Regionale rekeningen; Productie en inkomensvorming naar bedrijfstakken

Regionale rekeningen; Productie en inkomensvorming naar bedrijfstakken

Regio's Economische activiteiten Perioden Productie (basisprijzen) (mln euro) Intermediair verbruik (mln euro) Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) (mln euro) Beloning van werknemers (mln euro) Niet-productgebonden belastingen (mln euro) Niet-productgebonden subsidies (mln euro) Exploitatieoverschot (bruto) (mln euro) Arbeidsvolume werkzame personen (1000 arbeidsjaren) Arbeidsvolume werknemers (1000 arbeidsjaren)
Nederland Gesubsidieerd onderwijs 2008* 29.345 6.656 22.689 19.913 167 11 2.620 338,4 338,4
Extra-regio Gesubsidieerd onderwijs 2008* 0 0 0 0 0 0 0 0,0 0,0
Noord-Nederland (LD) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 3.095 697 2.398 2.106 18 1 275 35,8 35,8
Oost-Nederland (LD) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 6.417 1.448 4.969 4.367 37 3 568 74,6 74,6
West-Nederland (LD) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 13.945 3.186 10.760 9.430 78 5 1.256 159,5 159,5
Zuid-Nederland (LD) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 5.888 1.326 4.562 4.010 34 2 521 68,5 68,5
Groningen (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.422 328 1.094 953 7 0 135 15,6 15,6
Friesland (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.088 241 846 747 7 0 93 13,0 13,0
Drenthe (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 585 127 458 406 4 0 48 7,3 7,3
Overijssel (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 2.270 515 1.754 1.538 13 1 204 26,0 26,0
Flevoland (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 525 114 411 365 4 0 43 6,5 6,5
Gelderland (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 3.622 818 2.804 2.464 21 1 321 42,1 42,1
Utrecht (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 2.681 621 2.060 1.799 14 1 247 30,0 30,0
Noord-Holland (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 4.616 1.049 3.566 3.128 26 2 414 53,0 53,0
Zuid-Holland (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 6.133 1.403 4.730 4.146 35 2 552 70,2 70,2
Zeeland (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 515 113 403 357 3 0 42 6,3 6,3
Noord-Brabant (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 4.051 912 3.139 2.760 24 2 357 47,3 47,3
Limburg (PV) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.837 414 1.423 1.249 10 1 164 21,2 21,2
Oost-Groningen (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 190 41 149 133 1 0 15 2,4 2,4
Delfzijl en omgeving (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 55 12 43 38 0 0 4 0,7 0,7
Overig Groningen (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.177 276 901 781 5 0 115 12,5 12,5
Noord-Friesland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 664 147 517 454 4 0 59 7,7 7,7
Zuidwest-Friesland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 123 28 94 84 1 0 10 1,5 1,5
Zuidoost-Friesland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 301 66 235 209 2 0 24 3,8 3,8
Noord-Drenthe (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 187 42 145 129 1 0 15 2,4 2,4
Zuidoost-Drenthe (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 226 49 178 157 1 0 19 2,8 2,8
Zuidwest-Drenthe (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 171 36 135 120 1 0 14 2,1 2,1
Noord-Overijssel (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 811 178 633 557 4 0 71 9,5 9,5
Zuidwest-Overijssel (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 174 37 137 122 1 0 14 2,2 2,2
Twente (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.285 301 984 859 7 0 119 14,3 14,3
Veluwe (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.226 272 954 839 7 0 109 14,3 14,3
Achterhoek (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 510 108 401 357 3 0 41 6,4 6,4
Arnhem / Nijmegen (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.656 385 1.271 1.110 9 1 153 18,5 18,5
Zuidwest-Gelderland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 231 52 178 158 2 0 18 2,9 2,9
Utrecht (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 2.681 621 2.060 1.799 14 1 247 30,0 30,0
Kop van Noord-Holland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 405 87 318 282 3 0 33 5,1 5,1
Alkmaar en omgeving (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 446 92 354 314 2 0 38 5,4 5,4
