Meer inzicht in exportverdiensten per bedrijfstak

papierfabriek
© Hollandse Hoogte / Flip Franssen
De export van goederen en diensten is een belangrijke bron van inkomsten voor de Nederlandse economie, dit noemen we de verdiensten aan de export. De totale verdiensten aan de export is de toegevoegde waarde die de Nederlandse economie overhoudt aan de uitvoer naar alle verschillende landen. Dit is de uitvoerwaarde minus de waarde van de invoer die nodig was in de hele Nederlandse productieketen om deze uitvoer te produceren. Zowel de uiteindelijk exporterende bedrijfstak als diens toeleveranciers verdienen aan de uitvoer. In een nieuwe StatLinetabel staan deze verdiensten aan de export door een bedrijfstak verdeeld over de aanleverende bedrijfstakken. Daarbij is een bedrijfstak natuurlijk ook een aanleverende bedrijfstak voor de eigen export.

Om uitvoer te produceren is vaak ook invoer nodig. Ook deze invoer kan worden verdeeld over de aanleverende bedrijfstakken. Voor de uitvoer van een tafel kan bijvoorbeeld een tafel ingevoerd worden (dan zou het onder wederuitvoer kunnen vallen), of de tafelpoten en het blad worden ingevoerd en door een Nederlandse producent in elkaar geschroefd, of het hout wordt ingevoerd en de rest van de het productieproces vindt in Nederland plaats. Deze verschillende invoerproducten (tafel, tafelonderdelen, hout) kunnen door verschillende bedrijfstakken worden ingevoerd. Zodoende kan de invoer benodigd voor de uitvoer ook worden uitgesplitst over de aanleverende bedrijfstakken. 

In dit artikel bespreken we de verdiensten, invoer en werkgelegenheid gerelateerd aan de export door een bepaalde bedrijfstak aan de hand van verschillende voorbeelden. Als eerste bespreken we een proces dat leidt tot de uitvoer van kalfsvlees, hierbij zullen we de getallen achterwege laten. Vervolgens bespreken we aan de hand van een gedeelte van de StatLinetabel de export door de papierindustrie. Tot slot geven we een voorbeeld van een analyse die met behulp van deze StatLinetabel gemaakt kan worden. 

Voorbeeld: uitvoer van kalfsvlees

Aan de uitvoer van één bepaald product gaat meestal een heel proces vooraf. Dit proces kan zowel in Nederland als in het buitenland plaatsvinden. Aan de hand van een voorbeeld bespreken we zo’n proces. 

De Nederlandse groothandel voert bijvoorbeeld kalfsvlees uit. Kalfsvlees is het vlees van (rund)kalveren die maximaal 8 maanden hebben geleefd (of 12 maanden in het geval van roze kalfsvlees). Gedurende deze 8 maanden zijn er verschillende sectoren die verdienen aan dit kalf en als het kalfsvlees uiteindelijk geëxporteerd wordt, dan worden deze verdiensten toegerekend aan de export. Als de groothandel deze export realiseert, dan zijn dit verdiensten aan de export door de exporterende bedrijfstak groothandel.

Productieproces voor de export van kalfsvlees door de groothandelProductieproces voor de export van kalfsvlees door de groothandel Kalf wordt geboren - Melkveehouderij verkoopt kalf - Veevervoer Kalf groeit op - Kalverhouderij - Verbruikt water & energie - Veevervoer - Invoer voor veevoer - Productie veevoer - Keuring en controle Kalf wordt geslacht - Slachthuis - Uitzendbureau levert werknemers slachthuis - Productvervoer - Keuring en controle Kalfsvlees wordt verkocht - Groothandel exporteert - Productvervoer - VerpakkingsindustrieProductieproces voor de export van kalfsvlees door de groothandel- Melkveehouderij- VeevervoerKalf wordt- Kalverhouderij- Verbruikt water &Kalf groeitKalf wordtKalfsvlees- Veevervoer- Invoer voor veevoer- Productie veevoer- Keuring en controle- Slachthuis- Uitzendbureau- Productvervoer- Keuring en controle- Groothandel- Productvervoer- Verpakkings-geborenverkoopt kalfopenergielevert werknemersslachthuisgeslachtwordt verkochtexporteertindustrie

Stap 1

Het kalf wordt geboren op een Nederlandse melkveehouderij, als het kalf mannelijk is zal de melkveehouderij het kalf willen verkopen. Het kalf wordt verkocht aan een kalverhouderij, hieraan verdient de melkveehouderij en wellicht ook een vee-vervoerder. 

