Waarde onroerende zaken van woningen en niet-woningen 1997-2020

Waarde onroerende zaken van woningen en niet-woningen 1997-2020

Regio's Perioden Totaal onroerende zaken (mln euro) Woningen (mln euro) Niet-woningen (mln euro) Gemiddelde woningwaarde (1 000 euro)
Nederland 2020* 2.581.157 2.122.054 459.101 270
Noord-Nederland (LD) 2020* 195.500 158.573 36.927 199
Oost-Nederland (LD) 2020* 474.179 391.187 82.985 249
West-Nederland (LD) 2020* 1.388.917 1.146.374 242.546 300
Zuid-Nederland (LD) 2020* 522.561 425.920 96.643 256
Groningen (PV) 2020* 65.013 51.297 13.717 186
Friesland (PV) 2020* 73.617 60.165 13.452 198
Drenthe (PV) 2020* 56.870 47.111 9.758 214
Overijssel (PV) 2020* 143.709 116.485 27.223 231
Flevoland (PV) 2020* 50.507 40.669 9.839 236
Gelderland (PV) 2020* 279.963 234.033 45.923 261
Utrecht (PV) 2020* 222.067 187.708 34.357 323
Noord-Holland (PV) 2020* 565.774 471.725 94.056 351
Zuid-Holland (PV) 2020* 547.084 444.233 102.848 262
Zeeland (PV) 2020* 53.992 42.708 11.285 213
Noord-Brabant (PV) 2020* 380.246 311.007 69.243 275
Limburg (PV) 2020* 142.315 114.913 27.400 215
Oost-Groningen (CR) 2020* 12.443 9.971 2.473 161
Delfzijl en omgeving (CR) 2020* 4.514 3.180 1.334 145
Overig Groningen (CR) 2020* 48.056 38.146 9.910 200
Noord-Friesland (CR) 2020* 34.516 28.080 6.437 181
Zuidwest-Friesland (CR) 2020* 17.391 14.376 3.015 217
Zuidoost-Friesland (CR) 2020* 21.710 17.709 4.000 214
Noord-Drenthe (CR) 2020* 23.765 19.994 3.769 233
Zuidoost-Drenthe (CR) 2020* 17.259 14.018 3.241 185
Zuidwest-Drenthe (CR) 2020* 15.846 13.099 2.748 223
Noord-Overijssel (CR) 2020* 48.595 38.813 9.781 244
Zuidwest-Overijssel (CR) 2020* 19.583 16.400 3.182 236
Twente (CR) 2020* 75.531 61.272 14.260 223
Veluwe (CR) 2020* 100.505 83.380 17.122 286
Achterhoek (CR) 2020* 50.946 42.238 8.710 237
Arnhem/Nijmegen (CR) 2020* 96.833 82.156 14.674 246
Zuidwest-Gelderland (CR) 2020* 31.679 26.259 5.417 281
Utrecht (CR) 2020* 222.067 187.708 34.357 323
Kop van Noord-Holland (CR) 2020* 49.345 40.463 8.884 236
Alkmaar en omgeving (CR) 2020* 38.983 33.077 5.909 288
IJmond (CR) 2020* 29.482 25.709 3.774 288
Agglomeratie Haarlem (CR) 2020* 49.612 44.744 4.868 415
Zaanstreek (CR) 2020* 23.098 19.635 3.463 259
Groot-Amsterdam (CR) 2020* 323.311 261.426 61.885 392
Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2020* 51.943 46.671 5.273 396
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2020* 73.052 63.316 9.735 324
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2020* 136.215 115.960 20.255 281