IJmond (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 264 56 208 185 2 0 21 3,3 3,3
Agglomeratie Haarlem (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 323 73 251 221 2 0 28 3,8 3,8
Zaanstreek (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 201 43 158 141 1 0 16 2,5 2,5
Groot-Amsterdam (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 2.700 640 2.060 1.792 14 1 255 29,4 29,4
Het Gooi en Vechtstreek (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 276 58 218 194 2 0 22 3,4 3,4
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 928 224 704 611 5 0 88 10,0 10,0
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.222 270 953 840 7 0 106 14,4 14,4
Delft en Westland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 727 181 546 470 3 0 73 7,4 7,4
Oost-Zuid-Holland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 430 90 339 301 3 0 35 5,3 5,3
Groot-Rijnmond (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 2.330 530 1.800 1.580 13 1 208 26,9 26,9
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 496 108 388 344 3 0 40 6,2 6,2
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 113 24 89 79 1 0 9 1,4 1,4
Overig Zeeland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 402 89 313 278 3 0 33 4,9 4,9
West-Noord-Brabant (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 922 204 718 633 6 0 79 11,0 11,0
Midden-Noord-Brabant (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 846 195 650 569 5 0 77 9,6 9,6
Noordoost-Noord-Brabant (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 943 204 739 655 6 0 79 11,5 11,5
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.341 309 1.032 903 7 0 122 15,2 15,2
Noord-Limburg (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 390 83 306 272 2 0 32 4,8 4,8
Midden-Limburg (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 288 59 229 204 2 0 24 3,6 3,6
Zuid-Limburg (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.159 271 888 774 6 0 108 12,8 12,8
Flevoland (CR) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 525 114 411 365 4 0 43 6,5 6,5
Utrecht-West (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 184 40 144 128 1 0 15 2,3 2,3
Stadsgewest Amersfoort (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 455 93 362 322 3 0 37 5,7 5,7
Stadsgewest Utrecht (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.859 445 1.414 1.226 9 0 180 19,8 19,8
Zuidoost-Utrecht (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 183 42 141 124 1 0 15 2,2 2,2
Amsterdam (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 2.199 526 1.673 1.450 10 1 213 23,4 23,4
Overig agglomeratie Amsterdam (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 163 39 124 109 1 0 15 1,8 1,8
Edam-Volendam e.o. (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 126 28 98 87 1 0 10 1,6 1,6
Haarlemmermeer e.o. (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 212 47 165 146 2 0 17 2,6 2,6
Aggl. 's-Gravenhage ex. Zoetermeer (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 1.048 234 814 716 6 0 92 12,3 12,3
Zoetermeer (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 175 35 139 124 1 0 14 2,2 2,2
Rijnmond (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 2.198 499 1.699 1.490 12 1 198 25,2 25,2
Overig Groot-Rijnmond (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 132 31 101 89 1 0 10 1,7 1,7
Drechtsteden (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 325 71 254 226 2 0 27 4,0 4,0
Overig Zuidoost-Zuid-Holland (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 171 37 133 119 1 0 14 2,1 2,1
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 539 117 422 373 3 0 46 6,5 6,5
Overig Noordoost-Noord-Brabant (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 404 87 317 282 3 0 33 5,1 5,1
Almere (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 257 54 203 181 2 0 21 3,2 3,2
Flevoland-Midden (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 184 42 142 126 1 0 15 2,3 2,3
Noordoostpolder en Urk (CP) Gesubsidieerd onderwijs 2008* 84 19 66 59 1 0 7 1,1 1,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze publicatie bevat gegevens over het macro-economisch productieproces
per regio. Hier worden van verschillende bedrijfseenheden de productie,
het verbruik, de toegevoegde waarde, de componenten van de toegevoegde
waarde en het arbeidsvolume weergegeven.

