. Totaal inkomsten (% bbp) (%) Kerncijfers Overige kerncijfers n.e.g. Totaal uitgaven (% bbp) (%)
Totale economie 2011* 38,1 73,0 18,1
Buitenland 2011* 8,9 8,3
Niet-financiële vennootschappen 2011* 56,7 8,5
Financiële instellingen 2011* 6,8
···Monetaire financiële instellingen 2011* 3,7
···Verzekeringsinst. en pensioenfondsen 2011* 1,4 8,7 5,7
···Overige financiële instellingen 2011* 1,7
Overheid (geconsolideerd) 2011* 12,5 22,6 37,9 27,9 17,1 10,8 -4,4 3,4 45,4 49,8
Overheid (niet geconsolideerd) 2011* 12,5 22,6 37,9 27,9 17,1 10,8 -4,4 3,4
···Centrale overheid 2011* 3,8 3,5 21,7 6,2 1,3 4,9 -2,7 1,1
···Lokale overheid 2011* 8,4 1,5 1,4 11,3 6,1 5,2 -0,5 2,3
···Wettelijke sociale verzekeringsinst. 2011* 0,3 14,8 17,6 10,4 9,8 0,7 -1,2 0,0
Huishoudens 2011* 13,0 44,2 62,1 5,3
Inst. zonder winstoogmerk t.b.v. Huish. 2011* 0,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de gegevens van het rekeningenstelsel in de vorm van sectortabellen. Deze gegevens zijn bedoeld om voor (sub) sectoren een gedetailleerd en overzichtelijk beeld te geven van de totale beschikbare middelen en bestedingen (inclusief de financiële middelen en bestedingen). De saldi zijn terug te vinden in de rubriek macro-
economische saldi.

Bij de overheid zijn ook gegevens opgenomen waarin de onderlinge transacties zijn geconsolideerd, waardoor de werkelijke inkomsten en uitgaven van de overheid tot uitdrukking komen.

Bovendien geeft deze serie een overzicht van alle economische deelprocessen zoals productie, inkomensverdeling en financiering. Op deze wijze krijgt men een beschrijving van de rol die elke sector speelt, bijvoorbeeld de overheid bij inkomensverdeling en kredietinstellingen bij financiering. Vervolgens ziet men de omvang en samenhang van de
verschillende economische activiteiten en hun relatie met de rest van de economie en het buitenland.

In 2005 zijn de nationale rekeningen herzien aan de hand van conceptuele wijzigingen op de internationale richtlijnen van de Europese Unie (ESR 1995). Bovendien zijn nieuwe statistische inzichten en nieuwe bronnen in deze revisie 2001 verwerkt.

De hierboven genoemde macro-economische variabelen worden voornamelijk in waarde in werkelijke prijzen weergegeven, uitgedrukt in miljoenen euro.

Frequentie: Stopgezet

Gegevens beschikbaar vanaf: 1988

Status van de cijfers:
De cijfers vanaf 1988 zijn definitief. De twee meest recente jaren hebben
nog een (nader) voorlopig karakter.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet per 09-10-2012 en vervangen door de tabel Lopende transacties naar sectoren.

