Kwartaalrekeningen; mutaties

Kwartaalrekeningen; mutaties

Soort gegevens Perioden Bestedingsbenadering van het BBP Beschikbaar voor finale bestedingen Bruto binnenlands product (mp) (%) Bestedingsbenadering van het BBP Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer goederen en diensten f.o.b. (%) Bestedingsbenadering van het BBP Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Consumptieve bestedingen Consumptieve bestedingen totaal (%) Bestedingsbenadering van het BBP Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Consumptieve bestedingen Consumptie huishoudens incl. IZWh (%) Bestedingsbenadering van het BBP Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Consumptieve bestedingen Consumptie overheid (%) Bestedingsbenadering van het BBP Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Bruto investeringen in vaste activa Investeringen in vaste activa totaal (%) Bestedingsbenadering van het BBP Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Bruto investeringen in vaste activa Investeringen door bedrijven (%) Bestedingsbenadering van het BBP Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Bruto investeringen in vaste activa Investeringen door overheid (%) Bestedingsbenadering van het BBP Finale bestedingen Uitvoer goederen en diensten f.o.b. (%)
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2008** 1,9 3,4 1,6 1,1 2,5 5,1 4,7 6,7 2,8
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009 1e kwartaal* -4,5 -9,5 0,0 -1,6 3,0 -8,4 -12,2 10,7 -11,3
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009 2e kwartaal* -5,3 -11,4 -0,6 -3,3 3,9 -12,8 -16,8 8,2 -11,5
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009 3e kwartaal* -3,7 -8,8 0,1 -2,4 4,6 -14,5 -18,8 6,1 -7,5
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009 4e kwartaal* -2,2 -4,1 -0,3 -2,5 3,5 -15,1 -18,2 -1,2 -1,2
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009* -3,9 -8,5 -0,2 -2,5 3,7 -12,7 -16,4 5,8 -7,9
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010 1e kwartaal* 0,5 7,1 0,2 -0,7 1,8 -11,7 -12,8 -7,0 9,3
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010 2e kwartaal* 2,2 13,9 0,7 0,2 1,6 -4,1 -4,5 -2,8 12,1
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010 3e kwartaal* 1,8 10,8 1,0 0,6 1,6 -3,5 -3,5 -3,7 11,0
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010 4e kwartaal* 2,5 10,3 1,2 1,3 1,0 0,7 0,8 0,3 11,1
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010* 1,8 10,5 0,8 0,4 1,5 -4,8 -5,2 -3,3 10,9
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2011 1e kwartaal* 3,2 5,4 0,5 0,2 1,1 11,9 12,2 10,6 5,7
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2008** 1,9 3,4 1,6 1,1 2,5 5,1 4,7 6,7 2,8
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2009 1e kwartaal* -2,4 -5,8 -0,6 -1,3 0,9 -4,6 -7,0 6,4 -5,7
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2009 2e kwartaal* -1,3 -2,5 -0,2 -1,1 1,3 -4,0 -4,9 -1,6 -0,6
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2009 3e kwartaal* 0,8 2,8 0,2 -0,1 0,9 -3,2 -3,5 -0,5 3,0
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2009 4e kwartaal* 0,4 1,6 0,0 -0,2 0,3 -3,9 -3,9 -3,8 2,1
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2009* -3,9 -8,5 -0,2 -2,5 3,7 -12,7 -16,4 5,8 -7,9
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2010 1e kwartaal* 0,3 5,8 0,3 0,7 -0,4 -1,1 -1,1 -1,7 4,6
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2010 2e kwartaal* 1,1 3,3 0,3 -0,1 0,9 4,4 4,3 3,1 2,1
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2010 3e kwartaal* 0,1 -0,4 0,2 0,1 0,5 -2,9 -2,8 -0,8 1,7
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2010 4e kwartaal* 0,7 1,0 0,3 0,5 -0,1 0,5 0,5 0,6 1,9
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2010* 1,8 10,5 0,8 0,4 1,5 -4,8 -5,2 -3,3 10,9
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2011 1e kwartaal* 0,9 1,5 -0,3 -0,5 0,0 9,8 10,1 7,0 -0,2
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2008** 4,3 8,1 3,7 2,5 5,9 7,3 6,9 9,4 7,6
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009 1e kwartaal* -3,1 -13,3 1,3 -1,4 6,3 -6,2 -9,7 12,0 -14,5
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009 2e kwartaal* -5,0 -17,6 -0,3 -4,4 6,7 -10,7 -14,5 9,1 -17,6
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009 3e kwartaal* -4,7 -15,6 0,0 -3,9 7,2 -13,4 -17,4 5,9 -15,2
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009 4e kwartaal* -3,4 -5,2 1,1 -2,3 6,8 -14,7 -17,8 -0,9 -5,4
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2009* -4,1 -13,1 0,5 -3,0 6,8 -11,2 -14,8 6,3 -13,3
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010 1e kwartaal* 0,8 11,4 1,5 0,2 3,7 -11,2 -12,4 -6,4 11,7
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010 2e kwartaal* 4,2 22,2 2,8 2,0 4,0 -3,0 -3,5 -0,9 19,8
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010 3e kwartaal* 4,1 17,8 3,0 2,6 3,6 -2,8 -3,1 -1,8 18,4
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010 4e kwartaal* 4,6 18,1 3,2 3,2 3,4 1,9 1,8 2,1 18,5
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2010* 3,4 17,3 2,6 2,0 3,6 -3,9 -4,5 -1,8 17,1
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2011 1e kwartaal* 4,9 14,5 2,1 2,0 2,1 12,4 12,5 11,9 14,4
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2008** 4,3 8,1 3,7 2,5 5,9 7,3 6,9 9,4 7,6
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2009 1e kwartaal* -3,3 -7,9 -0,4 -1,6 1,9 -3,8 -6,1 7,5 -9,0
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2009 2e kwartaal* -1,5 -3,8 -0,4 -1,5 1,6 -4,3 -5,0 -2,8 -2,7
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2009 3e kwartaal* 0,5 3,0 0,7 0,4 1,6 -3,2 -3,6 -1,0 3,4
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2009 4e kwartaal* 0,6 4,1 1,0 0,4 1,2 -4,1 -4,2 -3,1 3,3
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2009* -4,1 -13,1 0,5 -3,0 6,8 -11,2 -14,8 6,3 -13,3
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2010 1e kwartaal* 1,4 8,0 0,3 1,0 -0,4 0,0 0,2 0,3 7,6
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2010 2e kwartaal* 1,8 5,6 0,8 0,4 1,6 4,3 4,2 2,7 4,2
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2010 3e kwartaal* 0,2 -0,8 0,9 0,8 1,1 -2,8 -3,0 -1,3 2,0
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2010 4e kwartaal* 0,9 4,5 1,1 0,8 0,8 0,7 0,8 1,1 3,6
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2010* 3,4 17,3 2,6 2,0 3,6 -3,9 -4,5 -1,8 17,1
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2011 1e kwartaal* . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De in deze tabel opgenomen kwartaalgegevens van de beloning van werknemers
zijn gebaseerd op opgaven van werkgevers t.b.v. de Polisadministratie.
Getwijfeld wordt aan de kwaliteit van de opgaven over het eerste kwartaal
van 2010. Het CBS wijst er daarom met nadruk op dat deze cijfers voorlopig
zijn.

