Beroepsbevolking
Zeven op de tien 15- tot 75-jarigen behoren tot beroepsbevolking
De totale bevolking van 15 tot 75 jaar, 12,8 miljoen mensen, kan worden onderverdeeld in de beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking. Zeven op de tien 15- tot 75-jarigen behoren tot de beroepsbevolking. In het vierde kwartaal van 2016 ging het om bijna 9,0 miljoen personen. Het overige deel, ruim 3,8 miljoen personen, behoort niet tot de beroepsbevolking.
Vooral meer hoogopgeleiden, minder laagopgeleiden
In het vierde kwartaal van 2016 was de beroepsbevolking 63 duizend personen groter dan in het vierde kwartaal van 2015. Er kwamen vooral meer hoogopgeleiden bij, plus 94 duizend. Ook het aantal vrouwen in de beroepsbevolking groeide, met 49 duizend. Het aantal 55- tot 65-jarigen en 25- tot 35-jarigen in de beroepsbevolking nam verder toe met respectievelijk 45 duizend en 41 duizend. Het aantal laagopgeleiden en 35- tot 45-jarigen in de beroepsbevolking nam in diezelfde periode juist af met respectievelijk 67 duizend en 49 duizend.
4e kwartaal 2016 | 4e kwartaal 2015 | |
---|---|---|
Onderwijsniveau | ||
Laag | 1,906 | 1,973 |
Middelbaar | 3,773 | 3,765 |
Hoog | 3,179 | 3,085 |
Leeftijd | ||
15 tot 25 jaar | 1,404 | 1,389 |
25 tot 35 jaar | 1,855 | 1,814 |
35 tot 45 jaar | 1,8 | 1,849 |
45 tot 55 jaar | 2,178 | 2,176 |
55 tot 65 jaar | 1,532 | 1,487 |
65 tot 75 jaar | 0,196 | 0,187 |
Geslacht | ||
man | 4,788 | 4,773 |
vrouw | 4,178 | 4,129 |
Bronnen
- StatLine - Arbeidsdeelname; binding met de arbeidsmarkt