Feiten en cijfers over de cultuur, sport en recreatie
Hoeveel bedrijven en instellingen zijn er in de cultuur, sport en recreatie?*
In het tweede kwartaal van 2020 waren er 114 950 bedrijven en instellingen in de bedrijfstak Cultuur, sport en recreatie. Het merendeel betrof bedrijven en instellingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb), bedrijven tot 250 werkzame personen.
Het grootste aantal bedrijven en instellingen (88 620) bevond zich in de kunst. Al deze bedrijven en instellingen behoorden tot het mkb. 83 520 bedrijven en instellingen in de bedrijfstak kunst bestonden uit 1 werkzaam persoon. 88 560 bedrijven en instellingen telden tot 50 werkzame personen.
23 065 bedrijven en instellingen waren actief in de sport en recreatie. Het overgrote gedeelte (23 050) betrof mkb-ondernemingen. 16 515 betroffen bedrijven of instellingen met 1 werkzaam persoon en 22 955 tot 50 werkzame personen. In totaal waren 13 435 bedrijven en instellingen actief in sport en 9 625 in overige recreatie.
2 870 bedrijven en instellingen bevonden zich in de bedrijfstak Bibliotheken, musea en natuurbehoud. Bijna al deze bedrijven of instellingen behoorden tot het mkb. 2 050 bedrijven en instellingen bestonden uit 1 werkzaam persoon.
395 bedrijven en instellingen waren actief in de loterijen en kansspelen. Het merendeel (390 bedrijven en instellingen) betrof een mkb-onderneming. Meer dan de helft (215 bedrijven of instellingen) bestond uit 1 werkzaam persoon.
Waar zijn cultuur, sport en recreatie bedrijven gevestigd?*
In 2019 waren er in totaal 111 435 vestigingen in de cultuur, sport en recreatie in Nederland. Daarvan waren de meeste gevestigd in Noord-Holland (31 785) en Zuid-Holland (21 125).
In 2019 waren er in totaal 83 duizend kunstvestigingen in Nederland. Daarvan waren de meeste gevestigd in Noord-Holland (26 185) en Zuid-Holland (15 865).
In 2019 waren er in totaal 24 230 sport- en recreatievestigingen in Nederland. Deze vestigingen bevonden zich voornamelijk in Noord-Holland (4 715) en Zuid-Holland (4 490).
De bibliotheken, musea en natuurbehoud hadden 3 560 vestigingen in Nederland. De loterijen en kansspelen 650 vestigingen. Het merendeel van de bedrijven in deze bedrijfstakken was gevestigd in Noord- en Zuid-Holland.
Wat is de bruto toegevoegde waarde van de cultuur, sport en recreatie?*
De bruto toegevoegde waarde van de cultuur, sport en recreatie bedroeg in 2018 bijna 8 miljard euro. Deze bedrijfstak had daarmee in 2018 een aandeel van 1,0 procent in het bbp (het bruto binnenland product). Het bbp bedroeg in 2018 774 miljard euro.
Binnen de cultuur, sport en recreatie had de sport en recreatie de hoogste toegevoegde waarde (2 876 miljoen euro), gevolgd door de kunst, met 2 408 miljoen euro.
De bibliotheken, musea en natuurbehoud hadden in 2018 een bruto toegevoegde waarde van 1 082 miljoen euro. De loterijen en kansspelen hadden een bruto toegevoegde waarde van 1 397 miljoen euro.
Hoeveel banen zijn er in de cultuur, sport en recreatie?*
In 2018 waren er 231 duizend banen in de sector cultuur, sport en recreatie. 136 duizend banen werden vervuld door werknemers en 95 duizend door zelfstandigen.
Binnen de sector cultuur, sport en recreatie waren 133 duizend banen in de kunst, cultuur en kansspelen, waarvan 55 duizend banen werden vervuld door werknemers en 78 duizend door zelfstandigen.
