Mobiliteit per regio naar geslacht, motief en persoonskenmerken

Bewerk tabel Download volledige dataset Toon toelichting

Mobiliteit per regio naar geslacht, motief en persoonskenmerken
Populatie Regio's Motieven Geslacht Persoonskenmerken Perioden Verplaatsingen per persoon per dag (aantal) Afstand per persoon per dag (km) Reisduur per persoon per dag (minuten)
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Totaal persoonskenmerken 2007 0,52 8,78 14,01
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Jonger dan 12 jaar - geen eigen inkomen 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Jaarinkomen: geen 2007 0,09 0,67 1,95
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Jaarinkomen: minder dan 7 500 euro 2007 0,46 4,15 10,19
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Jaarinkomen: 7 500 tot 15 000 euro 2007 0,45 4,95 9,95
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Jaarinkomen: 15 000 tot 22 500 euro 2007 0,86 13,83 22,56
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Jaarinkomen: 22 500 tot 30 000 euro 2007 0,95 18,10 27,13
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Jaarinkomen: 30 000 euro of meer 2007 0,97 23,05 31,62
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: personen < 12 jaar 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: basisonderwijs 2007 0,18 2,16 4,71
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: vbo/mavo 2007 0,54 7,63 12,84
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: mbo/havo/vwo 2007 0,75 11,93 19,12
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hbo/universiteit 2007 0,80 16,75 24,88
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 0 tot 12 jarigen 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 12 tot 15 jarigen 2007 0,05 0,19 1,58
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 15 tot 18 jarigen 2007 0,28 1,57 5,41
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 18 tot 20 jarigen 2007 0,47 3,93 9,78
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 20 tot 25 jarigen 2007 0,73 11,02 19,43
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 25 tot 30 jarigen 2007 0,93 18,02 27,78
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 30 tot 40 jarigen 2007 0,90 16,57 25,07
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 40 tot 50 jarigen 2007 0,90 15,85 24,01
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 50 tot 60 jarigen 2007 0,79 12,95 20,93
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 60 tot 65 jarigen 2007 0,29 4,35 7,55
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 65 tot 75 jarigen 2007 0,05 0,57 1,15
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 75 jarigen of ouder 2007 0,01 0,10 0,18
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 0 tot 15 jarigen 2007 0,01 0,04 0,32
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 15 tot 25 jarigen 2007 0,53 6,48 12,90
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 25 tot 45 jarigen 2007 0,90 16,81 25,35
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 45 tot 65 jarigen 2007 0,72 11,75 18,87
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen 65 jarigen en ouder 2007 0,03 0,36 0,73
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Sociale groep: personen < 6 jaar 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Werkzaam; minder dan 30 uur per week 2007 0,83 9,53 18,60
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Werkzaam; 30 uur of meer per week 2007 1,17 22,47 33,50
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Werkloos of werkzoekend 2007 0,06 0,68 1,28
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Scholier/student 2007 0,14 1,06 3,08
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Werkt in eigen huishouding 2007 0,07 0,56 1,19
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Gepensioneerd/VUT 2007 0,02 0,22 0,50
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen WAO-er 2007 0,06 0,40 1,17
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Personen met een studentenweekkaart 2007 0,40 4,35 10,05
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Personen met een studentenweekendkaart 2007 0,26 2,74 5,62
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Personen zonder studenten-OV-kaart 2007 0,53 8,98 14,20
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Geen auto beschikbaar 2007 0,38 4,24 10,90
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Wel rijbewijs en soms auto beschikbaar 2007 0,59 7,77 14,77
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen en vrouwen Wel rijbewijs en autobezitter 2007 0,78 15,12 21,34
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Totaal persoonskenmerken 2007 0,64 12,53 18,40
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Jonger dan 12 jaar - geen eigen inkomen 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Jaarinkomen: geen 2007 0,13 1,11 2,86
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Jaarinkomen: minder dan 7 500 euro 2007 0,55 6,34 14,60
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Jaarinkomen: 7 500 tot 15 000 euro 2007 0,48 6,20 11,87
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Jaarinkomen: 15 000 tot 22 500 euro 2007 0,92 16,56 24,98
