Update toeslagenaffaire-onderzoek
De haalbaarheidsstudie naar mogelijke gevolgen voor gedupeerde ouders is eind maart 2024 gepubliceerd. Het CBS was bezig met een haalbaarheidsstudie naar mogelijke gevolgen voor kinderen van gedupeerde ouders, maar deze is gepauzeerd omdat er momenteel geen voor dit onderzoek geschikte gegevens over de startdatum van dupering beschikbaar zijn.
Startdatum
Om onderzoek naar de Toeslagenaffaire uit te kunnen voeren krijgt het CBS van Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) gegevens geleverd over de gedupeerden. Een voor het onderzoek cruciaal gegeven is de startdatum van dupering. Voor het onderzoek is dat het moment dat ouders (onterecht, zo bleek later) voor het eerst een stopzetting of terugvordering van de kinderopvangtoeslag ontvingen. De aanname is dat vanaf die datum mogelijke gevolgen van dupering in kaart gebracht kunnen worden.Bij het leveren van gegevens aan externe partijen voert UHT kwaliteitscontroles uit. Uit de controle voor de Haalbaarheidsstudie Kinderen bleek dat er verschillen zitten in de datums die CBS eerder als startdatum heeft gebruikt en de nieuwste geleverde datums.
Na kennis te hebben genomen van deze verschillen heeft het CBS de Haalbaarheidsstudie Kinderen gepauzeerd. Zo kon onderzocht worden waar de gevonden verschillen vandaan komen, en of deze ook gelden voor de eerder aan het CBS geleverde data, in het kader van het onderzoek naar Jeugdbeschermingsmaatregelen, en daarna de Haalbaarheidsstudie Ouders.
Uit gesprekken met UHT kwam naar voren dat de nieuwste geleverde datum vooral gericht lijkt op het bepalen van het startpunt van de periode waarover ouders volgens UHT recht hebben op financiële compensatie. De nieuwste geleverde datum ligt dan ook veelal eerder in de tijd dan de startdatums dupering zoals die zijn geleverd aan het CBS. In de nieuwste datum zit volgens UHT de praktijk van ruimhartige financiële compensatie verwerkt.
Ter illustratie: een ouder is gedupeerd in de jaren 2014 en 2015. Voor deze jaren werden achteraf (onterechte) terugbetalingen geëist. In 2016 startten de brieven en later aanmaningen, met alle stress en problemen van dien. Binnen het herstelproces wordt deze ouder financieel gecompenseerd vanaf toeslagjaar 2014. Het CBS is in dit voorbeeld geïnteresseerd in het moment in 2016 waarop ouders de eerste onterechte stopzetting of terugvordering van de kinderopvangtoeslag ontvingen. Omdat het CBS het niet aannemelijk acht dat de ouder ten tijde van die nieuwste datum (in 2014) al last zou hebben ervaren wegens (toekomstig) hoge terugvorderingen of het stopzetten van de kinderopvangtoeslag, is de nieuwste datum minder geschikt voor het onderzoeksdoeleinde van het CBS.