Regionale economische totalen, 2001-2004

Regionale economische totalen, 2001-2004

Regio's Perioden BBP (mln. euro) BBP per hoofd (1 000 euro) Aansluiting BBP (basisprijzen) (mln. euro) Totaal toegevoegde waarde (basisprijzen) (mln. euro) Beloning werknemers (mln. euro) Niet-productgebonden belastingen (mln. euro) Niet-productgebonden subsidies (mln. euro) Bruto exploitatieoverschot (mln. euro) Correctie exploitatieoverschot (mln. euro) Totaal bruto exploitatieoverschot (mln. euro)
Totaal Nederland 2001 447.731 28 50.175 397.556 227.390 4.788 3.810 169.188 1.008 170.196
Totaal Nederland 2002 465.214 29 50.840 414.374 238.825 5.004 3.979 174.524 1.134 175.658
Totaal Nederland 2003 476.945 29 51.689 425.256 245.752 5.050 3.683 178.137 711 178.848
Totaal Nederland 2004* 489.854 30 54.017 435.837 250.171 5.320 4.053 184.399 224 184.623
Noord-Nederland 2001 43.561 26 4.882 38.679 19.350 431 345 19.243 98 19.341
Noord-Nederland 2002 44.538 26 4.867 39.671 20.399 452 359 19.179 109 19.288
Noord-Nederland 2003 46.222 27 5.009 41.213 21.103 456 323 19.978 69 20.047
Noord-Nederland 2004* 46.956 28 5.178 41.778 21.432 473 376 20.249 21 20.270
Oost-Nederland 2001 79.054 23 8.859 70.195 42.014 896 736 28.022 178 28.200
Oost-Nederland 2002 81.805 24 8.940 72.865 43.991 938 765 28.701 199 28.900
Oost-Nederland 2003 84.419 25 9.149 75.270 45.752 974 762 29.305 126 29.431
Oost-Nederland 2004* 86.873 25 9.580 77.293 46.738 1.034 807 30.328 40 30.368
West-Nederland 2001 225.207 30 25.238 199.969 117.978 2.405 1.927 81.513 507 82.020
West-Nederland 2002 236.560 31 25.852 210.708 123.988 2.512 2.034 86.243 577 86.820
West-Nederland 2003 242.295 32 26.259 216.036 126.877 2.514 1.846 88.491 361 88.852
West-Nederland 2004* 248.924 33 27.449 221.475 129.135 2.656 2.053 91.737 114 91.851
Zuid-Nederland 2001 94.922 27 10.637 84.285 47.721 1.050 800 36.313 214 36.527
Zuid-Nederland 2002 98.026 28 10.713 87.313 50.105 1.097 819 36.929 239 37.168
Zuid-Nederland 2003 99.862 28 10.823 89.039 51.666 1.101 750 37.022 149 37.171
Zuid-Nederland 2004* 102.044 29 11.253 90.791 52.500 1.150 815 37.956 47 38.003
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Verslagperiode: 2001 - 2004
Frequentie: gestopt.

In 2005 is een revisie uitgevoerd op de nationale en de regionale
rekeningen over verslagjaar 2001.
Voor regionale rekeningen cijfers is nog geen consistente tijdreeks vóór
2001 beschikbaar.

Regionale rekeningen geven een op de nationale rekeningen aansluitende
kwantitatieve beschrijving van het economisch proces van regio's binnen een
land. Als onderdelen van het economisch proces worden in de nationale
rekeningen productie, inkomensverdeling, bestedingen en financiering
onderscheiden.
Bij de regionale rekeningen ligt de nadruk echter op de beschrijving van de
productieprocessen in de verscheidene regio's.

Infoservice: href="http://www.cbs.nl/infoservice">http://www.cbs.nl/infoservice

Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen 2006

Bronvermelding is verplicht, verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern
gebruik is toegestaan.

Toelichting onderwerpen

BBP
De toegevoegde waarde tegen marktprijzen voor de totale economie, Bruto
Binnenlands Product (BBP) wordt als volgt berekend:
bij bedrijfsklassen gevormde toegevoegde waarde tegen basisprijzen
plus: saldo van productgebonden belastingen en productgebonden subsidies
plus: verschil toegerekende en afgedragen BTW. De BTW en de belastingen
en subsidies op invoer worden niet toegerekend aan bedrijfsklassen.
Vandaar dat het BBP tegen marktprijzen niet restloos kan worden
uitgesplitst naar bedrijfsklassen.
Deze transacties worden, overeenkomstig de internationale richtlijnen,
aan regio's toegerekend op basis van de totale toegevoegde waarde per
regio.
Afhankelijk van de behandeling van de afschrijvingen is de toegevoegde
waarde bruto (inclusief afschrijvingen) of netto (exclusief
afschrijvingen). In deze publicatie wordt de toegevoegde waarde
uitsluitend inclusief de afschrijvingen gepresenteerd.
BBP per hoofd
Bruto Binnenlands Product (BBP), de toegevoegde waarde tegen marktprijzen
voor de totale economie, per hoofd van de bevolking.
Aansluiting BBP (basisprijzen)
Bruto Binnenlands Product (BBP); Aansluiting BBP (marktprijzen) op
BBP (basisprijzen).
Totaal toegevoegde waarde (basisprijzen)
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen totaal bedrijven is gelijk aan
het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen).
Beloning werknemers
De beloning van werknemers heeft betrekking op de beloning voor geleverde
arbeid. Als werknemer zijn aangemerkt alle ingezeten en niet-ingezeten
personen die in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van NV's
en BV's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de
beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van
sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies t.l.v. werkgevers anderzijds.
De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en
de sociale premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten
de lonen naast het periodieke, direct aan werknemers betaalde loon ook
aanvullingen hierop (zoals gratificaties, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en
het vakantiegeld.
Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in
verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het
woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend.
De sociale premies t.l.v. werkgevers hebben betrekking op de werkgevers-
bijdragen in het kader van de sociale zekerheid. Zij omvatten premies
wettelijke sociale verzekering, particuliere sociale premies (waaronder
pensioenpremies) en toegerekende sociale premies.
De sociale premies t.l.v. werkgevers worden meestal rechtstreeks door de
werkgevers afgedragen aan de verzekeraars. Om tot het juiste loonkosten-
begrip te komen worden ze echter in de nationale rekeningen per conventie
geboekt als twee transacties: a) een betaling van de werkgevers aan hun
werknemers en b) een afdracht van de werknemers aan de verzekeraars.
Niet-productgebonden belastingen
Deze belastingen omvatten alle belastingen op productie die producenten
moeten betalen, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde
of verkochte producten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerende
zaakbelasting, reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
Niet-productgebonden subsidies
Hieronder vallen de overige subsidies op productie. Deze subsidies zijn
niet direct relateerbaar aan de waarde of de hoeveelheid geproduceerde
en verkochte producten. Het betreft vooral de loonsubsidies.
Bruto exploitatieoverschot
Het bruto exploitatieoverschot per bedrijfsklasse is het saldo dat
resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd
met de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden
belastingen op productie en niet productgebonden subsidies op productie.
Bij zelfstandigen wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook
de beloning voor de door hun geleverde arbeid bevat.
Op het niveau van de totale economie wordt het exploitatieoverschot
bepaald door het totaal van de bedrijfsklassen te vermeerderen met het
verschil toegerekende en afgedragen BTW.
Correctie exploitatieoverschot
Dit is het verschil tussen de toegerekende en de afgedragen BTW.
Totaal bruto exploitatieoverschot
Bruto exploitatieoverschot bedrijfstakken plus de Correctie
exploitatieoverschot.