Niet-beroepsbevolking
Drie op de tien 15- tot 75-jarigen behoren niet tot beroepsbevolking
De totale bevolking van 15 tot 75 jaar, bijna 12,9 miljoen mensen, kan worden onderverdeeld in de beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking. Het leeuwendeel, 70,2 procent, behoort tot de beroepsbevolking. In het derde kwartaal van 2017 ging het om ruim 9,0 miljoen personen. Het overige deel, bijna 30 procent, behoort niet tot de beroepsbevolking. Dit zijn ruim 3,8 miljoen personen, 17 duizend meer dan een jaar eerder. De niet-beroepsbevolking bestaat vooral uit scholieren en studenten, mensen die zorgen voor gezin of huishouden, arbeidsongeschikten en gepensioneerden.
Vooral meer hoogopgeleiden in niet-beroepsbevolking
Er behoorden in het derde kwartaal 25 duizend hoogopgeleiden meer tot de niet-beroepsbevolking dan een jaar eerder. Het aantal laagopgeleiden dat niet tot de beroepsbevolking behoorde, nam juist af met 26 duizend. Naar geslacht en leeftijd waren de veranderingen kleiner.
3e kwartaal 2017 | 3e kwartaal 2016 | |
---|---|---|
Onderwijsniveau | ||
Laag | 1,76 | 1,786 |
Middelbaar | 1,347 | 1,334 |
Hoog | 0,655 | 0,63 |
Leeftijd | ||
15 tot 25 jaar | 0,629 | 0,632 |
25 tot 35 jaar | 0,265 | 0,26 |
35 tot 45 jaar | 0,272 | 0,265 |
45 tot 55 jaar | 0,369 | 0,357 |
55 tot 65 jaar | 0,689 | 0,707 |
65 tot 75 jaar | 1,608 | 1,595 |
Geslacht | ||
Mannen | 1,609 | 1,597 |
Vrouwen | 2,224 | 2,22 |
Bronnen
- StatLine - Arbeidsdeelname; binding met de arbeidsmarkt