Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik 1919-2018
Perioden | Aanbod van elektriciteit Totaal aanbod (mln kWh) | Aanbod van elektriciteit Productie Totaal productie (mln kWh) | Aanbod van elektriciteit Productie Centraal (mln kWh) | Aanbod van elektriciteit Productie Decentraal (mln kWh) | Aanbod van elektriciteit Invoer (mln kWh) | Aanbod van elektriciteit Uitvoer (mln kWh) | Verbruik van elektriciteit Totaal verbruik (mln kWh) | Verbruik van elektriciteit Via het openbare net (mln kWh) | Verbruik van elektriciteit Via bedrijfsnetten (mln kWh) | Verbruik van elektriciteit Bij de productie Totaal bij de productie (mln kWh) | Verbruik van elektriciteit Bij de productie Centraal (mln kWh) | Verbruik van elektriciteit Bij de productie Decentraal (mln kWh) | Verliezen bij distributie (mln kWh) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018* | 120.846 | 112.903 | 69.910 | 42.993 | 26.755 | 18.812 | 120.846 | 101.937 | 15.523 | 3.386 | 1.930 | 1.456 | 6.403 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft het aanbod en verbruik van elektriciteit weer in balansvorm. De berekening van het aanbod is als volgt: productie plus invoer minus uitvoer. Dit is gelijk aan de hoeveelheid elektriciteit die in Nederland is verbruikt in dezelfde periode.
Het verbruik wordt in deze tabel nader uitgesplitst naar de wijze van aflevering via het openbare net of via bedrijfsnetten en naar verbruik door de installaties waarmee de elektriciteit wordt geproduceerd.
De post verliezen bij distributie wordt alleen ter informatie ook afzonderlijk gepubliceerd. Verliezen bij distributie zijn al inbegrepen in het gepubliceerde verbruik van de netten.
Gegevens beschikbaar van 1919 tot en met 2018.
Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 12 augustus 2019
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik 1929-2018. Zie paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Aanbod van elektriciteit
- De hoeveelheid elektriciteit die primair beschikbaar is gekomen voor verbruik in Nederland. De volgende posten tellen hierbij mee: productie plus invoer minus uitvoer.
- Totaal aanbod
- De hoeveelheid elektriciteit die primair beschikbaar is gekomen voor verbruik in Nederland.
- Productie
- De totale hoeveelheid opgewekte elektriciteit in Nederland. Dit is zonder aftrek van het eigen verbruik van de installaties waarmee de elektriciteit is geproduceerd.
- Totaal productie
- Het totaal van de centrale en decentrale productie van elektriciteit.
- Centraal
- De productie van elektriciteit door thermische of nucleaire centrales die regulier leveren aan het landelijke hoogspanningsnet van TenneT. Dit worden ook wel de elektriciteitscentrales genoemd.
In Nederland bestaat het hoogspanningsnet uit de netten met een spanning van 110 kV en hoger.
Thermische centrales wekken elektriciteit op door het verbranden van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa.
Nucleaire centrales (kerncentrales) wekken elektriciteit op met de warmte die vrijkomt bij splitsing van atoomkernen in een kernreactor.
- Decentraal
- De productie van elektriciteit door thermische installaties die leveren aan een bedrijfsnetwerk of aan het openbare midden- of laagspanningsnet, plus alle productie van elektriciteit uit windenergie, waterkracht en zonne-energie.
Het openbare midden- of laagspanningsnet bestaat uit de netten met een spanning lager dan 110 kV.
Thermische installaties wekken elektriciteit op door het verbranden van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa.
- Invoer
- Elektriciteit die via het hoogspanningsnet het land binnenkomt. Nederland heeft rechtstreekse verbindingen met België, Duitsland, Engeland en Noorwegen.
- Uitvoer
- Elektriciteit die via het hoogspanningsnet het land uitgaat. Nederland heeft rechtstreekse verbindingen met België, Duitsland, Engeland en Noorwegen.
- Verbruik van elektriciteit
- De hoeveelheid elektriciteit die is afgeleverd aan verbruikers in Nederland. Het verbruik is uitgesplitst naar de wijze van aflevering via het openbare net of via bedrijfsnetten. Verder wordt elektriciteit verbruikt door de installaties waarmee de elektriciteit is geproduceerd.
- Totaal verbruik
- Totaal verbruik van elektriciteit.
- Via het openbare net
- Levering die via de bovengrondse en ondergrondse leidingen bij de eindverbruikers terecht komt. Op het openbare net komt samen de elektriciteit uit centrales, de ingevoerde elektriciteit en die van overige producenten.
- Via bedrijfsnetten
- Verbruik van elektriciteit die op het terrein van bedrijven zelf is opgewekt. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de industrie, bij glastuinbedrijven en bij ziekenhuizen.
- Bij de productie
- Verbruik door de installaties die de elektriciteit produceren.
- Totaal bij de productie
- Totaal verbruik bij de centrale en decentrale productie van elektriciteit.
- Centraal
- Het verbruik bij de productie van elektriciteit door thermische of nucleaire centrales die regulier leveren aan het landelijke hoogspanningsnet van TenneT. Dit worden ook wel de elektriciteitscentrales genoemd.
In Nederland bestaat het hoogspanningsnet uit de netten met een spanning van 110 kV en hoger.
Thermische centrales wekken elektriciteit op door het verbranden van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa.
Nucleaire centrales (kerncentrales) wekken elektriciteit op met de warmte die vrijkomt bij splitsing van atoomkernen in een kernreactor.
- Decentraal
- Het verbruik bij de productie van elektriciteit door thermische installaties die leveren aan een bedrijfsnetwerk of aan het openbare midden- of laagspanningsnet, plus alle productie van elektriciteit uit windenergie, waterkracht en zonne-energie.
Het openbare midden- of laagspanningsnet bestaat uit de netten met een spanning lager dan 110 kV.
Thermische installaties wekken elektriciteit op door het verbranden van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa.
- Verliezen bij distributie
- Dit betreft de totale netverliezen, dus het fysieke verlies door het transport van elektriciteit en het administratieve verlies door fraude, meetfouten en onvolkomenheden in de administratie.