Gezondheidskenmerken naar regio, 1995-1999
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Medische consumptie, gezondheid en ziekte, geboorte, leefstijl,
per regio Gemiddelde over de periode
1995 - 1999
Gewijzigd op 02 oktober 2001.
Verschijningsfrequentie: Eenmalig.
per regio Gemiddelde over de periode
1995 - 1999
Gewijzigd op 02 oktober 2001.
Verschijningsfrequentie: Eenmalig.
Toelichting onderwerpen
- Medische consumptie
- contacten met huisarts, tandarts, specialist en fysiotherapeut,
ziekenhuisopnamen en medicijngebruik- Contact met huisarts
- Contact met medici: Alle bezoeken aan een medicus in de 12 maanden
voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Gem. huisartscontact in bevolking
- Aantal contacten in de bevolking: Het gemiddeld aantal contacten met
de huisarts, fysiotherapeut, tandarts of specialist berekend over alle
personen in de Nederlandse bevolking. Voor de huisarts, tandarts en
specialist is dit gemiddelde bepaald door het aantal contacten in 14 dagen
voorafgaande aan het vraaggesprek te vermenigvuldigen met 26. Dit is
gedaan om vertekening door gebrekkige herinnering zoveel mogelijk te
beperken. Het gemiddeld aantal contact met de fysiotherapeut is bepaald
door het aantal contacten in de 12 maanden voorafgaande aan het
vraaggesprek.
- Gem. huisartscontact bij contact
- Gemiddeld contact bij contact: Het gemiddeld aantal contacten met de
huisarts, fysiotherapeut, tandarts of specialist berekend over alle
personen die in het afgelopen jaar contact hebben gehad met een huisarts,
fysiotherapeut, tandarts of specialist. Voor de huisarts, tandarts en
specialist is dit gemiddelde bepaald door het aantal contacten in 14 dagen
voorafgaande aan het vraaggesprek te vermenigvuldigen met 26. Dit is
gedaan om vertekening door gebrekkige herinnering zoveel mogelijk te
beperken. Het gemiddeld aantal contact met de fysiotherapeut is bepaald
door het aantal contacten in de 12 maanden voorafgaande aan het
vraaggesprek.
- Contact met specialist
- Contact met medici: Alle bezoeken aan een medicus in de 12 maanden
voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Gem. specialistcontact in bevolking
- Aantal contacten in de bevolking: Het gemiddeld aantal contacten met
de huisarts, fysiotherapeut, tandarts of specialist berekend over alle
personen in de Nederlandse bevolking. Voor de huisarts, tandarts en
specialist is dit gemiddelde bepaald door het aantal contacten in 14 dagen
voorafgaande aan het vraaggesprek te vermenigvuldigen met 26. Dit is
gedaan om vertekening door gebrekkige herinnering zoveel mogelijk te
beperken. Het gemiddeld aantal contact met de fysiotherapeut is bepaald
door het aantal contacten in de 12 maanden voorafgaande aan het
vraaggesprek.
- Gem. specialistcontact bij contact
- Gemiddeld contact bij contact: Het gemiddeld aantal contacten met de
huisarts, fysiotherapeut, tandarts of specialist berekend over alle
personen die in het afgelopen jaar contact hebben gehad met een huisarts,
fysiotherapeut, tandarts of specialist. Voor de huisarts, tandarts en
specialist is dit gemiddelde bepaald door het aantal contacten in 14 dagen
voorafgaande aan het vraaggesprek te vermenigvuldigen met 26. Dit is
gedaan om vertekening door gebrekkige herinnering zoveel mogelijk te
beperken. Het gemiddeld aantal contact met de fysiotherapeut is bepaald
door het aantal contacten in de 12 maanden voorafgaande aan het
vraaggesprek.
- Contact met tandarts
- Contact met medici: Alle bezoeken aan een medicus in de 12 maanden
voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Gem. tandartscontact in bevolking
- Aantal contacten in de bevolking: Het gemiddeld aantal contacten met
de huisarts, fysiotherapeut, tandarts of specialist berekend over alle
personen in de Nederlandse bevolking. Voor de huisarts, tandarts en
specialist is dit gemiddelde bepaald door het aantal contacten in 14 dagen
voorafgaande aan het vraaggesprek te vermenigvuldigen met 26. Dit is
gedaan om vertekening door gebrekkige herinnering zoveel mogelijk te
beperken. Het gemiddeld aantal contact met de fysiotherapeut is bepaald
door het aantal contacten in de 12 maanden voorafgaande aan het
vraaggesprek.