Deze publicatie bevat kwartaalgegevens over de productie, de bestedingen,
het inkomen en de economische relaties met het buitenland. Het is in de
nationale rekeningen en dus ook in de kwartaalrekeningen gebruikelijk om
het bruto binnenlands product vanuit drie gezichtspunten te benaderen,
vanuit de productie, vanuit de bestedingen en vanuit het inkomen.

Bij de productiebenadering wordt het binnenlands product bepaald als de
som van de toegevoegde waarden van de bedrijfstakken. Bij de
bestedingsbenadering wordt het binnenlands product gemeten als de som van
de consumptie plus investeringen plus de uitvoer minus de invoer. Bij de
inkomensbenadering is het bbp verdeeld naar bestanddelen van het inkomen.
Deze driedeling is gevolgd bij de hoofdopbouw van bovengenoemde
deelpublicaties.

Daarnaast zijn er ook nog gegevens over de inkomenstransacties met het
buitenland. Die maken het mogelijk berekeningen te maken over het bruto
nationaal inkomen (bni). Deze gegevens zijn gegroepeerd onder het onderwerp
'nationaal vorderingensaldo. Ten slotte zijn er detailgegevens van
variabelen uit de eerste vier onderwerpen beschikbaar. Deze zijn
gepresenteerd onder 'detailgegevens'.

De gegevens worden weergegeven in de percentuele waarde-, volume- en
prijsontwikkeling ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar
en ten opzichte van de vorige periode.

Deze tabel is stopgezet. Gegevens zijn beschikbaar vanaf
1987 eerste kwartaal tot en met 2011 eerste kwartaal.

Reden stopzetting:
De tabellen van de nationale rekeningen, te vinden onder macro-economie,
worden opnieuw gestructureerd. De tabellen zijn in een nieuwe
mappenstructuur geplaatst. Een aantal tabellen wordt in de tweede helft van

2011 herzien. Sommige tabellen gaan één op één over in een nieuwe tabel,
andere worden opgesplitst, weer andere (deels) samengevoegd met andere
tabellen. Doelstelling van de herstructurering is om de vindbaarheid van de

cijfers te verhogen. De herstructurering valt samen met de herziening van
de bedrijfsindeling die in de tabellen van de nationale rekeningen wordt
gebruikt. De nationale rekeningen zijn hiermee overgegaan van de SBI '93
naar de SBI 2008.