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Jaarinkomen: 22 500 tot 30 000 euro 2007 0,97 19,84 28,05
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Jaarinkomen: 30 000 euro of meer 2007 0,99 24,57 32,52
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Onderwijsniveau: personen < 12 jaar 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Onderwijsniveau: basisonderwijs 2007 0,27 3,87 7,54
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Onderwijsniveau: vbo/mavo 2007 0,74 12,62 19,14
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Onderwijsniveau: mbo/havo/vwo 2007 0,86 16,69 24,33
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Onderwijsniveau: hbo/universiteit 2007 0,89 20,45 28,53
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 0 tot 12 jarigen 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 12 tot 15 jarigen 2007 0,06 0,19 1,66
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 15 tot 18 jarigen 2007 0,32 1,95 6,20
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 18 tot 20 jarigen 2007 0,51 4,77 10,63
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 20 tot 25 jarigen 2007 0,77 13,84 22,05
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 25 tot 30 jarigen 2007 1,05 22,31 31,75
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 30 tot 40 jarigen 2007 1,13 24,00 33,60
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 40 tot 50 jarigen 2007 1,09 22,49 31,74
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 50 tot 60 jarigen 2007 1,00 19,83 28,98
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 60 tot 65 jarigen 2007 0,43 6,58 10,83
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 65 tot 75 jarigen 2007 0,08 1,02 1,95
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 75 jarigen of ouder 2007 0,02 0,23 0,38
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 0 tot 15 jarigen 2007 0,01 0,04 0,35
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 15 tot 25 jarigen 2007 0,57 8,05 14,49
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 25 tot 45 jarigen 2007 1,10 23,47 32,71
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 45 tot 65 jarigen 2007 0,91 17,42 25,75
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen 65 jarigen en ouder 2007 0,06 0,71 1,35
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Sociale groep: personen < 6 jaar 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Werkzaam; minder dan 30 uur per week 2007 0,86 12,71 22,99
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Werkzaam; 30 uur of meer per week 2007 1,20 24,60 34,92
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Werkloos of werkzoekend 2007 0,08 1,05 1,98
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Scholier/student 2007 0,14 1,09 3,17
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Werkt in eigen huishouding 2007 0,18 3,71 5,37
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Gepensioneerd/VUT 2007 0,04 0,38 0,82
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen WAO-er 2007 0,07 0,44 1,28
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Personen met een studentenweekkaart 2007 0,41 4,81 10,96
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Personen met een studentenweekendkaart 2007 0,20 3,55 4,95
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Personen zonder studenten-OV-kaart 2007 0,65 12,88 18,74
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Geen auto beschikbaar 2007 0,53 6,65 16,12
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Wel rijbewijs en soms auto beschikbaar 2007 0,83 12,90 22,28
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Mannen Wel rijbewijs en autobezitter 2007 0,88 19,09 25,47
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Totaal persoonskenmerken 2007 0,40 5,08 9,70
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Jonger dan 12 jaar - geen eigen inkomen 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Jaarinkomen: geen 2007 0,07 0,43 1,45
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Jaarinkomen: minder dan 7 500 euro 2007 0,41 3,10 8,08
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Jaarinkomen: 7 500 tot 15 000 euro 2007 0,43 4,29 8,94
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Jaarinkomen: 15 000 tot 22 500 euro 2007 0,78 10,60 19,71
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Jaarinkomen: 22 500 tot 30 000 euro 2007 0,92 14,81 25,39
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Jaarinkomen: 30 000 euro of meer 2007 0,91 17,42 28,32
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Onderwijsniveau: personen < 12 jaar 2007
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Onderwijsniveau: basisonderwijs 2007 0,11 0,78 2,45
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Onderwijsniveau: vbo/mavo 2007 0,35 3,25 7,30
Hele bevolking Nederland Van en naar het werk Vrouwen Onderwijsniveau: mbo/havo/vwo 2007 0,62 7,06 13,78
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel vindt u informatie over de mate waarin Nederlanders deelnemen
aan het verkeer uitgesplitst per regio naar geslacht, motief en
persoonskenmerken (o.a. naar persoonsinkomen, leeftijd of
opleidingsniveau).

