Toelichting ontwikkeling woningvoorraad 2024

Rotterdam Rijnhaven, bouw.
© ANP / Hans van Rhoon
De Nederlandse woningvoorraad verandert door verschillende ontwikkelingen. Woningen worden toegevoegd aan de woningvoorraad door nieuwbouw, en onttrokken aan de voorraad door sloop. Hierbij ontstaan of verdwijnen gebouwen met daarin één of meerdere woningen. Woningen kunnen ook toegevoegd worden aan bestaande panden, door bijvoorbeeld het splitsen of samenvoegen van woningen of het omzetten van een niet-woning naar een woning (transformatie).
In deze toelichting definiëren we de begrippen nieuwbouw, woningbouw, en woninggroei, en hoe deze zich verhouden tot de dynamiek van de woningvoorraad in Nederland.

Panden en verblijfsobjecten

Het aantal woningen in Nederland wordt geteld door te kijken hoeveel verblijfsobjecten (VBO’s) in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) ten minste een woonfunctie hebben. Een pand kan meerdere VBO’s bevatten, zoals in een flatgebouw, of één VBO bevatten zoals in een vrijstaande woning.

Nieuwbouw en Sloop

Wanneer een pand en VBO tegelijk worden opgeleverd dan wordt het VBO als nieuwbouw geteld. Wanneer een pand en VBO tegelijkertijd uit de voorraad verdwijnen (en het pand heeft een sloopvergunning of sloop status in de BAG), dan wordt het VBO als sloop geteld.

Overige toevoegingen en Overige onttrekkingen

VBO’s kunnen ook ontstaan in reeds bestaande panden, bijvoorbeeld via transformatie van een kantoorpand naar woningen. Dan blijft het pand bestaan maar kunnen er nieuwe VBO’s in het pand komen met een woonfunctie. Deze objecten worden niet als nieuwbouw aangemerkt, immers het pand bestaat al. Woningen die op deze manier aan de voorraad worden toegevoegd  worden geteld als “overige toevoeging”. Hieronder vallen ook woningen die vanwege een verbouwing van een pand ontstaan, zoals het splitsen van woningen, het toevoegen van een woonlaag aan een bestaand pand (“optoppen”), etc. 

Overige onttrekkingen zijn het tegenovergestelde van toevoegingen. Deze post bestaat uit VBO’s die uit de woningvoorraad verdwijnen, maar niet als sloop zijn geteld. Dit kan gaan om een functiewijziging, als een VBO geen woonfunctie meer heeft (maar bv. een kantoor is geworden), of door een verbouwing van een bestaand pand.  

Als een woning wordt gesplitst in twee woningen, verdwijnt er één VBO, en komen er twee nieuwe voor in de plaats. Per saldo levert dit één extra woning op, maar we tellen dit in de woningvoorraad tabel als twee overige toevoegingen, en één overige onttrekking. 

Als twee woningen worden samengevoegd, verdwijnen er twee VBO’s en komt er één nieuwe VBO voor in de plaats. Het saldo bij een samenvoeging is dus negatief, want er verdwijnen meer VBO’s dan er bijkomen.

Correcties

Als laatste zijn er ook correcties om veranderingen in de voorraad te registreren waarvan niet duidelijk is waarom een woning in of uit de voorraad gaat. 
Omdat onduidelijk is wat voor soort overgang het precies is wordt dit cijfer buiten beschouwing gelaten als er gesproken wordt over woningbouw of woninggroei. Ze tellen wel mee voor de eindstand van de woningvoorraad. Over het algemeen is het aantal correcties klein in vergelijking met de andere veranderingen in de woningvoorraad. Het gaat de afgelopen jaren om enkele honderdtallen op jaarbasis.

Nieuwbouw, woningbouw en woninggroei

Om de verschillende positieve en negatieve posten goed uit elkaar te kunnen houden hanteren we de volgende termen:

Nieuwbouw: het aantal woningen dat ontstaan is door bouw van nieuwe panden en VBO’s

Woningbouw: nieuwbouw plus het saldo van overige toevoegingen en onttrekkingen

Woninggroei: woningbouw minus sloop (oftewel de netto toename van de woningvoorraad)

Deze drie begrippen worden verder toegelicht in onderstaande figuur. Hierin zijn de voorlopige cijfers van 2024 gebruikt als voorbeeld. Om te bepalen met hoeveel woningen de woningvoorraad is gegroeid is het belangrijk om eerst vast te stellen hoeveel woningen zijn gebouwd. Dit zijn niet alleen woningen die ontstaan door nieuwbouw, maar ook door overige toevoegingen. Hiervoor moeten echter ook de overige onttrekkingen worden meegenomen omdat zoals hierboven beschreven deze twee stromen elkaar beïnvloeden. Dit resulteert in een woningbouw van 82.042 nieuwe woningen in 2024. Vervolgens kan gekeken worden hoeveel de woningvoorraad per saldo gegroeid is door de gesloopte woningen van deze woningbouw af te trekken. Dat resulteert in een groei van de woningvoorraad met 70.364 woningen in 2024.

Ontwikkeling woningvoorraad 2024*
Soort mutatieNieuwbouw (x 1 000 )Overige toevoegingen (+) (x 1 000 )Overige onttrekking (-) (x 1 000 )Sloop (-) (x 1 000 )Woningbouw (x 1 000 )Woninggroei (x 1 000 )
Nieuwbouw69,0
Overige toevoegingen
en onttrekkingen
20,2-7,2
Woningbouw82,0
Sloop-11,8
Woninggroei70,4
* voorlopige cijfers

Ontwikkeling woningvoorraad 2024*
Nieuwbouw68995
Overige toevoeging (+)20232
Overige onttrekking (-)7185
Woningbouw82042
Sloop (-)11807
Woninggroei70364
* voorlopige cijfers

Als naar de ontwikkeling van deze begrippen over de afgelopen jaren wordt gekeken dan ontstaat onderstaande figuur. Hierin is te zien dat de drie begrippen elkaar redelijk goed volgen, maar dat in 2024 de woninggroei bijna gelijk is aan de nieuwbouw. 

Ontwikkeling woningvoorraad
PeriodenNieuwbouw (x 1 000)Woningbouw (x 1 000)Woninggroei (x 1 000)
201866,682,373,9
201971,586,976,9
202070,084,674,5
202171,288,279,3
202274,689,879,6
202373,687,878,8
2024*69,082,070,4
* voorlopige cijfers