Delft en Westland (CR) 2020* 37.486 28.991 8.495 277
Oost-Zuid-Holland (CR) 2020* 45.725 38.718 7.007 267
Groot-Rijnmond (CR) 2020* 208.736 159.749 48.987 236
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2020* 45.870 37.499 8.369 231
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2020* 15.055 11.729 3.326 199
Overig Zeeland (CR) 2020* 38.937 30.979 7.959 219
West-Noord-Brabant (CR) 2020* 92.526 74.427 18.098 262
Midden-Noord-Brabant (CR) 2020* 67.243 54.278 12.968 255
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2020* 99.036 82.578 16.459 290
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2020* 121.441 99.724 21.718 286
Noord-Limburg (CR) 2020* 37.914 29.665 8.247 237
Midden-Limburg (CR) 2020* 31.705 25.931 5.774 235
Zuid-Limburg (CR) 2020* 72.696 59.317 13.379 198
Flevoland (CR) 2020* 50.507 40.669 9.839 236
Aa en Hunze 2020* 3.241 2.857 384 261
Aalburg 2020*
Aalsmeer 2020* 5.815 4.811 1.004 367
Aalten 2020* 3.102 2.590 512 220
Ter Aar 2020*
Abcoude 2020*
Achtkarspelen 2020* 2.658 2.243 415 191
Akersloot 2020*
Alblasserdam 2020* 2.484 1.970 514 234
Albrandswaard 2020* 3.730 3.265 466 312
Alkemade 2020*
Alkmaar 2020* 15.970 12.823 3.147 245
Almelo 2020* 7.944 6.071 1.873 183
Almere 2020* 25.343 21.743 3.600 249
Alphen aan den Rijn 2020* 15.188 12.894 2.294 264
Alphen-Chaam 2020* 1.662 1.359 303 340
Altena 2020* 7.100 6.033 1.068 271
Ambt Delden 2020*
Ambt Montfort 2020*
Ameland 2020* 1.148 980 168 253
Amerongen 2020*
Amersfoort 2020* 24.685 20.996 3.690 305
Ammerzoden 2020*
Amstelveen 2020* 20.280 17.728 2.551 418
Amsterdam 2020* 225.336 183.436 41.901 418
Andijk 2020*
Angerlo 2020*
Anloo 2020*
Anna Paulowna 2020*
Apeldoorn 2020* 23.254 19.084 4.170 262
Appingedam 2020* 1.080 907 173 154
Arcen en Velden 2020*
Arnhem 2020* 19.811 16.299 3.512 217
Assen 2020* 7.395 6.186 1.209 195
Asten 2020* 2.564 2.107 457 310
Avereest 2020*
Axel 2020*
Baarle-Nassau 2020* 1.139 866 273 291
Baarn 2020* 4.505 4.053 452 362
Barendrecht 2020* 7.262 6.121 1.141 318
Barneveld 2020* 9.218 7.111 2.107 314
Bathmen 2020*
Bedum 2020*
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel worden op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) gegevens over de waarde per 1 januari van alle onroerende zaken (WOZ-objecten) gepubliceerd. De cijfers worden uitgesplitst naar waarde van de WOZ-objecten woningen en niet-woningen en de gemiddelde woningwaarde. De cijfers zijn verder uitgesplitst naar landsdeel, provincie, COROP-gebied en gemeente.

