Studenten horeca vaakst voor studie naar buitenland
Ruim 37 duizend hbo’ers en wo’ers die hun diploma behaalden in het studiejaar 2017/’18 waren voor hun studie in het buitenland, 24 procent van de gediplomeerden dat jaar. Het beeld is al enige tijd hetzelfde: ook van de gediplomeerden uit de studiejaren 2015/’16 en 2016/’17 studeerde een kwart minimaal drie maanden in het buitenland of haalde er minstens vijftien studiepunten.
Vooral studenten horeca en studenten toerisme en vrijetijdsbesteding doen relatief vaak buitenlandervaring op. Van de studenten die afstudeerden in het studiejaar 2017/’18 studeerde respectievelijk 92 en 73 procent in het buitenland. Ook onder studenten vreemde talen en landbouw en veeteelt is de studiepuntmobiliteit relatief hoog (respectievelijk 55 en 51 procent). Dit heeft er onder meer mee te maken dat een verblijf in het buitenland voor de genoemde studierichtingen vaak verplicht is. Van gediplomeerden met een diploma in de richting horeca hadden bijvoorbeeld 6 van de 10 die verplichting, voor degenen met een diploma in de richting vreemde talen geldt dat zelfs voor 7 van de 10.
Hbo’ers en wo’ers studeren even vaak in buitenland
Hbo’ers (25 procent) en wo’ers (24 procent) gaan nagenoeg even vaak voor drie maanden of langer naar het buitenland tijdens hun opleiding of halen er vijftien studiepunten. De reden waarom ze gaan, verschilt. Zo brengen wo’ers vaker dan hbo’ers een deel van hun studie in het buitenland door om colleges te volgen, eventueel in combinatie met een stage (respectievelijk 77 en 47 procent). Hbo’ers daarentegen gaan vaker dan wo’ers naar het buitenland voor alleen een stage (53 procent tegenover 23 procent).
Persoonlijke ontwikkeling belangrijkste reden
Hbo’ers en wo’ers die studiepuntmobiel zijn, hebben ook veelal dezelfde motieven om een deel van hun studie in het buitenland te volgen. Studeren in het buitenland is volgens hen vooral een waardevolle ervaring voor hun persoonlijke ontwikkeling (96 procent noemt dit als reden) en goed voor hun loopbaan (gemeld door 83 procent). Hbo’ers geven daarnaast relatief vaak aan dat het verblijf in het buitenland verplicht is voor hun studie (30 procent).
Verplichtingen thuis vaak reden om niet in buitenland te studeren
Van de afgestudeerden is 75 procent niet naar het buitenland geweest, 44 procent heeft het ook niet overwogen, 31 procent wel.
Deze laatste groep geeft vaak aan toch niet naar het buitenland te gaan omdat zij verplichtingen hebben in Nederland, zoals werk of zorg (46 procent), of vanwege de kosten (43 procent). Hbo’ers noemen deze twee redenen vaker dan wo’ers. Wo-afgestudeerden vinden relatief vaak dat de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs beter is en dat een tijdelijk verblijf in het buitenland niet goed te combineren is met de studie in Nederland.