Nationale rekeningen 2009; Goederen en diensten investeringen
Soort cijfers | Perioden | Sectoren Vennootschappen, huishoudens, IZWh Totaal vennootschap, huishoudens, IZWh | Sectoren Vennootschappen, huishoudens, IZWh ...Niet-financiële vennootschappen | Sectoren Vennootschappen, huishoudens, IZWh ...Financiële instellingen | Sectoren Vennootschappen, huishoudens, IZWh ...Huishoudens | Sectoren Vennootschappen, huishoudens, IZWh ...IZWh | Type van activa Vennootschappen, huishoudens, IZWh Totaal vennootsch., huish., IZWh |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Lopende prijzen, mln euro | 2009* | 86.814,0 | 46.969,0 | 2.768,0 | 36.901,0 | 176,0 | 86.814,0 |
Volumemutaties, % | 2009* | -16,4 | . | . | . | . | -16,4 |
Volume-indexcijfers 2000 = 100 | 2009* | 92,8 | . | . | . | . | 92,8 |
Prijsniveau 2000, mln euro | 2009* | 72.889,0 | . | . | . | . | 72.889,0 |
Deflatoren, % mutaties | 2009* | 1,9 | . | . | . | . | 1,9 |
Deflatoren, indexcijfers 2000 = 100 | 2009* | 119,1 | . | . | . | . | 119,1 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
In deze publicatie staan gegevens uit de nationale rekeningen over de
investeringen in goederen en diensten. De publicatie geeft een overzicht
van de verdeling van de investeringen over de verschillende bedrijfs-
takken en -klassen. Verder geeft het een overzicht van de goederen en
diensten waarin is geïnvesteerd.
De onderwerpen kunnen in de volgende grootheden worden weergegeven:
- Lopende prijzen, mln euro
- Volumemutaties, %
- Volume-index, 2000 = 100
- Constante prijzen, prijsniveau 2000 = 100, mln euro
- Deflatoren: % mutaties
- Deflatoren: index 2000 = 100
Deze tabel is stopgezet. Gegevens zijn beschikbaar vanaf 1969 tot en met
2009.
Reden stopzetting:
De tabellen van de Nationale rekeningen, te vinden onder macro-economie,
worden opnieuw gestructureerd. De tabellen zijn in een nieuwe
mappenstructuur geplaatst. Een aantal tabellen wordt in de tweede helft van
2011 herzien. Sommige tabellen gaan één op één over in een nieuwe tabel,
andere worden opgesplitst, weer andere (deels) samengevoegd met andere
tabellen. Doelstelling van de herstructurering is om de vindbaarheid van de
cijfers te verhogen. De herstructurering valt samen met de herziening van
de bedrijfsindeling die in de tabellen van de nationale rekeningen wordt
gebruikt. De Nationale rekeningen zijn hiermee overgegaan van de SBI '93
naar de SBI 2008.
Toelichting onderwerpen
- Sectoren
- Specificatie van de investeringen naar institutionele sectoren:
niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, overheid,
huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens.- Vennootschappen, huishoudens, IZWh
- Vennootschappen zijn ondernemingen met rechtspersoonlijkheid. Ook grote
zelfstandig opererende ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid
(quasi-vennootschappen) worden tot de vennootschappen gerekend.
Voorbeelden hiervan zijn onder andere grote familiebedrijven en
gemeentelijke vervoersbedrijven. De vennootschappen worden onderscheiden
in niet-financiële vennootschappen en financiële instellingen.
Tot de sector huishoudens behoren alle natuurlijke personen die langer dan
een jaar in Nederland verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Omgekeerd
worden Nederlanders die langer dan een jaar in het buitenland verblijven
niet tot de Nederlandse huishoudens gerekend. Huishoudens omvatten niet
alleen op zichzelf of in gezinsverband wonende personen, maar ook personen
in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten.
Indien de tot de huishoudens gerekende personen een eigen bedrijf hebben,
wordt dit bedrijf ook tot de huishoudens gerekend. Dit is het geval bij de
zelfstandigen en de eigenwoningbezitters. Grote, zelfstandig opererende
ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid (quasi-vennootschappen) behoren
echter tot de (niet-financiële of financiële) vennootschappen.
Tot de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens
(IZWh) behoren stichtingen en verenigingen waarvan de middelen voor het
merendeel afkomstig zijn uit vrijwillige bijdragen van huishoudens en uit
inkomen uit vermogen. Voorbeelden zijn religieuze instellingen,
liefdadigheidsinstellingen, politieke partijen, vakbonden en verenigingen
op het gebied van cultuur, sport en recreatie. De stichtingen en
verenigingen die tot de sector IZWh behoren komen met name voor in de
bedrijfsklassen gezondheids- en welzijnszorg, cultuur, sport en recreatie
en de overige dienstverlening.- Totaal vennootschap, huishoudens, IZWh
- Totaal vennootschappen, huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk
ten behoeve van huishoudens (IZWh).