Toelichting onderwerpen

Kerncijfers
Cijfers die de belangrijkste ontwikkelingen uit de nationale rekeningen
weergeven.
In- en uitvoer
Overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in de invoer en de uitvoer
van goederen en diensten.
Uitvoeroverschot (% bbp)
Uitvoeroverschot: Het saldo van de uitvoer en de invoer.
% bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands
product.
Productie
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet
verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de
productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn
geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en
landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De
productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid
te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben
ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs
is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de
handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van
productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde
waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Toegevoegde waarde (% van het bbp)
De toegevoegde waarde is het verschil tussen de productie en het
intermediair verbruik. De toegevoegde waarde tegen basisprijzen is gelijk
aan het verschil tussen de productie (basisprijzen)en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen). Bruto toegevoegde waarde is inclusief
afschrijvingen en netto toegevoegde waarde is exclusief afschrijvingen.
% van het bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto
binnenlands product.
Inkomensvorming
Deze rekening beschrijft de sectorale verdeling van de gevormde
toegevoegde waarde tegen basisprijzen over de beloning van werknemers, het
saldo van niet-productgebonden belastingen en subsidies en het bruto
exploitatieoverschot. Het bruto exploitatieoverschot is het resultaat
voordat rekening is gehouden met afschrijvingen, rente, dividend, enz. Bij
de sector huishoudens wordt het saldo van deze rekening gemengd inkomen
genoemd omdat het naast het exploitatieoverschot ook de beloning voor
geleverde arbeid van zelfstandigen en hun medewerkende gezinsleden bevat.
Het exploitatieoverschot/gemengd inkomen is in eerste instantie bruto
geregistreerd (vóór aftrek van afschrijvingen). Omdat bij de inkomenssaldi
een nettoregistratie relevanter is, zijn vervolgens op het saldo de
afschrijvingen in mindering gebracht.
Sociale premies (% bbp)
Sociale premies: Dit zijn de premies wettelijke sociale verzekering,
pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en toegerekende
sociale premies. Deze premies komen ten laste van werkgevers, werknemers,
zelfstandigen en niet-werkenden.
% bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands
product.
Inkomensverdeling
Betreft de primaire en secundaire inkomensverdeling. Op de primaire
inkomensverdelingsrekening wordt bij de middelen het inkomen geregistreerd
dat de sectoren ontvangen voor hun directe deelname aan het
productieproces alsmede het inkomen uit vermogen, dat wil zeggen het
inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van
financiële middelen, grond etc. Bij de bestedingen wordt het betaalde
inkomen uit vermogen geregistreerd. De secundaire
inkomensverdelingsrekening laat zien hoe het primaire inkomen van de
sectoren wordt herverdeeld door belastingen op inkomen en vermogen,
sociale premies (waaronder pensioenpremies), sociale uitkeringen
(waaronder pensioenuitkeringen) en overige inkomensoverdrachten.
Premies wettel. soc. verzek. (% bbp)
Premies wettelijke sociale verzekeringen (% bbp).
Premies wettelijke sociale verzekeringen: Premies die door huishoudens
worden betaald aan wettelijke sociale verzekeringsinstellingen,
verzekeringsmaatschappijen of pensioenfondsen met sociale
verzekeringsregelingen ter financiering van de sociale uitkeringen.
% bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands
product.
Sociale uitkeringen (% bbp)
Sociale uitkeringen: Deze uitkeringen worden aan huishoudens toegekend om
financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte,
invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten
en werkloosheid) of om in bepaalde behoeftes te voorzien (zoals
huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de uitkeringen wettelijke
sociale verzekering, uitkeringen sociale voorziening, pensioenuitkeringen,
overige particuliere sociale premies en uitkeringen rechtstreeks door
werkgevers.
% bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands
product.
Belast. en premies soc. verz. (% bbp)
Belastingen en premies wettelijke sociale verzekering (% bbp).
De belastingen op productie en invoer plus de belastingen op inkomen en
vermogen plus de premies wettelijke sociale verzekering plus de
vermogensheffingen, uitgedrukt in procenten van het binnenlands product
(bruto, marktprijzen).
Belastingen (% bbp)
Belastingen: Belastingen zijn verplichte betalingen aan de overheid en de
Europese Unie (EU) waar geen directe tegenpresentatie tegenover staat. De
belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten).
% bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands
product.
Inkomensbesteding
Deze rekening laat zien welk deel van het beschikbaar inkomen wordt
besteed aan consumptie en welk deel wordt bespaard. Alleen bij de
