Inkomensbeoordeling van huishoudens 1985-2011
Huishoudkenmerken | Perioden | Minimaal nodig geacht huishoudensinkomen Gemiddeld minimale huishoudensinkomen (1 000 euro) | Minimaal nodig geacht huishoudensinkomen Gemid. gestand. minimale huishoudensink. (1 000 euro) | Minimaal nodig geacht huishoudensinkomen Ontvangen inkomen < nodig geacht inkomen (% van alle huishoudens per categorie) | Rondkomen met het huishoudensinkomen Zeer moeilijk/moeilijk (% van alle huishoudens per categorie) | Rondkomen met het huishoudensinkomen Eerder moeilijk/ eerder gemakkelijk (% van alle huishoudens per categorie) | Rondkomen met het huishoudensinkomen Gemakkelijk/zeer gemakkelijk (% van alle huishoudens per categorie) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal huishoudenskenmerken | 2011 | . | . | . | 14 | 25 | 62 |
Eenpersoonshuishouden | 2011 | . | . | . | 18 | 28 | 54 |
Meerp. hh.; met minderjarige kinderen | 2011 | . | . | . | 14 | 27 | 59 |
Meerp. hh.; 1 volw. met minderj. kind. | 2011 | . | . | . | 38 | 31 | 31 |
Meerp. hh.; paar; met minderj. kind. | 2011 | . | . | . | 10 | 27 | 63 |
Meerp. hh.; zonder minderjarige kinderen | 2011 | . | . | . | 9 | 20 | 71 |
Meerp. hh.; paar; uitsl. meerderj. kind. | 2011 | . | . | . | 13 | 22 | 65 |
Meerp. hh.; paar; znd kind. | 2011 | . | . | . | 7 | 20 | 74 |
Leeftijd tot 25 jaar | 2011 | . | . | . | 11 | 32 | 56 |
Leeftijd 25 tot 44 jaar | 2011 | . | . | . | 14 | 23 | 64 |
Leeftijd 45 tot 64 jaar | 2011 | . | . | . | 16 | 25 | 59 |
Leeftijd 65 jaar of ouder | 2011 | . | . | . | 9 | 26 | 65 |
Lager onderwijsniveau | 2011 | . | . | . | 20 | 31 | 49 |
Middelbaar onderwijsniveau | 2011 | . | . | . | 15 | 26 | 59 |
Hoger onderwijsniveau | 2011 | . | . | . | 7 | 19 | 74 |
Beroepsbevolking | 2011 | . | . | . | . | . | . |
Niet beroepsbevolking | 2011 | . | . | . | . | . | . |
Geen pers. beh. tot beroepsbev. | 2011 | . | . | . | . | . | . |
Een pers. beh. tot beroepsbev. | 2011 | . | . | . | . | . | . |
Twee of meer pers. beh. tot beroepsbev. | 2011 | . | . | . | . | . | . |
1e 20% (laagste) inkomensgroep | 2011 | . | . | . | 28 | 33 | 39 |
2e 20% inkomensgroep | 2011 | . | . | . | 18 | 31 | 51 |
3e 20% inkomensgroep | 2011 | . | . | . | 10 | 27 | 62 |
4e 20% inkomensgroep | 2011 | . | . | . | 8 | 20 | 71 |
5e 20% (hoogste) inkomensgroep | 2011 | . | . | . | 3 | 12 | 84 |
1e 20% (laagste) inkomensgroep gestand. | 2011 | . | . | . | 30 | 34 | 36 |
2e 20% inkomensgroep gestand. | 2011 | . | . | . | 19 | 36 | 45 |
3e 20% inkomensgroep gestand. | 2011 | . | . | . | 12 | 26 | 62 |
4e 20% inkomensgroep gestand. | 2011 | . | . | . | 6 | 18 | 76 |
5e 20% (hoogste) inkomensgroep gestand. | 2011 | . | . | . | 2 | 10 | 88 |
Laag inkomen | 2011 | . | . | . | 40 | 29 | 31 |
Geen laag inkomen | 2011 | . | . | . | 11 | 24 | 65 |
Onder of rond sociaal minimum | 2011 | . | . | . | 38 | 32 | 30 |
Boven het sociaal minimum | 2011 | . | . | . | 11 | 24 | 65 |
[zeer] sterk stedelijk | 2011 | . | . | . | 15 | 25 | 60 |
Matig tot weinig stedelijk | 2011 | . | . | . | 12 | 25 | 63 |
Niet stedelijk | 2011 | . | . | . | 11 | 24 | 65 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers over het minimaal nodig geacht huishoudensinkomen; rondkomen met het huishoudensinkomen.