Met ingang van verslagjaar 2016 publiceert CBS geen gegevens meer over grootstedelijke agglomeraties en stadsgewesten.
Door diverse maatschappelijke ontwikkelingen zijn de filosofie en methode die ten grondslag liggen aan de afbakening niet langer actueel.
Daarnaast blijkt dat andere instanties, afhankelijk van het toepassingsgebied, een afwijkende indeling van grootstedelijke agglomeraties en stadsgewesten hanteren, waardoor er niet meer gesproken kan worden van één standaard.

Voor gemeenten waar een gemeentelijke herindeling heeft plaatsgevonden, zijn de cijfers tussen de jaren niet goed vergelijkbaar.

Gegevens beschikbaar van 1997 tot en met 2020.

Status van de cijfers:
Het betreft de stand per 1 januari.

De cijfers tot en met 2017 zijn definitief.
De cijfers van 2018 zijn nader voorlopig.
De cijfers van 2019 en 2020 zijn voorlopig.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
De voorlopige en nader voorlopige cijfers geven de waarden volgens de oorspronkelijke WOZ-beschikking weer. In de definitieve cijfers zijn de wijzigingen als gevolg van bezwaar en beroep verwerkt.

Wijzigingen per 11 maart 2022:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Gemiddelde WOZ-waarde van woningen op 1 januari; eigendom, regio. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Totaal onroerende zaken
De totale waarde van alle, in het kader van de wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ), gewaardeerde WOZ-objecten, per 1 januari.
Woningen
Waarde van de WOZ-objecten woningen, per 1 januari.

Tot de woningen behoren die onroerende zaken die in hoofdzaak worden gebruikt voor wonen.
De woningen worden in drie groepen onderscheiden:
1. Woningen dienend tot hoofdverblijf
Hieronder wordt verstaan onroerende zaken die als één geheel gedurende het gehele jaar worden gebruikt om in te wonen.
2. Woningen met praktijkruimte
We verstaan hieronder een onroerende zaak die in hoofdzaak wordt gebruikt voor woondoeleinden of waarin de bewoner tevens in het kader van een zelfstandig beroep of bedrijf activiteiten verricht of welke bedrijfsmatige activiteiten het karakter hebben van praktijk aan huis in de sfeer van de vrije beroepen (arts, fysiotherapeut, notaris, accountant) of waarbij het feit dat een zelfstandig beroep of bedrijf wordt uitgeoefend, blijkt uit een aankondiging die vanaf de openbare weg zichtbaar is of waarbij het mogelijk is een deel van de onroerende zaak aan te wijzen waar deze activiteiten plaatsvinden.
3. Recreatiewoningen en overige woningen
Dit zijn onroerende zaken die gedurende een deel van het jaar worden gebruikt voor woondoeleinden en waarbij het gebruik gedurende een deel van het jaar beperkt is of het zijn niet-zelfstandige eenheden, zoals studentenkamers, bejaardentehuizen, zusterflats en kloosters of onroerende zaken die ter beschikking staan aan het wonen zoals een aparte garage of schuur bij een woning. Hiermee wordt bereikt dat het voor de WOZ-waarde geen verschil maakt of de garage samen met de woning een onroerende zaak is of dat de garage een afzonderlijke onroerende zaak is.
Niet-woningen
De waarde van WOZ-objecten niet-woningen, per 1 januari.

De WOZ-objecten niet-woningen zijn de overige onroerende goederen waarin in hoofdzaak bedrijfsmatige activiteiten worden uitgevoerd.
De niet-woningen worden in vier groepen onderscheiden:
1. Boerderijen
Dit is een onroerende zaak, waarvan het gebruik (wonen of bedrijfsmatige activiteiten) direct verbonden is met de bedrijfsmatige exploitatie van cultuurgrond. Tot deze categorie behoren ook tuindersbedrijven. Woonboerderijen behoren niet tot de categorie boerderij. Woonboerderijen zijn woningen. Ook voormalige boerderijen waarin nu een ander bedrijf wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld kantoor of winkel) zijn geen boerderij, maar bijvoorbeeld niet-woning.
2. Niet-woningen deels in gebruik als woning
Dit is een onroerende zaak die in hoofdzaak wordt gebruikt voor andere dan woondoeleinden en waarvan de aard zodanig is dat gebruik van de gehele onroerende zaak als woning niet voor de hand ligt (bijvoorbeeld een woonwinkelpand dat op grond van de objectafbakeningsregels als één onroerende zaak aangemerkt moet worden).
3. Niet-woningen
Niet-woningen zijn onder andere een onroerende zaak die geheel wordt gebruikt voor andere dan woondoeleinden en onroerende zaken waar het wonen is gecombineerd met andere functies (hotels, pensions, verpleeghuizen, gevangenissen).
4. Terreinen
Dit zijn ongebouwde onroerende zaken, zoals bijvoorbeeld niet bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, sportvelden en bouwgrond (waar nog geen bouwactiviteiten zijn verricht).
Gemiddelde woningwaarde
Voor de bepaling van de gemiddelde woningwaarde wordt alleen gebruik gemaakt van die WOZ-objecten omschreven als woningen dienend tot hoofdverblijf en woningen met praktijkruimte met een waarde groter dan nul euro.