- Gem. tandartscontact bij contact
- Gemiddeld contact bij contact: Het gemiddeld aantal contacten met de
huisarts, fysiotherapeut, tandarts of specialist berekend over alle
personen die in het afgelopen jaar contact hebben gehad met een huisarts,
fysiotherapeut, tandarts of specialist. Voor de huisarts, tandarts en
specialist is dit gemiddelde bepaald door het aantal contacten in 14 dagen
voorafgaande aan het vraaggesprek te vermenigvuldigen met 26. Dit is
gedaan om vertekening door gebrekkige herinnering zoveel mogelijk te
beperken. Het gemiddeld aantal contact met de fysiotherapeut is bepaald
door het aantal contacten in de 12 maanden voorafgaande aan het
vraaggesprek.
- Contact met fysiotherapeut
- Contact met medici: Alle bezoeken aan een medicus in de 12 maanden
voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Gem. fysiotherapeutcontact in bevolking
- Aantal contacten in de bevolking: Het gemiddeld aantal contacten met
de huisarts, fysiotherapeut, tandarts of specialist berekend over alle
personen in de Nederlandse bevolking. Voor de huisarts, tandarts en
specialist is dit gemiddelde bepaald door het aantal contacten in 14 dagen
voorafgaande aan het vraaggesprek te vermenigvuldigen met 26. Dit is
gedaan om vertekening door gebrekkige herinnering zoveel mogelijk te
beperken. Het gemiddeld aantal contact met de fysiotherapeut is bepaald
door het aantal contacten in de 12 maanden voorafgaande aan het
vraaggesprek.
- Gem. fysiotherapeutcontact bij contact
- Gemiddeld contact bij contact: Het gemiddeld aantal contacten met de
huisarts, fysiotherapeut, tandarts of specialist berekend over alle
personen die in het afgelopen jaar contact hebben gehad met een huisarts,
fysiotherapeut, tandarts of specialist. Voor de huisarts, tandarts en
specialist is dit gemiddelde bepaald door het aantal contacten in 14 dagen
voorafgaande aan het vraaggesprek te vermenigvuldigen met 26. Dit is
gedaan om vertekening door gebrekkige herinnering zoveel mogelijk te
beperken. Het gemiddeld aantal contact met de fysiotherapeut is bepaald
door het aantal contacten in de 12 maanden voorafgaande aan het
vraaggesprek.
- Contact met riagg
- Contact met medici: Alle bezoeken aan een medicus in de 12 maanden
voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Contact met alternatieve genezers
- Contact met medici: Alle bezoeken aan een medicus in de 12 maanden
voorafgaand aan het vraaggesprek.
Alternatieve genezers: niet de huisarts.
- Ziekenhuisopname
- Ziekenhuisopname: Ziekenhuisopname in de 12 maanden voorafgaand
aan het onderzoek. Exclusief opnames wegens bevalling.
- Aantal ziekenhuisopnamen in bevolking
- Ziekenhuisopname: Ziekenhuisopname in de 12 maanden voorafgaand
aan het onderzoek. Exclusief opnames wegens bevalling.
- Aantal ziekenhuisopnamen van patiënten
- Ziekenhuisopname: Ziekenhuisopname in de 12 maanden voorafgaand
aan het onderzoek. Exclusief opnames wegens bevalling.
- Medicijngebruik voorgeschreven
- Medicijngebruik: Voorgeschreven en niet voorgeschreven medicijngebruik
in de 14 dagen voorafgaand aan het interview. Bij voorgeschreven
medicijngebruik is dit exclusief 'de pil' en geneesmiddelen tijdens
opname in ziekenhuis.
- Medicijngebruik niet voorgeschreven
- Medicijngebruik: Voorgeschreven en niet voorgeschreven medicijngebruik
in de 14 dagen voorafgaand aan het interview. Bij voorgeschreven
medicijngebruik is dit exclusief 'de pil' en geneesmiddelen tijdens
opname in ziekenhuis.
- Contact consultatiebureau
- Populatie: kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar die op het moment van het
interview in leven waren.
- Aspecten van gezondheid en ziekten
- Gemiddelde lengte van mannen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
- Gemiddelde lengte van vrouwen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
- Gemiddeld gewicht van mannen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
- Gemiddeld gewicht van vrouwen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
- Ondergewicht mannen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
QI index: Onder - en overgewicht worden uitgedrukt in waarden van de
Quetelet Index(QI). De QI wordt berekend als het quotiënt van het
lichaamsgewicht in kg en het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
De QI is alleen geschikt voor de berekening van het onder - of overgewicht
bij volwassen personen. Een QI van minder dan 18,5 duidt op
ondergewicht. Een QI tussen 18,5 en 25 geldt als normaal gewicht. Van
overgewicht is sprake bij een QI tussen de 25 en 30. Bij een QI van boven
de 30 is sprake van ernstig overgewicht.
