Primaire producten als huisvesting en voeding zijn na de kredietcrisis een groter deel van de werkelijke individuele consumptie gaan uitmaken. In tijden van laagconjunctuur, zoals de periode 2009-2013, is dat niet ongebruikelijk. Maar toen de economie en de consumptie na 2013 flink gingen groeien, nam het aandeel van de bestedingen aan huisvesting en voeding in de werkelijke individuele consumptie niet af.
In dit artikel wordt uitgezocht hoe het komt dat huisvesting en voeding in de afgelopen tien jaar een groter deel van de consumptie zijn gaan vormen.