Onderwijs
Leerlingen met Turkse of Antilliaanse achtergrond minst vaak havo-advies of hoger
Het aandeel leerlingen dat in groep 8 van de basisschool een definitief advies krijgt voor havo of vwo verschilt naar (migratie)achtergrond. Het aandeel leerlingen met een Nederlandse achtergrond dat ten minste havo-advies kreeg was 59 procent in 2016/’17. In datzelfde schooljaar kreeg 38 procent van de leerlingen met een Turkse migratieachtergrond ten minste een havo-advies; in de schooljaren 2008/’09 tot en met 2014/’15 schommelde het aandeel rond 30 procent. Eenzelfde ontwikkeling is zichtbaar bij leerlingen met een Marokkaanse achtergrond, alleen liggen hier de percentages 4 procentpunt hoger. In 2016/’17 kreeg 45 procent van de leerlingen met Surinaamse achtergrond ten minste havo-advies en bij leerlingen met een Antilliaanse achtergrond was dit 38 procent. Voor beide groepen is dit 4 procentpunt meer dan in de jaren 2008/’09 tot en met 2014/’15. Voor de leerlingen met een overige niet westerse achtergrond schommelde het aandeel met ten minste havo-advies in de periode 2008/’09–2016/’17 rond 50 procent. Jongens en meisjes krijgen nagenoeg even vaak minimaal een havo-advies, ongeacht hun (migratie)achtergrond.
categorie | Nederlands (%) | Turks (%) | Marokkaans (%) | Surinaams (%) | Antilliaans (%) | Overig niet-westers (%) |
---|---|---|---|---|---|---|
2008/'09 | 59 | 31 | 33 | 42 | 36 | 51 |
2009/'10 | 58 | 31 | 33 | 42 | 36 | 50 |
2010/'11 | 57 | 30 | 34 | 41 | 33 | 49 |
2011/'12 | 57 | 31 | 34 | 43 | 36 | 50 |
2012/'13 | 55 | 29 | 34 | 41 | 34 | 48 |
2013/'14 | 54 | 28 | 35 | 41 | 34 | 47 |
2014/'15 | 54 | 28 | 36 | 41 | 32 | 47 |
2015/'16 | 56 | 33 | 37 | 45 | 37 | 50 |
2016/'17 | 59 | 38 | 42 | 45 | 38 | 52 |
Vooral minder voortijdig schoolverlaters onder Turkse/Marokkaanse meisjes
De totale groep jongeren van 18 tot 25 jaar zonder startkwalificatie is sterk gedaald ten opzichte van tien jaar geleden. De daling is het grootst bij jongens en meisjes met een Turks/Marokkaanse achtergrond. Bij de jongens met een Turkse of Marokkaanse achtergrond nam het aandeel zonder startkwalificatie af van 27,0 procent in 2007 naar 18,8 procent in 2017; bij meisjes met een Turkse of Marokkaanse achtergrond was de daling nog groter (van 18,4 procent naar 6,1 procent). Het aandeel Turks/Marokkaanse meisjes zonder startkwalificatie was hierdoor in 2017 lager dan het aandeel jongens met een Nederlandse achtergrond zonder startkwalificatie.
Meisjes met een Surinaams/Antilliaanse achtergrond hebben het vaakst een startkwalificatie; 3,8 procent van hen heeft geen startkwalificatie en dit is 0,6 procentpunt lager dan meisjes met een Nederlandse achtergrond en 2,3 procentpunt lager dan meisjes met een Turks/Marokkaanse achtergrond.
Het aandeel dat geen startkwalificatie heeft ligt bij meisjes lager dan bij jongens, ongeacht hun migratieachtergrond. Wel is in 2017 het aandeel jongens met een Nederlandse achtergrond zonder startkwalificatie (8,7 procent) aanzienlijk lager dan dat van de jongens met Turks/Marokkaanse achtergrond (18,8 procent) of Surinaams/Antilliaanse achtergrond (11,5 procent).
Achtergrond | 2017 (%) | 2007 (%) |
---|---|---|
Nederlands | ||
Mannen | 8,7 | 13,7 |
Vrouwen | 4,4 | 9,1 |
Turks/Marokkaans | ||
Mannen | 18,8 | 27 |
Vrouwen | 6,1 | 18,4 |
Surinaams/Antilliaans | ||
Mannen | 11,5 | 16,1 |
Vrouwen | 3,8 | 7,4 |
Relatief veel hoogopgeleiden onder personen met overig niet-westerse achtergrond
Voor alle herkomstgroepen geldt dat het grootste deel middelbaar is opgeleid. Uitzondering zijn de personen met een overig niet-westerse migratieachtergrond van wie bijna de helft hoogopgeleid is. Het opleidingsniveau van personen met een Nederlandse achtergrond en van tweede generatie Antillianen en Arubanen is met 41 procent hoogopgeleiden vrijwel gelijk. Bij de tweede generatie Surinamers is een derde hoogopgeleid; bijna 10 procentpunt lager dan bij de tweede generatie Antillianen en personen met een Nederlandse achtergrond. Het percentage hoogopgeleiden onder tweede generatie Marokkanen en Turken is ongeveer een kwart.
Achtergrond | Laag (%) | Middelbaar (%) | Hoog (%) |
---|---|---|---|
Nederlands | 15 | 44 | 41 |
Turks | 26 | 50 | 24 |
Marokkaans | 24 | 49 | 27 |
Surinaams | 19 | 48 | 32 |
Antilliaans | 17 | 42 | 41 |
Overig niet-westers | 14 | 38 | 48 |
1) Exclusief onderwijsvolgenden. |