Gezondheid, leefstijl, zorggebruik; 2000-2009

Tabeltoelichting

Deze tabel bevat het merendeel van de uitkomsten van de jaarlijkse module gezondheidsenquête uit het Permanent LeefSituatie Onderzoek (POLS). Het CBS houdt deze enquête met het doel een zo volledig mogelijk overzicht te geven van ontwikkelingen in de gezondheid, medische consumptie, leefstijl en het preventieve gedrag van de Nederlandse
bevolking. Er worden onder andere vragen gesteld over algemene gezondheid, chronische aandoeningen, lichamelijke beperkingen, contacten met huisarts, fysiotherapeut, specialist en tandarts, ziekenhuisopnamen, medicijngebruik, roken, alcoholgebruik, lichamelijke activiteit, griepvaccinatie, cervix uitstrijkjes en mammografieën. In de tabel zijn de gegevens uit te splitsen naar de volgende kenmerken:
- geslacht
- leeftijdsklasse (2x)
- geslacht x leeftijdsklasse (2x)
- soort ziektekostenverzekering (tot 2006)
- opleidingsniveau
- sociaal economische groep
- samenstelling huishouden
- stedelijkheid woonplaats

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000 of 2001 tot en met 2009.

Status van de cijfers: Definitief

Wijzigingen per 14 oktober 2016:
De Verklaring van symbolen is vereenvoudigd. Dit heeft tot gevolg dat in deze tabel alle aanwezige streepjes (nihil) en kruisjes (geheim) in de cijfervelden zijn vervangen door een punt (het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim).

Wanneer komen er nieuwe cijfers? Tabel is stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Medische consumptie
Huisarts
Initiatief tot het contact met huisarts
Het betreft de verdeling naar het initiatief voor het contact van de huisartscontacten welke in een periode van 2 maanden vóór de enquête hebben plaatsgevonden. De teleenheid is het huisartscontact.
Herhalingsconsult
Betreft een herhalingsconsult met de huisarts, eerder met de huisarts afgesproken. De teleenheid is het huisartscontact.
Gezondheid en aandoeningen
Langdurige aandoeningen
Langdurige aandoeningen t/m 2000
Het betreft 24 met name genoemde ziekten en aandoeningen waarvan de respondent moet aangeven of hij die heeft of in de laatste 12 maanden gehad heeft. De cijfers betreffen het percentage personen met "ja". Een aantal items is niet gesteld aan personen jonger dan 12 jaar. Voor de prevalentie zijn deze als "nee" geteld.
Het betreft de volgende 8 aandoeningen:
- hoge bloeddruk.
- (gevolgen van) een beroerte.
- maagzweer of zweer aan de 12 - vingerige darm.
- galstenen of galblaasontsteking.
- nierstenen.
- verzakking.
- schildklierafwijking.
- gewrichtsslijtage.
Als gevolg van gewijzigde vraagstellingen zijn de cijfers vanaf 2001 niet vergelijkbaar met voorgaande jaren.
(Gevolgen van) een beroerte
Functiebeperkingen
Functie (lichamelijke) beperkingen worden in de POLS-module gezondheid en arbeid in een drietal vragenblokken waargenomen:
a De OESO-indicator (zie aldaar) voor personen van 12 jaar of ouder en
b De ADL-indicator (zie aldaar) voor personen vanaf 55 jaar.
c Tijdelijke activiteitenbeperking en beddagen van personen van 0 jaar of ouder.
Beperkingen volgens OESO-indicator (12+)
De OESO-indicator (Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling) is gebaseerd op de volgende 7 vragen:
1. Een gesprek volgen in een groep van drie of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)
2. Met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)
3. Kleine letters in de krant lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)
4, op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)
5, een voorwerp van 5 kilo, bijv. een volle boodschappentas 10 meter
dragen 6, rechtop staand kunnen bukken en iets van de grond oppakken 7, 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok) Antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan niet. De indicator scoort "ja" als minstens één van de 7 vragen met "kan niet" of "met grote moeite" wordt beantwoord. Deze vragen worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder . Totaalregel is derhalve: personen van 12 jaar of ouder. Per 2001 is nog een vraag toegevoegd over verstaanbaarheid: kunt u normaal verstaanbaar praten? Deze vraag doet echter niet mee bij de bepaling van de indicator.
Personen met 1 of meer OESO scores
% Personen met 1 of meer OESO-scores Betreft het percentage personen in de bevolking van 12 jaar of ouder dat minstens 1 keer ja zegt op één van de 7 vragen van de OESO-indicator (zie aldaar).
Aantal OESO-beperkingen per persoon
Betreft het aantal beperkingen per persoon in de bevolking van 12 jaar of ouder op de 7 vragen van de OESO-indicator (zie aldaar).
Aantal OESO-bep. per pers.met beperking
Aantal OESO-beperkingen per persoon met beperking Betreft het aantal beperkingen van personen (12 jaar of ouder) welke op minstens één van de 7 vragen van de OESO-indicator (zie aldaar) een beperking hebben aangegeven .
Beperkingen volgens ADL-indicator (55+)
De ADL-indicator (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen) is gebaseerd op de volgende 10 vragen:
1. Eten en drinken
2. Gaan zitten en opstaan uit een stoel
3. In- en uit bed stappen
4. Aan- en uitkleden
5. Zich verplaatsen naar een andere kamer op dezelfde verdieping
6. De trap op- en aflopen
7. De woning verlaten en binnengaan
8. Zich verplaatsen buitenshuis
9. Het gezicht en de handen wassen
10. Zich volledig wassen
De 4 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; alleen met hulp van anderen. De indicator scoort "ja" als minstens één van de 10 vragen met "met grote moeite" of "alleen met hulp van anderen" wordt beantwoord.
Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder in het in het mondeling deel van de module gezondheid en arbeid. Per 2001 zijn de vragen 2; 3 en 6 ook gesteld aan personen van 12 tot en met 54 jaar. De gepresenteerde cijfers betreffen personen van 55 jaar of ouder.
Personen met 1 of meer ADL-beperkingen
% Personen met 1 of meer ADL-beperkingen. Betreft het percentage personen in de bevolking van 55 jaar of ouder dat minstens 1 keer " ja" zegt op één van de 10 vragen van de ADL-indicator (zie aldaar).
ADL-beperkingen per persoon
Betreft het aantal beperkingen per persoon in de bevolking van 55 jaar of ouder op de 10 vragen van de ADL-indicator (zie aldaar).
ADL-beperkingen p.p. met beperking
Aantal ADL- beperkingen per persoon met beperking Betreft het aantal beperkingen van personen (55 jaar of ouder) die op minstens één van de 10 vragen van de ADL-indicator (zie aldaar) een beperking hebben aangegeven .