Wil of kan niet werken
Ruim 3,2 miljoen personen willen of kunnen niet werken
Personen die niet recent naar werk hebben gezocht en bovendien niet direct beschikbaar zijn, kunnen worden onderverdeeld in enerzijds personen die wel willen werken en anderzijds personen die niet willen of kunnen werken.
In het tweede kwartaal van 2017 bestond de tweede groep, degenen die niet willen of kunnen werken, uit ruim 3,2 miljoen mensen. Dat is de overgrote meerderheid (94 procent) van het totaal aantal mensen, ruim 3,4 miljoen, dat niet recent gezocht heeft en niet direct beschikbaar is.
Pensionering meest genoemde reden
De meest genoemde reden om niet te willen werken is (vervroegd) pensioen of hoge leeftijd. Verder zijn er aanzienlijk meer vrouwen dan mannen die niet willen werken in verband met zorg voor gezin of huishouden, of niet kunnen werken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid.
2e kwartaal 2017 | 2e kwartaal 2016 | |
---|---|---|
Mannen> | ||
Zorg voor gezin/ huishouden | 11 | 11 |
Opleiding/studie | 232 | 211 |
(Vervroegd) pensioen/ hoge leeftijd | 716 | 698 |
Ziekte/arbeids- ongeschiktheid | 297 | 282 |
Andere reden | 76 | 79 |
Vrouwen> | ||
Zorg voor gezin/ huishouden | 205 | 213 |
Opleiding/studie | 209 | 201 |
(Vervroegd) pensioen/ hoge leeftijd | 843 | 821 |
Ziekte/arbeids- ongeschiktheid | 456 | 429 |
Andere reden | 170 | 179 |
Vooral meer mannen, 65-plussers en middelbaar opgeleiden
Ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2016 was het aantal mensen dat niet wil of kan werken in het tweede kwartaal van 2017 92 duizend hoger. Onder mannen, 65-plussers en middelbaar opgeleiden was de toename het grootst. Het aantal mannen dat niet wil of kan werken is het afgelopen jaar met 52 duizend toegenomen. Het aantal 65- tot 75-jarigen en middelbaar opgeleiden dat niet wil of kan werken nam toe met respectievelijk 49 duizend en 46 duizend.
2e kwartaal 2017 | 2e kwartaal 2016 | |
---|---|---|
Onderwijsniveau | ||
Laag | 1,532 | 1,492 |
Middelbaar | 1,095 | 1,049 |
Hoog | 0,519 | 0,514 |
Leeftijd | ||
15 tot 25 jaar | 0,474 | 0,439 |
25 tot 35 jaar | 0,163 | 0,151 |
35 tot 45 jaar | 0,177 | 0,166 |
45 tot 55 jaar | 0,261 | 0,264 |
55 tot 65 jaar | 0,58 | 0,592 |
65 tot 75 jaar | 1,561 | 1,512 |
Geslacht | ||
Mannen | 1,333 | 1,281 |
Vrouwen | 1,884 | 1,843 |
Bronnen
- StatLine - Arbeidsdeelname; binding met de arbeidsmarkt