overheid, de huishoudens en de instellingen zonder winstoogmerk ten
behoeve van huishoudens is er sprake van consumptie. Bij de middelen van
deze rekening is de post 'correctie pensioenvoorziening' opgenomen. Deze
correctie neutraliseert (het saldo van) de pensioenpremies en de
uitkeringen die als sociale premies of uitkeringen zijn opgenomen op de
inkomensrekening (secundaire verdeling). Voor de
levensverzekeringstransacties, die gezien worden als financiële
transactie, behoeft een dergelijke correctie niet te worden opgenomen. De
registratiewijze van de verzekeringstransacties leidt ertoe dat de opbouw
van de pensioen- en levensverzekeringsvoorzieningen als besparingen van
huishoudens wordt gezien.
Consumptieve bestedingen (% bbp)
De consumptieve bestedingen uitgedrukt in procenten van het binnenlands
product (bruto, marktprijzen).
Werkelijke individuele cons. (% bbp)
Werkelijke individuele consumptie (% bbp).
Werkelijke individuele consumptie: Consumptieve bestedingen hebben
betrekking op de uitgaven voor consumptiegoederen en -diensten. De
werkelijke individuele consumptie daarentegen betreft de verwerving van
consumptiegoederen en -diensten. Het verschil tussen deze begrippen wordt
veroorzaakt door de behandeling van bepaalde goederen en diensten die door
de overheid of Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van
huishoudens worden gefinancierd, en vervolgens als sociale overdrachten in
natura aan de huishoudens worden geleverd.
Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied
van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming. De consumptie door
Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens wordt geheel
tot de individuele consumptie gerekend.
De werkelijke individuele consumptie door huishoudens wordt als volgt
berekend:
consumptieve bestedingen door huishoudens
plus: consumptieve bestedingen door Instellingen zonder winstoogmerkten
behoeve van huishoudens
plus: individuele consumptie door de overheid
= werkelijke individuele consumptie.
% bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands
product.
Collectieve consumptie (% bbp)
Collectieve consumptie: Het collectief gebruik van diensten die worden
verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een
bepaald deel van de samenleving. Collectieve consumptie vindt uitsluitend
plaats bij de overheid en betreft met name uitgaven voor diensten op het
gebied van:
- openbaar bestuur, beveiliging en defensie;
- ordehandhaving, wet- en regelgeving;
- milieubescherming;
- speur- en ontwikkelingswerk;
- infrastructuur en economische ontwikkeling.
De werkelijke collectieve consumptie wordt berekend door de individuele
consumptie van de totale consumptieve bestedingen door de overheid af te
trekken.
% bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands
product.
Saldo lopende trans. van Nederl. (% bbp)
Saldo lopende transacties van Nederland (% bbp).
Het saldo lopende transacties van het buitenland met Nederland, uitgedrukt
in procenten van het binnenlands product (bruto, marktprijzen). Het saldo
lopende transacties van het buitenland met Nederland is opgebouwd uit drie
onderdelen:
- het uitvoeroverschot, dat is het bedrag waarmee de uitvoer de invoer
overtreft;
- het saldo uit het buitenland ontvangen primaire inkomens. De primaire
inkomens omvatten belastingen op productie en invoer, subsidies, beloning
van werknemers en inkomen uit vermogen, zoals rente en dividend;
- het saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten. De
inkomensoverdrachten omvatten de dividendbelasting, de uitkeringen sociale
verzekering en de overige inkomensoverdrachten.
Het saldo lopende transacties van Nederland met het buitenland wijkt af
van het saldo lopende rekening volgens de betalingsbalans op
transactiebasis, zoals vastgesteld door De Nederlandsche Bank in
samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek. De verschillen
tussen beide saldi worden vooral veroorzaakt door definitie- en
meetverschillen.
Kapitaalvorming
Op deze rekening staan bij de middelen de nettobesparingen, de
afschrijvingen en de per saldo ontvangen kapitaaloverdrachten. Na
investeringen en de per saldo aangekochte niet geproduceerde
niet-financiële activa (met name grond) blijft het vorderingensaldo over.
Dit saldo geeft aan hoeveel een sector kan uitlenen en beleggen of moet
lenen gegeven de lopende en kapitaaltransacties in het rekeningenstelsel.
Vorderingensaldo (% bbp)
Vorderingensaldo: Geeft aan hoeveel een sector per saldo kan uitlenen dan
wel moet lenen gegeven de lopende en de kapitaaltransacties. Dit saldo
wordt in de financiële rekeningen gespecificeerd naar veranderingen in de
verschillende typen van vorderingen en schulden.
% bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands
product.
Investeringen (% bbp)
De investeringen in vaste activa (bruto) plus de veranderingen in
voorraden inclusief het saldo van aan- en verkopen van kostbaarheden,
uitgedrukt in procenten van het binnenlands product (bruto, marktprijzen).
Overige kerncijfers n.e.g.
Overige kerncijfers niet eerder genoemd.
Totaal inkomsten (% bbp)
Totale inkomsten van de overheid (exclusieve interne leveringen) als
percentage van het bruto binnenlands product.
Totaal uitgaven (% bbp)
Totale uitgaven van de overheid (exclusieve interne leveringen) als
percentage van het bruto binnenlands product.