Tijdreeksen sociale zekerheid
Perioden | Uitkeringen sociale zekerheid AOW (x 1 000) |
---|---|
1947 | 250 |
1948 | 297 |
1949 | 300 |
1950 | 309 |
1951 | 318 |
1952 | 332 |
1953 | 343 |
1954 | 360 |
1955 | 369 |
1956 | 369 |
1957 | 739 |
1958 | 765 |
1959 | 788 |
1960 | 814 |
1961 | 830 |
1962 | 850 |
1963 | 873 |
1964 | 901 |
1965 | 926 |
1966 | 952 |
1967 | 979 |
1968 | 1.006 |
1969 | 1.035 |
1970 | 1.061 |
1971 | 1.088 |
1972 | 1.116 |
1973 | 1.141 |
1974 | 1.171 |
1975 | 1.197 |
1976 | 1.221 |
1977 | 1.252 |
1978 | 1.280 |
1979 | 1.309 |
1980 | 1.333 |
1981 | 1.356 |
1982 | 1.376 |
1983 | 1.393 |
1984 | 1.410 |
1985 | 1.862 |
1986 | 1.898 |
1987 | 1.934 |
1988 | 1.976 |
1989 | 2.011 |
1990 | 2.040 |
1991 | 2.069 |
1992 | 2.097 |
1993 | 2.127 |
1994 | 2.152 |
1995 | 2.186 |
1996 | 2.216 |
1997 | 2.248 |
1998 | 2.276 |
1999 | 2.305 |
2000 | 2.334 |
2001 | 2.366 |
2002 | 2.402 |
2003 | 2.446 |
2004 | 2.499 |
2005 | 2.554 |
2006 | 2.605 |
2007 | 2.664 |
2008 | 2.735 |
2009 | 2.813 |
2010 | 2.881 |
2011 | 3.017 |
2012 | 3.136 |
2013 | 3.223 |
2014 | 3.304 |
2015 | 3.371 |
2016 | 3.398 |
2017 | 3.422 |
2018 | 3.445 |
2019 | 3.452 |
2020 | 3.515 |
2021 | 3.578 |
2022 | 3.588 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
De tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de aantallen uitkeringen en uitgekeerde bedragen in het kader van diverse verzekeringen en voorzieningen op het terrein van de sociale zekerheid.
De uitkeringen en uitgekeerde bedragen worden uitgesplitst naar periode (jaren). De uitkeringen zijn de uitkeringen ultimo december, de getoonde bedragen betreffen de som van de uitgekeerde bedragen in een jaar.
Gegevens beschikbaar vanaf:
Een klein aantal reeksen heeft als startpunt 1900 en beslaat de volledige periode tot en met heden, een groter aantal start in de loop van de twintigste eeuw. De jaren voor het startpunt zijn met een '.' aangegeven.
Vooral in de langere tijdreeksen kunnen onderbrekingen voorkomen. Allerlei oorzaken kunnen hieraan ten grondslag liggen zoals herberekening van cijfers of een gewijzigd inzicht, veranderingen in statistische indelingen en dergelijke.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.
Wijzigingen per 31-07-2024:
Toegevoegd zijn de jaarcijfers 2023 van:
- de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen;
- de Ziektewet;
- de Algemene bijstandsuitkeringen;
- de IOAW-uitkeringen;
- de IOAZ-uitkeringen
- de BBZ-uitkeringen;
- de AKW-gerechtigden;
- de AKW-telkinderen;
- de AOW-uitkeringen;
- de Anw-uitkeringen;
- de WW-uitkeringen.
Toegevoegd zijn de uitgekeerde bedragen van:
- de AOW van 2023;
- de AKW van 2023;
- de AO van 2023;
- de WW van 2023.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers komen in medio 2025.
Toelichting onderwerpen
- Uitkeringen sociale zekerheid
- Aantallen uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid.
In de tabel gaat het om uitkeringen in het kader van ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, AOW, Anw, AKW, algemene bijstand, IOAW, IOAZ, BBZ en de kunstenaarsregelingen (BKR, WIK en WWIK).
Het betreffen uitkeringen ultimo december van een verslagjaar.- AOW
- Aantallen uitkeringen in het kader van de Algemene Ouderdomswet (AOW).
De gegevens zijn ultimo-cijfers over de aantallen pensioenuitkeringen als gevolg van de Noodwet Ouderdomsvoorziening (reeks 1947-1956) en de Algemene Ouderdomswet (reeks vanaf 1957).
De Ouderdomswet 1919 is hier geheel buiten beschouwing gebleven. Hetzelfde geldt voor uitkeringen/renten op grond van verwante regelingen.
Belangrijke wetswijzigingen:
Per 1 april 1985 heeft in de AOW, een algemene volksverzekering voor een welvaartsvast ouderdomspensioen bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd, een aanpassing plaatsgehad conform de EG-richtlijnen over de gelijke behandeling van man en vrouw.
De gehuwde man en vrouw hebben sindsdien ieder een zelfstandig recht op ouderdomspensioen als zij 65 jaar of ouder zijn.
Het pensioen is gesteld op 50% van het netto-minimumloon.
In de jaren voor 1985 werd onderscheid gemaakt tussen een uitkering voor gehuwden en een uitkering voor ongehuwden. De cijfers zijn vanaf dat moment daarom niet zonder meer vergelijkbaar met die van voorgaande jaren.
Vanaf 1 januari 2013 wordt de AOW-leeftijd jaarljiks met een of meerdere maanden verhoogd en wordt op termijn gekoppeld aan de levensverwachting.
De aantallen geven de situatie weer op 31 december.
Bronnen:
1947-1955: Rijksverzekeringsbank
1956-1985: SVB en de Raden van Arbeid
1986-2006: SVB
2007-heden: CBS