De verkeersdeelname van personen is uitgedrukt in drie grootheden:
- Gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag.
Hierbij is een verplaatsing een reis of een gedeelte van een reis afgelegd
met één motief. Bijvoorbeeld de afgelegde afstand van huis naar werk is één
verplaatsing, ongeacht of hierbij één of meerdere vervoermiddelen worden
gebruikt.
- Gemiddeld aantal afgelegde kilometers per persoon per dag.
- Gemiddelde reisduur per persoon per dag: gebaseerd op vertrek- en
aankomsttijden van verplaatsingen.

De mobiliteitsgegevens voor de jaren 1985-2003 zijn verkregen uit de door
het Centraal Bureau voor de statistiek (CBS) jaarlijks uitgevoerde enquête
Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG). Sinds 2004 zijn de mobiliteitsgegevens

afkomstig uit het Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON) van Dienst Verkeer
en Scheepvaart (DVS), een onderdeel van het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1985.

Status van de cijfers
Cijfers op basis van OVG/MON zijn altijd definitief.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet per 20-03-2012 en voortgezet als “Mobiliteit in Nederland; persoonskenmerken en motieven, regio's”. Zie ook paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Verplaatsingen per persoon per dag
Dit betreft de verkeersdeelname van personen uitgedrukt in het gemiddeld
aantal verplaatsingen per persoon per dag. Hierbij is een verplaatsing
een reis of een gedeelte van de reis afgelegd met één motief.
Bijvoorbeeld de afgelegde afstand van huis naar werk is één verplaatsing,
ongeacht of hierbij van één of meerdere vervoermiddelen gebruik wordt
gemaakt.
Cijfers over het aantal verplaatsingen per persoon per dag naar
vervoerwijze zijn berekend op basis van de hoofdvervoerwijze. De
hoofdvervoerwijze voor een verplaatsing is gelijk aan de gebruikte
vervoerwijze behalve wanneer de verplaatsing uit meer dan één rit
bestaat. Hierbij is een rit gedefinieerd als een (onderdeel van een)
verplaatsing die met één vervoerwijze plaatsvindt en die eindigt wanneer
men de plaats van bestemming bereikt of wanneer men van vervoerwijze
verandert.
Wanneer bij een verplaatsing sprake is van meerdere ritten dan geschiedt
de toekenning van de hoofdvervoerwijze volgens een vooraf bepaalde
prioriteitenvolgorde. De gehanteerde prioriteitenvolgorde is als volgt:
- Trein
- Bus/tram/metro
- Autobestuurder
- Autopassagier
- Taxi
- Motor/scooter
- Bromfiets
- Snorfiets
- Fiets
- Bij iemand op de fiets
- Overig
- lopen
- Onbekend.
Afstand per persoon per dag
Dit betreft de verkeersdeelname van personen uitgedrukt in het gemiddeld
aantal afgelegde kilometers per persoon per dag.
Cijfers over het aantal afgelegde kilometers per persoon per dag naar
vervoerwijze zijn berekend op basis van de (rit)vervoerwijze. Een rit is
gedefinieerd als een (onderdeel van een) verplaatsing die met één
vervoerwijze plaatsvindt en die eindigt wanneer men de plaats van
bestemming bereikt of wanneer men van vervoerwijze verandert.
Reisduur per persoon per dag
Dit betreft de verkeersdeelname van personen uitgedrukt in de gemiddelde
reisduur per persoon per dag. De reisduur is gebaseerd op de door de
respondent aangegeven vertrek- en aankomsttijd van een verplaatsing.
Cijfers over de reisduur per persoon per dag naar vervoerwijze zijn
berekend op basis van de hoofdvervoerwijze. De hoofdvervoerwijze voor een
verplaatsing is gelijk aan de gebruikte vervoerwijze behalve wanneer de
verplaatsing uit meer dan één rit bestaat. Een rit is gedefinieerd als
een (onderdeel van een) verplaatsing die met één vervoerwijze plaatsvindt
en die eindigt wanneer men de plaats van bestemming bereikt of wanneer
men van vervoerwijze verandert.
Wanneer bij een verplaatsing sprake is van meerdere ritten dan geschiedt
de toekenning van de hoofdvervoerwijze volgens een vooraf bepaalde
prioriteitenvolgorde. De gehanteerde prioriteitenvolgorde is als volgt:
- Trein
- Bus/tram/metro
- Autobestuurder
- Autopassagier
- Taxi
- Motor/scooter
- Bromfiets
- Snorfiets
- Fiets
- Bij iemand op de fiets
- Overig
- lopen
- Onbekend.