De overige 98 duizend banen binnen de sector cultuur, sport en recreatie waren in de sport en recreatie. Daarvan werden 82 duizend banen vervuld door werknemers en 17 duizend door zelfstandigen.
Hoeveel personen zijn er werkzaam in de cultuur, sport en recreatie?*
In 2018 waren 174 duizend mensen werkzaam in de cultuur, sport en recreatie. Dat is 1,9 procent van de werkzame personen in alle economische activiteiten. Het aantal werkzame personen hoeft niet gelijk te zijn aan het aantal banen. Mensen kunnen meerdere banen hebben en bij het aantal banen worden ook de deeltijdbanen gerekend.
Binnen de cultuur, sport en recreatie waren 102 duizend personen werkzaam in de kunst, cultuur en kansspelen. De overige 72 duizend personen waren werkzaam in de sport en recreatie.
Wat zijn de feiten en cijfers over sportorganisaties?
De aantallen organisaties en bedrijven die hierboven worden genoemd zijn gebaseerd op statistieken over het thema bedrijvendemografie. Deze statistieken zijn gebaseerd op het Algemeen Bedrijvenregister (ABR), en berusten grotendeels op het hebben van werknemers of omzet (cijfers uit de btw-aangifte). Veel sport- en watersportclubs zijn vrijgesteld van btw en hebben geen mensen in loondienst omdat ze uitsluitend met vrijwilligers werken. Bij maneges, sportscholen en fitnesscentra speelt dit ook, maar in mindere mate dan bij (water)sportclubs, omdat dit vaker commerciële organisaties zijn. Er zijn ook cijfers beschikbaar over alle (water)sportclubs, maneges, sportscholen en fitnesscentra, inclusief organisaties die geen winstoogmerk hebben.
Lees meer in: Feiten en cijfers over sportorganisaties en -bedrijven.Lees meer in: De Nederlandse sporteconomie.
Satellietrekening cultuur en media
Naast statistieken die cijfers geven per SBI-groep (Standaard Bedrijfsindeling 2008), maakt het CBS ook statistieken waarin bredere definities worden gebruikt voor de beschreven activiteiten. Eén zo’n statistiek, een zogeheten satellietrekening, betreft cultuur en media. Het CBS heeft deze samengesteld voor het jaar 2015. In deze satellietrekening is cultuur en media gedefinieerd in termen van goederen en diensten en daarbij breder gedefinieerd dan alleen die goederen en diensten die hoofdzakelijk worden voortgebracht door de SBI-groepen 90 Kunst en 91 Bibliotheken, musea en natuurbehoud. Zo worden bijvoorbeeld uitgeverijdiensten, het produceren van films en het verzorgen van televisieprogramma’s ook tot cultuur en media gerekend. De bijdrage van cultuur en media aan het bruto binnenlands product (3,7 procent) en het aantal werkzame personen (4,7 procent) is dan ook groter dan bij de (engere) benadering vanuit de genoemde SBI-groepen.
Lees meer in: Satellietrekening cultuur en media 2015.
Satellietrekening sport
Ook voor sport stelt het CBS periodiek een satellietrekening samen waarin de bijdrage van sport aan de Nederlandse economie wordt beschreven. Ook hier is sport breder gedefinieerd dan alleen het sporten zelf, maar worden bijvoorbeeld productie en verkoop van sportkleding en -artikelen ook tot de sporteconomie gerekend. In 2015 was de bijdrage van de sporteconomie aan het bruto binnenlands product 1,0 procent en aan het totale aantal werkzame personen 1,4 procent.
Lees meer in: De Nederlandse sporteconomie.
Bronnen
- StatLine - Bedrijven; bedrijfstak
- StatLine - Vestigingen van bedrijven; bedrijfstak, regio
- StatLine - Productie- en inkomenscomponenten bbp; bedrijfstak; nationale rekeningen
- StatLine - Opbouw binnenlands product (bbp); nationale rekeningen
- StatLine - Arbeidsvolume; bedrijfstak, geslacht, nationale rekeningen