Schoolloopbanen (VOCL)

Tabeltoelichting

Toelichting onderwerpen

Schooltype

Schooltype bij aanvang voortgezet onderwijs.

ivbo/vbo

vbo/mavo

mavo/havo

havo/vwo

Onderwijspositie schooljaar 2000/'01

Onderwijspositie aan het begin van het schooljaar 2000/'01
van de groep uit geselecteerd cohort, uitgedrukt in procenten
van de betreffende startpopulatie.

Uitvaller zonder diploma

Schoolverlater zonder startkwalificatie

Wel diploma, geen startkwalificatie behaald.
Een startkwalificatie staat gelijk aan een diploma in het
secundair beroepsonderwijs (bol of bbl) op minimaal niveau 2 of een havo-
of vwo-diploma.

Overig

Leerlingen die nog onderwijs volgen dan wel leerlingen die met een
startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten.
In het VOCL worden uitsluitend scholieren in het voltijd onderwijs
gevolgd. Scholieren die vertrekken naar een deeltijdopleiding worden
niet langer waargenomen en over hen zijn dus in VOCL geen gegevens
beschikbaar over behaalde diploma's en onderwijsniveau. Van deze
scholieren is het dus niet mogelijk te bepalen of zij behoren tot de
uitvallers dan wel de voortijdig schoolverlaters. De leerlingen worden
eveneens gerekend tot de categorie 'overig'.

Opleiding ouders bij start cohort

Hoogst behaalde opleiding van de ouder met de hoogste opleiding.
Weergegeven is het percentage leerlingen van de startpopulatie
van de betreffende groep.

Lager onderwijs

Avo-1

Onder Avo-1 wordt verstaan alle opleidingen tot en met 3 HAVO/VWO.

Avo-2

Onder Avo-2 wordt verstaan alle opleidingen vanaf 4 HAVO/VWO,
inclusief MBO.

Hbo/universiteit

Onbekend

Ouders hebben geen vragenlijst ingevuld.

Woongebied bij start cohort

Weergegeven is het percentage leerlingen van de startpopulatie
van de betreffende groep.

De vier grote steden

Woonachtig in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht.

Buiten de vier grote steden

Woonachtig buiten de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam,
Den Haag en Utrecht).

Onbekend

Ouders hebben geen vragenlijst ingevuld.

Sociaal-econom. groep bij start cohort

Bepaald aan de hand van de werkzaamheden van de ouders. Daarbij wordt
uitgegaan van de hoogste categorie die binnen het huishouden voorkomt. De
volgende categorieën worden onderscheiden:
- arbeiders
- zelfstandigen
- lagere employés
- middelbare employés
- hogere employés
- overig en onbekend
Weergegeven is het percentage leerlingen van de startpopulatie van de
betreffende groep.

Arbeider

Ongeschoolde- dan wel geschoolde handarbeid waarvoor een
voltooide basisopleiding dan wel een onvoltooide lagere
beroepsopleiding vereist is.

Zelfstandige

Mensen die werkzaam zijn in eigen bedrijf of praktijk of in het bedrijf
of de praktijk van hun partner of ouders.

Lager employé

Beroep waarvoor enige jaren voortgezette opleiding vereist is.

Middelbaar employé

Beroep waarvoor een middelbare beroepsopleiding vereist is.

Hoger employé

Bedrijfshoofden met minimaal een voltooide middelbare beroepsopleiding
en academische beroepen.

Overig en onbekend

Deze categorie omvat onder andere gepensioneerden, werklozen en
personen met een onbekend beroepsniveau.

Toetsscores brugklasleerlingen

De brugklasleerlingen in de cohortonderzoeken leggen in de loop
van het eerste schooljaar een entreetoets af. Deze toets bestaat uit
drie deeltoetsen: taal, rekenen en informatieverwerking.
De deeltoetsen bestaan elk uit 20 opgaven. De scores per leerling
lopen tussen 1 en 20. Dit is gestandaardiseerd naar een schaal die
loopt van 1 (zeer laag) tot 5 (zeer hoog). In de tabel wordt het
gemiddelde per onderscheiden groep gegeven.

Totaalscore toetsen

De gemiddelde score over het totaal van de toetsen.

Deeltoets taal

De gemiddelde score voor de deeltoets taal.

Deeltoets rekenen

De gemiddelde score voor de deeltoets rekenen.

Deeltoets informatieverwerking

De gemiddelde score voor de deeltoets informatieverwerking.