Vennootschappen zijn ondernemingen met rechtspersoonlijkheid. Ook grote
zelfstandig opererende ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid
(quasi-vennootschappen) worden tot de vennootschappen gerekend.
Voorbeelden hiervan zijn onder andere grote familiebedrijven en
gemeentelijke vervoersbedrijven. De vennootschappen worden onderscheiden
in niet-financiële vennootschappen en financiële instellingen.
Tot de sector huishoudens behoren alle natuurlijke personen die langer dan
een jaar in Nederland verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Omgekeerd
worden Nederlanders die langer dan een jaar in het buitenland verblijven
niet tot de Nederlandse huishoudens gerekend. Huishoudens omvatten niet
alleen op zichzelf of in gezinsverband wonende personen, maar ook personen
in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten.
Indien de tot de huishoudens gerekende personen een eigen bedrijf hebben,
wordt dit bedrijf ook tot de huishoudens gerekend. Dit is het geval bij de
zelfstandigen en de eigenwoningbezitters. Grote, zelfstandig opererende
ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid (quasi-vennootschappen) behoren
echter tot de (niet-financiële of financiële) vennootschappen.
Tot de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens
(IZWh) behoren stichtingen en verenigingen waarvan de middelen voor het
merendeel afkomstig zijn uit vrijwillige bijdragen van huishoudens en uit
inkomen uit vermogen. Voorbeelden zijn religieuze instellingen,
liefdadigheidsinstellingen, politieke partijen, vakbonden en verenigingen
op het gebied van cultuur, sport en recreatie. De stichtingen en
verenigingen die tot de sector IZWh behoren komen met name voor in de
bedrijfsklassen gezondheids- en welzijnszorg, cultuur, sport en recreatie
en de overige dienstverlening.
- ...Niet-financiële vennootschappen
- Vanuit de sectoren gezien:
Deze sector bevat alle (quasi-)vennootschappen met als hoofdfunctie het
produceren van goederen en verhandelbare niet-financiële diensten:
- alle vennootschappen (nv's en bv's), quasi-vennootschappen en
coöperatieve verenigingen die niet tot de financiële instellingen worden
gerekend (zie financiële instellingen);
- alle Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens
(stichtingen en verenigingen) die niet tot de andere sectoren worden
gerekend. Voorbeelden zijn bejaardenoorden, ziekenhuizen en
woningcorporaties;
- overheidsbedrijven (vennootschappen die geheel of gedeeltelijk eigendom
zijn van de overheid) zoals de NS.
Vanuit de bedrijfsklassen gezien:
De sector niet-financiële vennootschappen bevat alle bedrijfseenheden die
niet bij de andere sectoren zijn ingedeeld.
- ...Financiële instellingen
- Vanuit de sectoren gezien:
Deze sector bevat alle (quasi-)vennootschappen met als hoofdfunctie
financiële intermediatie, dat wil zeggen het aantrekken, transformeren en
distribueren van financiële middelen.
De sector financiële instellingen bestaat uit drie subsectoren: monetaire
financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen en
overige financiële instellingen.
Niet in de sector financiële instellingen begrepen zijn:
- juridisch zelfstandige beleggingsmaatschappijen in het bezit van één of
enkele eigenaren, die zelf niet tot de financiële instellingen behoren.
Deze zijn ingedeeld bij de sector waartoe de eigenaar behoort;
-- niet onder toezicht staande fondsen gericht op de pensioenverzekering
van één enkel persoon (pensioen-bv's). Deze zijn ingedeeld bij de sector
huishoudens;
- financiële hulpbedrijven en dergelijke die geen rechtspersoonlijkheid
bezitten. Deze zijn ingedeeld bij de sector huishoudens.
Vanuit de bedrijfsklassen gezien:
De sector financiële instellingen bevat alle eenheden uit de
bedrijfsklassen banken, verzekeringswezen en pensioenfondsen en financiële
hulpactiviteiten, met uitzondering van de niet onder toezicht staande
financiële eenheden die werkzaam zijn voor een niet-financiële
vennootschap, waarvan zij onderdeel vormen.
Daarnaast zijn er eenheden in een aantal andere bedrijfsklassen die
eveneens tot de sector financiële instellingen behoren. Voorbeelden
hiervan zijn:
- operationele lease door maatschappijen die onderdeel vormen van een
financiële instelling (bedrijfsklasse verhuur van roerende goederen);
- houdstermaatschappijen van verzekeringsmaatschappijen en monetaire
financiële instellingen die zelf niet onder toezicht staan (bedrijfsklasse
economische dienstverlening);
- werkgevers-, werknemers- en beroepsorganisaties voor zover die in
verband staan met financiële instellingen (bedrijfsklasse overige
dienstverlening n.e.g. (niet elders genoemd)).
- ...Huishoudens
- Tot deze sector behoren alle natuurlijke personen die langer dan een jaar
in Nederland verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Omgekeerd worden
Nederlanders die langer dan een jaar in het buitenland verblijven niet tot
de Nederlandse huishoudens gerekend.