Stap 2

Het kalf wordt verzorgd op de kalverhouderij. Het krijgt de eerste maanden of zelfs de gehele 8 maanden naast vast voedsel ook melk (vaak gemaakt van melkpoeder). Dit kalverhouderij produceert het voedsel niet zelf, en dus verdienen andere sectoren hieraan, bijvoorbeeld de melkveehouderij voor het melkpoeder. Voor het vaste voedsel van runderen wordt vaak geïmporteerde soja gebruikt. Een veevoederfabrikant zal dan ingevoerde soja gebruiken en veevoeder produceren en verkopen aan de kalverhouderij. De kalverhouderij gebruikt ook water en energie . Daarnaast zal de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector controles uitvoeren (dit valt onder sector 71 keuring en controle). 

Stap 3

Als het kalf acht maanden oud is, gaat het naar een slachthuis. Een uitzendbureau levert werknemers voor het slachthuis. Tevens moet het kalf vervoerd worden naar het slachthuis. En ook in deze stap zullen er kwaliteitscontroles plaatsvinden. 

Stap 4

Vervolgens zal het vlees verpakt worden, waaraan de verpakkingsindustrie zal verdienen. Tot slot exporteert de groothandel het vlees. Dit kan een dienst van een extern vervoersbedrijf zijn als de groothandel zelf geen vervoersmogelijkheden heeft. Wanneer dit een buitenlands vervoersbedrijf is dan worden de kosten voor het vervoer gezien als ingevoerde diensten ten behoeve van de uitvoer van het kalfsvlees.

Dit voorbeeld laat zien dat er veel verschillende bedrijfstakken kunnen verdienen aan de uitvoer van een bepaald product door een bepaalde bedrijfstak. De opbrengsten van het stukje kalfsvlees worden dus verdeeld onder veel verschillende spelers. Daarnaast wordt er werkgelegenheid gecreëerd in vrijwel al deze verschillende sectoren. Werkgelegenheid wordt gemeten in het totaal aantal arbeidsjaren dat er in de aanleverende sector wordt gewerkt ten behoeve van de uitvoer van de exporterende sector. De benodigde invoer voor de uitvoer van kalfsvlees kan naast ingrediënten voor het veevoer (zoals soja) ook bijvoorbeeld benzine bevatten voor het vervoer van de dieren. 

Voorbeeld: export door de papierindustrie

Uit de StatLinetabel kan de verdeling van de toegevoegde waarde van de export door de papierindustrie worden gehaald. De papierindustrie exporteert producten zoals papier, karton, papierpulp en vloeipapier voor sigaretten. In onderstaande tabel zijn de vijf sectoren die in 2021 het meeste verdienden aan de export door de papierindustrie weergegeven. Het merendeel van de toegevoegde waarde en van de werkgelegenheid dankzij de export door de papierindustrie blijft binnen de eigen sector. Ook de groothandel verdiende aan deze export, door bijvoorbeeld verpakkingsmaterialen te leveren voor de export van het papier. Deze verpakkingsmaterialen komen uit Nederland of zijn geïmporteerd zodoende heeft de groothandel mogelijk ook invoerkosten gerelateerd aan de uitvoer door de papierindustrie. Ook is er werkgelegenheid in de groothandel gemoeid met de uitvoer door de papierindustrie, denk bijvoorbeeld aan het uitpakken van de verpakkingsmaterialen, het bezorgen van het product of de overhead. De derde grootste aanleverende sector (in toegevoegde waarde) levert diensten: juridisch en managementadvies. Gevolgd door uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling, dit is een bedrijfstak die verdient aan de export van nagenoeg alle bedrijfstakken. De chemische industrie verdiende logischerwijze ook aan de uitvoer door de papierindustrie, deze bedrijfstak levert goederen zoals bleekmiddelen en inkt aan de papierindustrie. 

