Wintersportvakanties; achtergrond- en vakantiekenmerken, '89/'90-'15/'16
Perioden | Bruto huishoudinkomen Tot 17 500 euro (x 1 000) | Bruto huishoudinkomen 17 500 tot 23 000 euro (x 1 000) | Bruto huishoudinkomen 23 000 tot 28 500 euro (x 1 000) | Bruto huishoudinkomen 28 500 tot 34 000 euro (x 1 000) | Bruto huishoudinkomen 34 000 tot 45 000 euro (x 1 000) | Bruto huishoudinkomen 45 000 tot 56 000 euro (x 1 000) | Bruto huishoudinkomen 56 000 euro of meer (x 1 000) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015/2016 winterperiode | 17 | 43 | 60 | 55 | 127 | 132 | 431 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat het aantal lange wintersportvakanties, uitgesplitst naar onder andere geslacht, leeftijd en opleidingsniveau van de deelnemers, logiesvormen, vervoermiddelen en uitgaven.
Gegevens beschikbaar van 1989/1990 tot en met 2015/2016.
Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 23 juli 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Bruto huishoudinkomen
- Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
- Tot 17 500 euro
- Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
- 17 500 tot 23 000 euro
- Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
- 23 000 tot 28 500 euro
- Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
- 28 500 tot 34 000 euro
- Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
- 34 000 tot 45 000 euro
- Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
- 45 000 tot 56 000 euro
- Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
- 56 000 euro of meer
- Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.