Aardgasverbruik woningen 2022 voorlopige cijfers

© CBS
In 2022 is het aardgasverbruik van woningen met ongeveer een kwart gedaald ten opzichte van 2021. Van deze daling komt voor ongeveer 10 procentpunt door het warmere weer in het stookseizoen. Het andere deel, ongeveer 15 procentpunt, hangt vermoedelijk samen met minder stoken door de hoge prijzen. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS volgens een nieuwe methode die in dit artikel verder wordt toegelicht. Deze nieuwe methode maakt het tevens mogelijk om voorlopige maandcijfers over aardgasverbruik woningen te publiceren.

Weinig reductie aardgasverbruik in zomer

Woningen gebruiken aardgas vooral voor het verwarmen van de woning. In de winter is het verbruik daarom veel hoger dan in de zomer. De nieuwe gegevens (CBS 2023b) lijken erop te wijzen dat in de zomermaanden juni tot en met september het aardgasverbruik in 2022 ongeveer vergelijkbaar was met de drie voorafgaande jaren. In de andere maanden was er wel een duidelijke reductie aanwezig. CBS heeft nog geen methode beschikbaar om ook op maandbasis iets te zeggen over het effect van weer versus andere factoren die het aardgasverbruik beïnvloeden.

Nieuwe methode

Voor het bepalen van dit snelle cijfer heeft het CBS gebruik gemaakt van gegevens van GTS over het aardgas dat voorlopig is toegewezen (‘gealloceerd’) aan aansluitingen met de kleinste verbruiksklasse G1A. Deze gegevens zijn per maand beschikbaar, ongeveer 2 weken naar afloop van de verslagmaand. Voor het CBS zijn de gegevens beschikbaar vanaf januari 2019.
De G1A-aansluitingen omvatten vooral woningen, maar ook kleinere bedrijven. Analyse van het CBS laat zien dat in 2019 t/m 2021 93 procent van het aardgasverbruik van woningen via G1A-aansluitingen plaatsvindt. Andersom geldt dat in deze periode ongeveer 95 procent van het verbruik via G1A-aansluitingen woningen betreft. We hebben daarom aangenomen dat de ontwikkeling van het verbruik dat voorlopig is toegewezen aan G1A-aansluitingen een redelijk goede maat is voor de ontwikkeling van het aardgasverbruik van woningen. Het totaalverbruik van woningen kan hier echter niet uit worden afgeleid.

Om de totale aardgasvolumes per maand voor woningen te bepalen is gebruik gemaakt van reeds door het CBS gepubliceerde jaardata van woningen en de ontwikkelingen in het G1A verbruik over de maanden.

Gegevens over het aardgasverbruik voor 2019 t/m 2021 uit bovenstaande figuur zijn overgenomen uit de reeds gepubliceerde Energiebalans. Om een voorspelling voor 2022 te kunnen maken, maken we gebruik van het totale toegewezen G1A volume in 2022 vermenigvuldigd met een schalingsfactor. Deze schalingsfactor baseren we op de verhouding tussen het gemiddeld gasverbruik uit de Energiebalans in de periode 2019 – 2021 en het gemiddelde van het totaal aan G1A toegewezen volume over dezelfde periode.

Temperatuureffect

Voor de periode 2019 tot en met 2021 heeft het CBS in een eerdere publicatie het temperatuur gecorrigeerde gemiddelde aardgasverbruik per (aardgas)woning uitgerekend volgens een graaddagenmethode zoals ook toegepast in de Klimaat en Energieverkenning (CBS, 2023a). Daartoe heeft CBS correctiefactoren gekregen van PBL om daadwerkelijk verbruik op jaarbasis te vertalen naar verbruik in een wat weer betreft gemiddeld jaar. Voor 2022 is deze factor nog niet beschikbaar. CBS heeft daarom zelf deze factor berekend, op basis van een graaddagenmethode die al intern beschikbaar was.

Het voor temperatuur gecorrigeerde aardgasverbruik voor woningen was in de periode 2019 tot en met 2021 ongeveer constant. Dat betekent dat in deze periode de daadwerkelijke jaar op jaar veranderingen in gasverbruik grotendeels toe te schrijven zijn aan verschillen in temperatuur. Het aantal woningen dat met aardgas wordt verwarmd is min of meer constant op de tijdschaal van een paar jaar en dus kan de ontwikkeling van het gemiddelde gasverbruik per aardgaswoning direct vertaald worden naar het totaal verbruik van aardgas in alle woningen. Als we dat doen dan komt het temperatuur gecorrigeerde aardgasverbruik voor 2019 tot en met 2021 uit op ongeveer 9150 miljoen m3 per jaar en voor 2022 op 7700 miljoen m3, ongeveer 15 procent lager dan 2019 tot en met 2021.

Een temperatuurcorrectiemethode op basis van graaddagen kent overigens wel een behoorlijke onzekerheid. Analyse van lange tijdreeksen laat zien dat deze onzekerheid meestal een paar procent bedraagt en in specifieke jaren kan oplopen tot 5 procent (zie PBL en De Energiemanager, 2022). CBS werkt samen met PBL om te komen tot een meer nauwkeurige en onderling afgestemde methode voor de temperatuurcorrectie.

Cijfers op maandbasis

De oude methode van het CBS voor een voorlopig cijfer van aardgasverbruik woningen op kwartaalbasis bleek slecht te passen in een integrale analyse van totaal aardgasverbruik en informatie over aardgasverbruik per kwartaal in andere sectoren. Mede daardoor hadden we ook het vermoeden dat de onzekerheid in de graaddagenmethode sterker doorwerkt op maand- en kwartaalbasis dan op jaarbasis. Dit komt onder andere omdat het verband tussen aardgasverbruik en graaddagen niet volledig lineair is. Daarnaast wordt bij die correctiemethode effecten van opwarming van woningen door de zon en afkoeling door de wind niet meegenomen.

De nieuwe cijfers over het G1A-verbruik van GTS maken het ook mogelijk om op maandbasis het aardgasverbruik voor woningen te berekenen. We hebben gemerkt dat deze schatting veel beter past in het totaalbeeld van het aardgasverbruik per kwartaal en hebben deze daarom opgenomen in een maatwerktabel (CBS, 2023b).

Voorlopig karakter van de cijfers

Zowel voor de hier gepubliceerde jaarcijfers als voor de maandcijfers is het van belang om te weten dat de cijfers een onzekerheid kennen. Dit komt omdat de onderliggende GTS data nog een eerste schatting zijn van de toewijzing van aardgas aan G1A aansluitingen. Daarnaast betreffen niet alle G1A-aansluitingen woningen en niet alle woningen hebben een G1A aansluiting. Tot slot heeft CBS nog weinig ervaring met deze methode. We hebben deze bijvoorbeeld nog niet kunnen toetsen aan de reguliere, latere, statistieken op jaarbasis. We denken echter wel dat cijfers op hoofdlijnen een redelijk beeld geven van de ontwikkelingen van het verbruik van aardgas door woningen.