Huishoudens omvatten niet alleen op zichzelf of in gezinsverband wonende
personen, maar ook personen in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen,
gevangenissen en internaten.
Indien de tot de huishoudens gerekende personen een eigen bedrijf hebben,
wordt dit bedrijf ook tot de huishoudens gerekend. Dit is het geval bij de
zelfstandigen en de eigenwoningbezitters. Grote, zelfstandig opererende
ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid (quasi-vennootschappen) behoren
echter tot de (niet-financiële of financiële) vennootschappen.
- ...IZWh
- Tot de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens
(IZWh) behoren stichtingen en verenigingen waarvan de middelen voor het
merendeel afkomstig zijn uit vrijwillige bijdragen van huishoudens en uit
inkomen uit vermogen. Voorbeelden zijn religieuze instellingen,
liefdadigheidsinstellingen, politieke partijen, vakbonden en verenigingen
op het gebied van cultuur, sport en recreatie.
- Type van activa
- Onderverdeling van de investeringen in de totale economie, van huishoudens
en vennootschappen en van de overheid naar type goederen waarin is
geïnvesteerd.- Vennootschappen, huishoudens, IZWh
- Vennootschappen zijn ondernemingen met rechtspersoonlijkheid. Ook grote
zelfstandig opererende ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid
(quasi-vennootschappen) worden tot de vennootschappen gerekend.
Voorbeelden hiervan zijn onder andere grote familiebedrijven en
gemeentelijke vervoersbedrijven. De vennootschappen worden onderscheiden
in niet-financiële vennootschappen en financiële instellingen.
Tot de sector huishoudens behoren alle natuurlijke personen die langer dan
een jaar in Nederland verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Omgekeerd
worden Nederlanders die langer dan een jaar in het buitenland verblijven
niet tot de Nederlandse huishoudens gerekend. Huishoudens omvatten niet
alleen op zichzelf of in gezinsverband wonende personen, maar ook personen
in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten.
Indien de tot de huishoudens gerekende personen een eigen bedrijf hebben,
wordt dit bedrijf ook tot de huishoudens gerekend. Dit is het geval bij de
zelfstandigen en de eigenwoningbezitters. Grote, zelfstandig opererende
ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid (quasi-vennootschappen) behoren
echter tot de (niet-financiële of financiële) vennootschappen.
Tot de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens
(IZWh) behoren stichtingen en verenigingen waarvan de middelen voor het
merendeel afkomstig zijn uit vrijwillige bijdragen van huishoudens en uit
inkomen uit vermogen. Voorbeelden zijn religieuze instellingen,
liefdadigheidsinstellingen, politieke partijen, vakbonden en verenigingen
op het gebied van cultuur, sport en recreatie. De stichtingen en
verenigingen die tot de sector IZWh behoren komen met name voor in de
bedrijfsklassen gezondheids- en welzijnszorg, cultuur, sport en recreatie
en de overige dienstverlening.- Totaal vennootsch., huish., IZWh
- Investeringen in vaste activa van vennootschappen en huishoudens
inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van
huishoudens (IZWh).
Vennootschappen zijn ondernemingen met rechtspersoonlijkheid. Ook grote
zelfstandig opererende ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid
(quasi-vennootschappen) worden tot de vennootschappen gerekend.
Voorbeelden hiervan zijn onder andere grote familiebedrijven en
gemeentelijke vervoersbedrijven. De vennootschappen worden onderscheiden
in niet-financiële vennootschappen en financiële instellingen.
Tot de sector huishoudens behoren alle natuurlijke personen die langer dan
een jaar in Nederland verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Omgekeerd
worden Nederlanders die langer dan een jaar in het buitenland verblijven
niet tot de Nederlandse huishoudens gerekend. Huishoudens omvatten niet
alleen op zichzelf of in gezinsverband wonende personen, maar ook personen
in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten.
Indien de tot de huishoudens gerekende personen een eigen bedrijf hebben,
wordt dit bedrijf ook tot de huishoudens gerekend. Dit is het geval bij de
zelfstandigen en de eigenwoningbezitters. Grote, zelfstandig opererende
ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid (quasi-vennootschappen) behoren
echter tot de (niet-financiële of financiële) vennootschappen.
Tot de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens
(IZWh) behoren stichtingen en verenigingen waarvan de middelen voor het
merendeel afkomstig zijn uit vrijwillige bijdragen van huishoudens en uit
inkomen uit vermogen. Voorbeelden zijn religieuze instellingen,
liefdadigheidsinstellingen, politieke partijen, vakbonden en verenigingen
op het gebied van cultuur, sport en recreatie. De stichtingen en
verenigingen die tot de sector IZWh behoren komen met name voor in de
bedrijfsklassen gezondheids- en welzijnszorg, cultuur, sport en recreatie
en de overige dienstverlening.