Toelichting onderwerpen

Bestedingsbenadering van het BBP
De gegevens van de bestedingsbenadering van het bruto binnenlands product
(bbp) worden in dit deel van de publicatie Kwartaalrekeningen
gepresenteerd. Het openingsmenu laat de bestedingsvariabelen ofwel de
goederen- en dienstentotalen zien. Centraal staat hierbij de samenhang
tussen het bbp en de bestedingsvariabelen. De som van gezinsconsumptie,
overheidsconsumptie, investeringen in vaste activa van bedrijven en
overheid en de voorraadmutaties is gelijk aan de nationale bestedingen.
De nationale bestedingen plus de uitvoer van goederen en diensten minus
de invoer levert het bbp op. Het eerste menu geeft een overzicht van de
variabelen die beschikbaar zijn. Selectie van een variabele leidt opnieuw
tot een menu. Op het volgende niveau kan de gewenste dimensie (volume,
waarde, enz.) van de variabele gekozen worden.
Beschikbaar voor finale bestedingen
Het binnenlands product (bruto, marktprijzen) plus de invoer van goederen
en diensten.
Bruto binnenlands product (mp)
Het bruto binnenlands product (bbp) is het eindresultaat van de
productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is
gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle
bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar
bedrijfsklassen worden verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per
bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie
(basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen).
De onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden
belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw
(belasting over de toegevoegde waarde). Het bbp is ook gelijk aan de
waarde van het in Nederland gevormde inkomen.
Invoer goederen en diensten f.o.b.
De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die
vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn
gebracht.
Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde
grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde
vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige
bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland.
De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde
consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse
toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
Finale bestedingen
Het totaal van consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa
(bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer.
Nationale finale bestedingen
Het totaal van consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa
(bruto) en veranderingen in voorraden.
Consumptieve bestedingen
Uitgaven voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de
rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of wensen of van de
collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De consumptieve
bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland
worden gedaan.
Consumptieve bestedingen vinden plaats door huishoudens, instellingen
zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de overheid.
Consumptieve bestedingen totaal
Consumptieve bestedingen: Uitgaven voor goederen en diensten die worden
gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of
wensen of van de collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De
consumptieve bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het
buitenland worden gedaan.
Consumptieve bestedingen vinden plaats door huishoudens, instellingen
zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de overheid.
Consumptie huishoudens incl. IZWh
Consumptie door huishoudens inclusief IZWh.
Uitgaven door huishoudens (inclusief instellingen zonder winstoogmerk
(IZW) ten behoeve van huishoudens) voor goederen en diensten die worden
gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of
wensen of van de collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De
consumptieve bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het
buitenland worden gedaan.
Consumptie overheid
Bij de consumptieve bestedingen door de overheid doet zich een probleem
voor dat verband houdt met het karakter van de overheidsproductie.
Slechts een deel van de diensten van de overheid wordt daadwerkelijk
verkocht (marktproductie). Het grootste deel van de overheidsproductie
wordt betaald uit de algemene middelen en gratis beschikbaar gesteld aan
alle sectoren (niet-marktproductie). Daarom stuit het toerekenen ervan
aan sectoren op grote problemen. Een dergelijke toerekening wordt dan ook
niet gemaakt. Afgesproken is dat de overheid beschouwd moet worden als
consument van de door haarzelf geproduceerde diensten.
De consumptieve bestedingen worden onderscheiden in collectieve
consumptie en individuele consumptie.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven voor geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan
een jaar in het productieproces worden gebruikt, zoals gebouwen, woningen,
machines, vervoermiddelen en dergelijke. Tot de investeringen in vaste
activa behoren ook:
- het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in
vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om
woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele
producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat
voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- de bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten,
zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen
en taxateurs.
Op het niveau van de totale economie (en de sectoren) worden de
investeringen gecorrigeerd voor de aan- en verkopen van gebruikte vaste
activa.
Investeringen in vaste activa totaal
Investeringen in vaste activa: Uitgaven voor geproduceerde materiële of
immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden
gebruikt. Voorbeelden zijn gebouwen, woningen, machines, vervoermiddelen
en dergelijke. Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in
vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om
woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele
producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat
voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- de bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten,
zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen
en taxateurs.
Op het niveau van de totale economie (en de sectoren) worden de
investeringen gecorrigeerd voor de aan- en verkopen van gebruikte vaste
activa.
Investeringen door bedrijven
Uitgaven door vennootschappen, huishoudens en instellingen zonder
winstoogmerk ten behoeve van huishoudens voor geproduceerde materiële of
immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden
gebruikt. Voorbeelden zijn gebouwen, woningen, machines, vervoermiddelen
en dergelijke. Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat
voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- de bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten,
zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen
en taxateurs.
Investeringen door overheid
Uitgaven door de overheid voor geproduceerde materiële of immateriële
activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt.
Voorbeelden zijn gebouwen, woningen, machines, vervoermiddelen en
dergelijke. Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in
vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om
woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele
producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat
voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- de bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten,
zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen
en taxateurs.
Uitvoer goederen en diensten f.o.b.
Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door
ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland
zijn geleverd. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van
Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.