Tabel 1: Verdiensten en werkgelegenheid aan de export van de papierindustrie, 2021
Aanleverende sectorToegevoegde waardeWerk-gelegenheidInvoer
mln eurodzd vtemln euro
Papierindustrie1660,911,51878,5
Groothandel en handelsbemiddeling269,01,750,7
Juridisch en managementadvies146,31,451,4
Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling68,41,52,0
Chemische industrie58,90,2105,4
Verhuur en handel van onroerend goed47,60,12,0

Een exporterende sector werkt eigenlijk nooit alleen, de sector maakt gebruik van vele andere binnenlandse sectoren en vaak ook van invoer van bijvoorbeeld halffabricaten om de exportproducten zo efficiënt mogelijk te kunnen produceren. Het spreekt dus voor zich dat veel andere sectoren ook een beetje zullen bijdragen en verdienen aan de export door deze sector. 

Welke bedrijfstak behoudt de meeste exportverdiensten zelf?

Met behulp van de StatLinetabel kan worden onderzocht welke bedrijfstak het meeste aan toegevoegde waarde door eigen export overhoudt. Hiervoor wordt eerst de toegevoegde waarde die door alle Nederlandse bedrijfstakken samen verdiend wordt dankzij de exporterende bedrijfstak bepaald (totale toegevoegde waarde in onderstaande tabel). Het aandeel wordt berekend door de toegevoegde waarde die in de exporterende bedrijfstak blijft te delen door het totaal. Overigens is er geen enkele bedrijfstak waar meer toegevoegde waarde naar een andere bedrijfstak gaat dan naar de eigen bedrijfstak. Er zijn echter wel sectoren waar minder dan de helft van de toegevoegde waarde in de eigen bedrijfstak neerslaat, zoals te zien is in de onderstaande tabel. Dit zijn vooral sectoren die sterk afhangen van de invoer, zoals de voedingsmiddelenindustrie en de aardolie-industrie.

Tabel 2: Aandeel toegevoegde waarde export eigen sector
Toegevoegde waarde bij eigen sectorTotale toegevoegde waardeAandeel in eigen sector
mln euromln euro%
Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling230,9253,991
Tabaksindustrie2602,13062,785
Verzorging en welzijn12,214,584
Groothandel en handelsbemiddeling3846951639,974
Machine-industrie12401,418145,968
Juridisch en managementadvies11316,217193,466
Chemische industrie11614,918493,563
Voedingsmiddelenindustrie8222,619254,743
Algemene bouw en projectontwikkeling136,4341,440
Aardolie-industrie928,92547,536
Overige transportmiddelenindustrie1183,93313,336

Tabel 2: De drie bedrijfstakken met het hoogste aandeel van toegevoegde waarde van de export dat binnen de eigen sector blijft, de vijf bedrijfstakken met de hoogste toegevoegde waarde van de export van de eigen sector en de drie bedrijfstakken met het laagste aandeel. 

Definities

Aanleverende bedrijfstak

De bedrijfstak die goederen of diensten levert aan de exporterende bedrijfstak. 

Exporterende bedrijfstak

De bedrijfstak die de goederen of diensten aan het buitenland levert. In het geval van goederen is dit de laatste bedrijfstak die de goederen in bezit heeft. 

Verdiensten.

Dit is de uitvoerwaarde minus de waarde van de invoer die nodig was in de hele Nederlandse productieketen om deze uitvoer te produceren, ook wel toegevoegde waarde genoemd. In de tabel wordt de toegevoegde waarde dankzij de uitvoer van de exporterende bedrijfstak verdeeld over alle bedrijfstakken die een bijdrage leveren aan deze uitvoer.

Arbeidsvolume.

Het totaal aantal arbeidsjaren dat er (in de aanleverende bedrijfstak) wordt gewerkt ten behoeve van de uitvoer van de exporterende bedrijfstak.