- Normaalgewicht mannen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
QI index: Onder - en overgewicht worden uitgedrukt in waarden van de
Quetelet Index(QI). De QI wordt berekend als het quotiënt van het
lichaamsgewicht in kg en het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
De QI is alleen geschikt voor de berekening van het onder - of overgewicht
bij volwassen personen. Een QI van minder dan 18,5 duidt op
ondergewicht. Een QI tussen 18,5 en 25 geldt als normaal gewicht. Van
overgewicht is sprake bij een QI tussen de 25 en 30. Bij een QI van boven
de 30 is sprake van ernstig overgewicht.
- Overgewicht mannen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
QI index: Onder - en overgewicht worden uitgedrukt in waarden van de
Quetelet Index(QI). De QI wordt berekend als het quotiënt van het
lichaamsgewicht in kg en het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
De QI is alleen geschikt voor de berekening van het onder - of overgewicht
bij volwassen personen. Een QI van minder dan 18,5 duidt op
ondergewicht. Een QI tussen 18,5 en 25 geldt als normaal gewicht. Van
overgewicht is sprake bij een QI tussen de 25 en 30. Bij een QI van boven
de 30 is sprake van ernstig overgewicht.
- Ernstig overgewicht mannen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
QI index: Onder - en overgewicht worden uitgedrukt in waarden van de
Quetelet Index(QI). De QI wordt berekend als het quotiënt van het
lichaamsgewicht in kg en het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
De QI is alleen geschikt voor de berekening van het onder - of overgewicht
bij volwassen personen. Een QI van minder dan 18,5 duidt op
ondergewicht. Een QI tussen 18,5 en 25 geldt als normaal gewicht. Van
overgewicht is sprake bij een QI tussen de 25 en 30. Bij een QI van boven
de 30 is sprake van ernstig overgewicht.
- Ondergewicht vrouwen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
QI index: Onder - en overgewicht worden uitgedrukt in waarden van de
Quetelet Index(QI). De QI wordt berekend als het quotiënt van het
lichaamsgewicht in kg en het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
De QI is alleen geschikt voor de berekening van het onder - of overgewicht
bij volwassen personen. Een QI van minder dan 18,5 duidt op
ondergewicht. Een QI tussen 18,5 en 25 geldt als normaal gewicht. Van
overgewicht is sprake bij een QI tussen de 25 en 30. Bij een QI van boven
de 30 is sprake van ernstig overgewicht.
- Normaalgewicht vrouwen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
QI index: Onder - en overgewicht worden uitgedrukt in waarden van de
Quetelet Index(QI). De QI wordt berekend als het quotiënt van het
lichaamsgewicht in kg en het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
De QI is alleen geschikt voor de berekening van het onder - of overgewicht
bij volwassen personen. Een QI van minder dan 18,5 duidt op
ondergewicht. Een QI tussen 18,5 en 25 geldt als normaal gewicht. Van
overgewicht is sprake bij een QI tussen de 25 en 30. Bij een QI van boven
de 30 is sprake van ernstig overgewicht.
- Overgewicht vrouwen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
QI index: Onder - en overgewicht worden uitgedrukt in waarden van de
Quetelet Index(QI). De QI wordt berekend als het quotiënt van het
lichaamsgewicht in kg en het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
De QI is alleen geschikt voor de berekening van het onder - of overgewicht
bij volwassen personen. Een QI van minder dan 18,5 duidt op
ondergewicht. Een QI tussen 18,5 en 25 geldt als normaal gewicht. Van
overgewicht is sprake bij een QI tussen de 25 en 30. Bij een QI van boven
de 30 is sprake van ernstig overgewicht.
- Ernstig overgewicht vrouwen
- Populatie van 20 jaar en ouder (populatie 20+).
QI index: Onder - en overgewicht worden uitgedrukt in waarden van de
Quetelet Index(QI). De QI wordt berekend als het quotiënt van het
lichaamsgewicht in kg en het kwadraat van de lichaamslengte in meters.
De QI is alleen geschikt voor de berekening van het onder - of overgewicht
bij volwassen personen. Een QI van minder dan 18,5 duidt op
ondergewicht. Een QI tussen 18,5 en 25 geldt als normaal gewicht. Van
overgewicht is sprake bij een QI tussen de 25 en 30. Bij een QI van boven
de 30 is sprake van ernstig overgewicht.
- Minder goede gezondheid
- Minder goede gezondheid: Aan de respondenten wordt gevraagd hoe
gezond ze zich voelen. Ze kunnen kiezen uit de volgende
antwoordcategorieën: "Zeer goed", "goed", "gaat wel", "soms goed en
soms slecht" en "slecht". Respondenten die aangegeven hebben een
"gaat wel" of "soms goed en soms slecht" of "slecht" gezondheids-
toestand te hebben zijn geclassificeerd als respondenten met een minder
goede gezondheid.