In deze tabel zijn gegevens uit te splitsen naar de volgende kenmerken:
- Totaal huishoudenskenmerken;
- Samenstelling huishouden;
- Leeftijd hoofdkostwinner;
- Onderwijsniveau hoofdkostwinner;
- Arbeidspositie hoofdkostwinner;
- Arbeidsparticipatie van huishoudens;
- Besteedbaar huishoudensinkomen;
- Gestand. besteedbaar huishoudensinkomen;
- Huishoudens met een laag inkomen;
- Huishoudens onder-/rond sociaal minimum;
- Stedelijkheid.
Gegevens zijn beschikbaar over 1985 tot en met 2011.
Wijziging per 9 april 2015:
De tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Inkomensbeoordeling en financiële problemen; huishoudens. Zie paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Minimaal nodig geacht huishoudensinkomen
- - Gemiddeld minimale huishoudensinkomen.
Deze vraag luidde in SEP en POLS als volgt: "Welk netto-inkomen per maand
vindt u in uw omstandigheden voor uw huishouden volstrekt minimaal? Dat
wil zeggen dat u met minder niet in staat zou zijn de eindjes aan elkaar
te knopen?" In EU-SILC is de exacte vraag "Welk netto inkomen per maand
heeft u voor uw huishouden minstens nodig om de eindjes aan elkaar te
kunnen knopen?"
Bij de beantwoording van de vraag gaat het expliciet om het minimale
inkomen dat de respondent in zijn huidige omstandigheden nodig heeft.
Gevraagd wordt dus niet naar het minimale inkomen waarmee de respondent
mogelijk zou kunnen rondkomen. Het antwoord op de vraag over het minimale
huishoudensinkomen is afhankelijk van factoren zoals de
huishoudenssamenstelling, het feitelijke inkomen, referentiegroepen en
gewenningseffecten. Het minimaal benodigde netto jaarinkomen is berekend
door het opgegeven minimale netto maandinkomen te vermenigvuldigen met 12.
- Gemiddeld gestandaardiseerd minimale huishoudensinkomen:
Bij het vergelijken van inkomens moet rekening worden gehouden met het
aantal mensen dat afhankelijk is van het inkomen. Zo heeft een echtpaar
een hoger inkomen nodig dan een alleenstaande om op een vergelijkbaar
welvaartsniveau te komen. Het gestandaardiseerd minimaal nodig geacht
huishoudensinkomen is derhalve gecorrigeerd voor de omvang en de
samenstelling van het huishouden.
- Ontvangen netto huishoudensinkomen < minimaal nodig geacht
huishoudensinkomen:
Behalve de vraag naar het minimaal nodig geachte huishoudensinkomen is ook
gevraagd naar het werkelijk ontvangen netto inkomen van het
huishouden. Door beide inkomens met elkaar te vergelijken kan worden
vastgesteld of het netto ontvangen huishoudensinkomen lager danwel hoger
is dan het inkomen dat het huishouden zelf minimaal noodzakelijk acht.- Gemiddeld minimale huishoudensinkomen
- Gemid. gestand. minimale huishoudensink.
- Ontvangen inkomen < nodig geacht inkomen
- Rondkomen met het huishoudensinkomen
- Gevraagd is: 'Hoe goed kunt u rondkomen met het totale netto
huishoudsinkomen?'. Deze vraag wordt in ieder huishouden door de
hoofdkostwinner beantwoord. Respondenten kunnen de
volgende antwoorden geven: Zeer moeilijk, moeilijk, eerder moeilijk dan
gemakkelijk, eerder gemakkelijk dan moeilijk, gemakkelijk en zeer
gemakkelijk. In StatLine zijn de zes antwoordmogelijkheden
samengevoegd tot drie categorieën:
Zeer moeilijk/moeilijk;
Eerder moeilijk/eerder gemakkelijk:
Zeer gemakkelijk/gemakkelijk.
De cijfers van 2005 zijn ontleend aan het onderzoek 'Statistics on Income
and Living Conditions' (EU-SILC). De gegevens van 2003 en 2004 zijn
ontleend aan het Permanent
Onderzoek Leefsituatie (POLS). Cijfers voor eerdere jaren zijn
beschikbaar uit het Sociaal-Economisch Panelonderzoek (SEP) van
het CBS.
Vanwege een andere onderzoeksopzet zijn vergelijkingen in de tijd
niet goed mogelijk.- Zeer moeilijk/moeilijk
- Eerder moeilijk/ eerder gemakkelijk
- Gemakkelijk/zeer gemakkelijk