Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik 1919-2018

Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik 1919-2018

Perioden Aanbod van elektriciteit Productie Totaal productie (mln kWh) Aanbod van elektriciteit Productie Centraal (mln kWh) Aanbod van elektriciteit Productie Decentraal (mln kWh)
1919 . 355 .
1920 . 452 .
1921 . 493 .
1922 . 577 .
1923 . . .
1924 . 748 .
1925 . 838 .
1926 . 932 .
1927 . 1.094 .
1928 . 1.233 .
1929 . 1.427 .
1930 . 1.608 .
1931 . 1.735 .
1932 . 1.795 .
1933 . 1.833 .
1934 . 1.907 .
1935 . 1.948 .
1936 3.122 2.033 1.089
1937 3.485 2.243 1.242
1938 3.688 2.421 1.267
1939 4.064 2.687 1.377
1940 3.777 2.534 1.243
1941 3.652 2.515 1.137
1942 3.606 2.570 1.036
1943 3.565 2.528 1.037
1944 2.969 2.141 828
1945 1.831 1.059 772
1946 3.698 2.522 1.176
1947 4.635 3.319 1.316
1948 5.577 4.068 1.509
1949 6.337 4.615 1.722
1950 7.417 5.439 1.978
1951 7.911 5.756 2.155
1952 8.599 6.300 2.299
1953 9.603 7.107 2.496
1954 10.588 8.094 2.494
1955 11.188 8.611 2.577
1956 12.448 9.743 2.705
1957 13.367 10.498 2.869
1958 13.854 10.737 3.117
1959 14.971 11.505 3.466
1960 16.516 12.756 3.760
1961 17.624 13.716 3.908
1962 19.255 15.206 4.049
1963 20.984 16.818 4.166
1964 22.975 18.405 4.570
1965 25.010 20.198 4.812
1966 27.869 22.544 5.325
1967 30.056 24.484 5.572
1968 33.619 27.910 5.709
1969 37.144 31.267 5.877
1970 40.859 34.585 6.273
1971 44.904 38.452 6.453
1972 49.551 42.984 6.567
1973 52.628 45.638 6.989
1974 55.350 48.585 6.765
1975 54.287 48.419 5.868
1976 58.166 52.228 5.938
1977 58.313 52.313 6.000
1978 61.624 55.357 6.267
1979 64.492 57.991 6.501
1980 64.834 58.174 6.660
1981 64.081 57.610 6.471
1982 60.340 53.119 7.221
1983 59.677 52.890 6.787
1984 62.827 55.151 7.676
1985 62.975 55.001 7.974
1986 67.170 58.551 8.619
1987 68.448 58.537 9.911
1988 69.654 57.926 11.728
1989 73.081 62.019 11.062
1990 71.892 59.582 12.310
1991 74.282 61.601 12.681
1992 77.231 62.763 14.468
1993 76.992 60.718 16.274
1994 79.677 61.710 17.967
1995 81.063 60.770 20.293
1996 85.234 60.876 24.358
1997 86.659 60.732 25.927
1998 90.981 62.254 28.727
1999 86.669 55.126 31.543
2000 89.426 56.546 32.880
2001 94.240 62.374 31.866
2002 95.914 65.418 30.496
2003 96.695 66.539 30.156
2004 100.725 70.398 30.327
2005 100.424 69.208 31.216
2006 98.835 67.136 31.699
2007 105.164 70.429 34.735
2008 108.201 67.570 40.631
2009 113.503 72.072 41.431
2010 118.150 75.824 42.326
2011 112.966 70.555 42.411
2012 102.505 64.032 38.473
2013 100.875 63.064 37.811
2014 103.365 67.534 35.831
2015 110.388 72.360 38.029
2016 115.213 76.645 38.567
2017* 117.260 76.128 41.132
2018* 112.903 69.910 42.993
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft het aanbod en verbruik van elektriciteit weer in balansvorm. De berekening van het aanbod is als volgt: productie plus invoer minus uitvoer. Dit is gelijk aan de hoeveelheid elektriciteit die in Nederland is verbruikt in dezelfde periode.

Het verbruik wordt in deze tabel nader uitgesplitst naar de wijze van aflevering via het openbare net of via bedrijfsnetten en naar verbruik door de installaties waarmee de elektriciteit wordt geproduceerd.

De post verliezen bij distributie wordt alleen ter informatie ook afzonderlijk gepubliceerd. Verliezen bij distributie zijn al inbegrepen in het gepubliceerde verbruik van de netten.

Gegevens beschikbaar van 1919 tot en met 2018.

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 12 augustus 2019
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Deze tabel wordt opgevolgd door Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik 1929-2018. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Aanbod van elektriciteit
De hoeveelheid elektriciteit die primair beschikbaar is gekomen voor verbruik in Nederland. De volgende posten tellen hierbij mee: productie plus invoer minus uitvoer.
Productie
De totale hoeveelheid opgewekte elektriciteit in Nederland. Dit is zonder aftrek van het eigen verbruik van de installaties waarmee de elektriciteit is geproduceerd.
Totaal productie
Het totaal van de centrale en decentrale productie van elektriciteit.
Centraal
De productie van elektriciteit door thermische of nucleaire centrales die regulier leveren aan het landelijke hoogspanningsnet van TenneT. Dit worden ook wel de elektriciteitscentrales genoemd.

In Nederland bestaat het hoogspanningsnet uit de netten met een spanning van 110 kV en hoger.
Thermische centrales wekken elektriciteit op door het verbranden van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa.
Nucleaire centrales (kerncentrales) wekken elektriciteit op met de warmte die vrijkomt bij splitsing van atoomkernen in een kernreactor.
Decentraal
De productie van elektriciteit door thermische installaties die leveren aan een bedrijfsnetwerk of aan het openbare midden- of laagspanningsnet, plus alle productie van elektriciteit uit windenergie, waterkracht en zonne-energie.

Het openbare midden- of laagspanningsnet bestaat uit de netten met een spanning lager dan 110 kV.
Thermische installaties wekken elektriciteit op door het verbranden van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa.