Meten is weten? Onderzoek naar voorkeuren in de algehele populatie
Voorkeuren zijn fundamentele kenmerken van personen waarvan is aangetoond dat ze voorspellend kunnen zijn voor keuzes in diverse situaties. De bereidheid om risico’s te nemen (risicovoorkeuren) heeft bijvoorbeeld invloed op investerings- en beroepsbeslissingen. Geduld (tijdsvoorkeuren) is gerelateerd aan sparen en pensioenbeslissingen, en het geven om anderen (sociale voorkeuren) beïnvloedt donatiegedrag en opvattingen over inkomensongelijkheid. In dit proefschrift staan voorkeuren centraal en worden deze gemeten in een steekproef van de Nederlandse bevolking. Voorkeuren worden gemeten met methoden die mensen vragen beslissingen te nemen, meestal met echte (financiele) prikkels, waaruit voorkeuren worden afgeleid (zogenoemde revealed methoden) en methoden waarbij mensen worden gevraagd om aan te geven hoe ze hun eigen voorkeuren zien (zogenoemde stated methoden). Het proefschrift draagt bij een aan beter begrip van (i) de validiteit van meetmethodes, (ii) de stabiliteit van meetmethodes na levensgebeurtenissen en tijdens een crisis en (iii) verschillen tussen zelfstandigen en werknemers in hun voorkeuren.
Hoofdstuk 2 onderzoekt de convergente- en externe validiteit van risicovoorkeur meetmethoden. Uit eerder onderzoek komt naar voren dat voor het vaststellen van risicovoorkeuren stated methoden te prefereren zijn boven revealed methoden als het gaat om convergente- en externe validiteit. Een punt van kritiek op deze studies is dat vaak geen rekening wordt gehouden met meetfouten. Meetfouten kunnen bijvoorbeeld optreden door variatie in aandacht en focus van deelnemers. In dit onderzoek corrigeren we voor meetfouten met behulp van een methode die recentelijk is aanbevolen. We vinden dat de correlatie tussen de verschillende risicovoorkeur meetmethoden verbetert als gecontroleerd wordt voor meetfouten. Daaruit blijkt dat het niet corrigeren voor meetfouten een gedeeltelijke verklaring kan zijn voor het eerder gevonden gebrek aan convergente validiteit. Tegelijkertijd vinden we duidelijke verschillen tussen revealed en stated methoden ten aanzien van externe validiteit. Revealed methoden correleren niet goed met risico gerelateerd gedrag in de “echte” wereld, zelfs als gecorrigeerd wordt voor meetfouten. Stated methoden daarentegen correleren met de meeste soorten risico gerelateerd gedrag en de correlaties zijn inhoudelijk van betekenis. Meetfouten bieden dus geen afdoende verklaring waarom de externe validiteit van revealed risicovoorkeur meetmethoden over het algemeen laag is.
Hoofdstuk 3 en 4 onderzoeken respectievelijk de stabiliteit van voorkeuren na levensgebeurtenissen en tijdens de COVID-19 crisis. Stabiele voorkeuren worden vaak impliciet verondersteld, maar het is belangrijk dat deze veronderstelling empirisch wordt gevalideerd. Hoofdstuk 3 onderzoekt het effect van een (recent) huwelijk, scheiding en ouderschap op risico-, tijds- en sociale voorkeuren. De bevindingen tonen aan dat er slechts enkele kortdurende effecten zijn. Belangrijk is echter dat de resultaten van de revealed en stated methoden grotendeels niet overeenkomen. Hoofdstuk 4 onderzoekt het effect van de COVID-19 crisis op voorkeuren. Voorkeuren werden vlak voor en op verschillende momenten gedurende de COVID-19 pandemie gemeten. De bevindingen van deze studie laten zien dat voorkeuren opmerkelijk stabiel bleven tijdens de pandemie. De resultaten van beide onderzoeken zijn bemoedigend vanuit een theoretisch en praktisch oogpunt omdat ze de veronderstelling ondersteunen dat voorkeuren stabiel zijn. Meer onderzoek is echter nodig om na te gaan waarom er in de literatuur geen consensus is over de mate waarin voorkeuren stabiel zijn.
Hoofdstuk 5 vergelijkt zelfstandigen en werknemers met betrekking tot hun voorkeuren en eigenschappen. Het onderzoek draagt bij aan een beter begrip over zelfstandigen. Onderzoek naar zelfstandigen blijft relevant omdat de arbeidsmarkt voortdurend verandert en de kenmerken van zelfstandigen varieren per land en door de tijd heen. Onze bevindingen laten zien dat zelfstandigen geduldiger zeggen te zijn dan werknemers, terwijl uit de revealed methoden blijkt dat ze zich even geduldig of zelfs minder geduldig gedragen. Daarnaast verschillen zelfstandigen in ons onderzoek niet van werknemers op het gebied van zelfcontrole en financiele kennis in tegenstelling tot bevindingen van eerdere studies. Tevens blijkt dat zelfstandigen meer bereid zijn om risico’s te nemen (zowel in revealed en stated methoden), optimistischer zijn en minder vertrouwen hebben in publieke en private instituties maar meer vertrouwen in andere mensen.