- Astma
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Neusholteontsteking
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Hartkwaal of hartinfarct
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Hoge bloeddruk
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- (Gevolgen van) een beroerte
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Maagzweer
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Ernstige darmstoornissen
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Galstenen galblaasontsteking
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Leverziekte of levercirrhose
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Nierstenen
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Nierziekte
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Chronische blaasontsteking
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Verzakking
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
Alleen van toepassing op vrouwen van 16 jaar en ouder.
- Suikerziekte
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Schildklierafwijking
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Rugaandoening
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Gewrichtsslijtage (arthrose)
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Gewrichtsontsteking (arthritis)
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Chronische reuma
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Epilepsie
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Duizeligheid met vallen
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Migraine
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Ernstige huidziekte
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Kwaadaardige aandoening of kanker
- Gegevens zijn gebaseerd op de 12 maanden voorafgaand aan het vraaggesprek.
- Personen met 1 of meer OESO-scores
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
OESO - scores: Respondenten wordt gevraagd om van de 7 OESO -
activiteiten aan te geven of ze deze zonder moeite, met enige moeite,
met grote moeite, of niet kunnen verrichten. Personen die een activiteit
alleen met grote moeite of niet kunnen verrichten, worden op die functie
als lichamelijk beperkt beschouwd. De 7 OESO -items hebben betrekking
op horen (2 items), zien (2 items) en beweeglijkheid (3 items).
- Personen met beperkingen in horen
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
OESO - scores: Respondenten wordt gevraagd om van de 7 OESO -
activiteiten aan te geven of ze deze zonder moeite, met enige moeite,
met grote moeite, of niet kunnen verrichten. Personen die een activiteit
alleen met grote moeite of niet kunnen verrichten, worden op die functie
als lichamelijk beperkt beschouwd. De 7 OESO -items hebben betrekking
op horen (2 items), zien (2 items) en beweeglijkheid (3 items).
- Personen met beperkingen in zien
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
OESO - scores: Respondenten wordt gevraagd om van de 7 OESO -
activiteiten aan te geven of ze deze zonder moeite, met enige moeite,
met grote moeite, of niet kunnen verrichten. Personen die een activiteit
alleen met grote moeite of niet kunnen verrichten, worden op die functie
als lichamelijk beperkt beschouwd. De 7 OESO -items hebben betrekking
op horen (2 items), zien (2 items) en beweeglijkheid (3 items).
- Personen met beperking in bewegelijkheid
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
OESO - scores: Respondenten wordt gevraagd om van de 7 OESO -
activiteiten aan te geven of ze deze zonder moeite, met enige moeite,
met grote moeite, of niet kunnen verrichten. Personen die een activiteit
alleen met grote moeite of niet kunnen verrichten, worden op die functie
als lichamelijk beperkt beschouwd. De 7 OESO -items hebben betrekking
op horen (2 items), zien (2 items) en beweeglijkheid (3 items).
- Zonder kunstgebit
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
- Met alleen kunstgebit boven of onder
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
- Met kunstgebit boven en onder
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
- Met alleen een andere gebitsprothese
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
- Geboorte
- Gemiddelde geboortelengte
- Populatie: kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar die op het moment van het
interview in leven waren.
Meerlingen zijn buiten beschouwing gelaten.
- Gemiddeld geboortegewicht
- Populatie: kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar die op het moment van het
interview in leven waren.
Meerlingen zijn buiten beschouwing gelaten.
- Geboortegewicht > 2500 gr
- Populatie: kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar die op het moment van het
interview in leven waren.
Meerlingen zijn buiten beschouwing gelaten.
- Pilgebruik
- Populatie: vrouwen in de leeftijd van 16-49 jaar.
- Leefstijl
- Borstvoeding bij geboorte
- Populatie: kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar die op het moment van het
interview in leven waren.
- Borstvoeding op leeftijd van 6 weken
- Populatie: kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar die op het moment van het
interview in leven waren.
- Borstvoeding op leeftijd van 3 maanden
- Populatie: kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar die op het moment van het
interview in leven waren.
- Borstvoeding op leeftijd van 6 maanden
- Populatie: kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar die op het moment van het
interview in leven waren.
- Rokers
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
- Zware rokers
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
Zware rokers zijn personen die 20 of meer sigaretten/ shagjes per dag
roken.
- Geen alcohol drinkers
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
- Zware drinkers
- Populatie van 16 jaar en ouder (populatie 16+).
Zware drinkers zijn personen die minstens 1 keer per week 6 of meer
glazen alcohol op een dag drinken.