De gegevens in deze publicatie zijn geclassificeerd naar regio en volgens
de Standaard Bedrijfsindeling (SBI '93). Bij de regionale indeling kan
gekozen worden uit de verschillende landsdelen (Noord-, Oost-, West- en
Zuid-Nederland), provincies en (uitgesplitste) COROP-gebieden.

De cijfers zijn afkomstig uit de regionale rekeningen, de kwantitatieve
beschrijving van de economische ontwikkeling van de verschillende regio's
binnen een land. Doordat de cijfers aansluiten op de nationale rekeningen
geven zij een gecoördineerde beschrijving van de regionale economie en
zijn ze bij uitstek geschikt voor de vergelijking van de resultaten van
de verscheidene regio's.

De bedragen in deze publicatie zijn uitsluitend in lopende prijzen.


Status van de cijfers
De cijfers tot en met 2007 zijn definitief. Het meest recente jaar heeft
nog een voorlopig karakter.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie
Gewijzigd per: 23 december 2011.
Frequentie: stopgezet.
Gegevens zijn beschikbaar vanaf 1995 tot en met 2008.

Reden stopzetting:
De herziening van de bedrijfsindeling die in de tabellen van de regionale
rekeningen wordt gebruikt. De regionale rekeningen zijn hiermee overgegaan
van de SBI '93 naar de SBI 2008.


Release policy
Binnen 2 en 3 jaar na afloop van een verslagjaar worden respectievelijk
de voorlopige en definitieve cijfers gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Productie (basisprijzen)
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet
verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de
productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn
geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en
landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De
productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid
te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben
ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs
is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de
handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van
productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde
waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Intermediair verbruik
Alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het
productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte
grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals
communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe
accountants. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen
aankoopprijzen, exclusief aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde
(btw).
Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen)
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen per bedrijfsklasse is gelijk aan
het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen).
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle
ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking
werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers,
dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen.
Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
Niet-productgebonden belastingen
Niet-productgebonden belastingen op productie.
Dit zijn de belastingen op productie die producenten moeten betalen,
ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte
producten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerendezaakbelasting,
reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
Niet-productgebonden subsidies
Hieronder vallen de subsidies op productie. De hoogte van de subsidie is
onafhankelijk van de waarde of de hoeveelheid geproduceerde en verkochte
producten. Het betreft vooral de loonsubsidies.
Exploitatieoverschot (bruto)
Het bruto exploitatieoverschot per bedrijfsklasse is het saldo dat
resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met
de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden
belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie.
Bij zelfstandigen wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de
beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Het exploitatieoverschot van de totale economie wordt bepaald door het
totaal van de bedrijfsklassen te vermeerderen met het verschil
toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde waarde (btw).
Het netto exploitatieoverschot / gemengd inkomen is gelijk aan het bruto
exploitatieoverschot / gemengd inkomen verminderd met de afschrijvingen.
Arbeidsvolume werkzame personen
De hoeveelheid arbeid die in een bepaalde periode is ingezet. Het
arbeidsvolume kan worden uitgedrukt in banen, arbeidsjaren of gewerkte
uren. Werkzame personen zijn alle personen die een baan hebben bij een in
Nederland gevestigd bedrijf of bij een particulier huishouden in
Nederland.
Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid
verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week, ook als
zij:
- arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de
beloning aan de registratie door fiscus en sociale zekerheidsautoriteiten
wordt onttrokken ('zwarte arbeid');
- tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen
(bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet);
- tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en
zelfstandigen. Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid
verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura. Zelfstandigen zijn
personen die een inkomen ontvangen door voor eigen rekening of risico
arbeid te verrichten in het bedrijf of het beroep dat zij zelfstandig
uitoefenen. Ook meewerkende gezinsleden worden tot zelfstandigen gerekend,
tenzij zij een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan.
Arbeidsvolume werknemers
De hoeveelheid arbeid uitgevoerd door werknemers die in een bepaalde
periode is ingezet. Het arbeidsvolume kan worden uitgedrukt in banen,
arbeidsjaren of gewerkte uren. Werknemers zijn personen die in een
bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in
natura.