Bevolking naar migratieachtergrond
Bij degenen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond is dat zelfs al iets meer dan de helft. De tweede generatie is nog wel heel jong. Terwijl de eerste generatie gemiddeld net zo oud is als personen met een Nederlandse achtergrond (43 jaar), is de niet-westerse tweede generatie gemiddeld 18 jaar.
Ongelijk verdeeld over Nederland
Personen met verschillende migratieachtergronden wonen niet gelijk verdeeld over Nederland. Zo wonen personen met een niet-westerse achtergrond vooral in (de buurt van) de vier grote steden. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag heeft meer dan 30 procent van de inwoners een niet-westerse achtergrond.
Meer Turkse en Surinaamse emigranten dan immigranten
De vier grootste niet-westerse groepen in Nederland hebben een Turkse (397 duizend), Marokkaanse (386 duizend), Surinaamse (349 duizend) of Antilliaanse (151 duizend) achtergrond. Deze vier groepen groeiden de afgelopen jaren alleen nog door de geboorte van de tweede generatie. De eerste generatie neemt in de periode 2011-2015 met gemiddeld bijna 2 duizend personen per jaar af.
Door een afname van de immigratie en een toename van de emigratie was er in 2015 bijna geen netto migratie meer van de vier grootste niet-westerse herkomstgroepen samen. Bij personen met een Turkse en Surinaamse achtergrond van de eerste generatie is het migratiesaldo sinds 2012 negatief: er zijn jaarlijks meer emigranten dan immigranten. Vooral onder personen met een Turkse achtergrond is de emigratie gestegen.
Turks | Surinaams | Antilliaans | Marokkaans | |
---|---|---|---|---|
'96 | 2,014 | 1,251 | 0,548 | 2,036 |
'97 | 3,649 | 1,32 | 1,786 | 3,171 |
'98 | 3,245 | 2,83 | 5,141 | 4,068 |
'99 | 2,938 | 1,569 | 6,075 | 3,233 |
'00 | 4,226 | 2,321 | 7,631 | 3,366 |
'01 | 4,691 | 2,414 | 5,324 | 4,124 |
'02 | 4,564 | 1,753 | 2,158 | 3,796 |
'03 | 4,53 | 1,621 | -0,399 | 3,319 |
'04 | 1,743 | 1,1 | -1,791 | 2,048 |
'05 | 0,523 | -0,037 | -2,226 | 0,374 |
'06 | -0,148 | -0,653 | -1,284 | -0,302 |
'07 | -0,024 | 0,082 | 0,029 | -0,529 |
'08 | 1,31 | 0,601 | 0,895 | 0,051 |
'09 | 1,569 | 0,933 | 1,385 | 0,887 |
'10 | 1,33 | 0,503 | 1,362 | 0,827 |
'11 | 0,736 | 0,411 | 1,007 | 1,127 |
'12 | -0,154 | -0,27 | 0,064 | 0,464 |
'13 | -0,649 | -0,34 | -0,076 | 0,807 |
'14 | -1,63 | -0,447 | 0,429 | 0,765 |
'15 | -0,813 | -0,195 | 0,535 | 0,56 |
Rond de eeuwwisseling was de immigratie van de vier grootste niet-westerse herkomstgroepen, vooral die van de Antilliaanse, veel groter dan de emigratie. In 2000 kwamen er bijvoorbeeld bijna 8 duizend personen met een Antilliaanse achtergrond bij, terwijl in de periode 2003-2006 het migratiesaldo van de Antillianen juist negatief was.
Meer immigranten uit nieuwe EU-landen
Sinds de toetreding van een aantal nieuwe landen tot de EU in 2004 en 2007 is de immigratie uit die landen sterk toegenomen. In 2015 kwamen per saldo 9,6 duizend Polen naar Nederland en in 2014 12,1 duizend. In die jaren kwamen er gemiddeld 2 duizend Bulgaren en Roemenen bij. De immigratie uit deze landen nam toe nadat per 1 januari 2014 de tewerkstellingsvergunning werd afgeschaft. Direct na de toetreding tot de EU van Bulgarije en Roemenië in 2007 was het migratiesaldo hoger dan in 2014 en 2015.
In 2015 bijna evenveel Syrische als Poolse immigranten
Sinds 2014 neemt het aantal personen die een asielaanvraag doen in Nederland flink toe. Syrië en Eritrea zijn de belangrijkste herkomstlanden. Verder komen veel vluchtelingen uit Afghanistan, Irak, Iran en Somalië. Zodra asielzoekers zich hebben ingeschreven bij een gemeente tellen ze als geïmmigreerde inwoner van Nederland. Inschrijving kan als ze een verblijfsvergunning hebben of minimaal een half jaar in de asielopvang verbleven.
Immigratie vanuit Syrië en Eritrea speelde tot en met 2013 nauwelijks een rol van betekenis in de migratiestromen naar Nederland. Dat veranderde in 2014 en sindsdien komen substantiële aantallen Eritreeërs en Syriërs naar ons land. In 2015 bedroeg het migratiesaldo van Eritreeërs 3,3 duizend en dat van Syriërs 20,6 duizend. Het aantal Syrische immigranten lag in 2015 slechts een fractie onder het aantal Poolse immigranten in dat jaar.
Syrië | Eritrea | Iran | Irak | Afghanistan | Somalië | |
---|---|---|---|---|---|---|
1995 | 0,236 | 0,008 | 2,31 | 2,842 | 1,445 | 2,461 |
'96 | 0,213 | 0,023 | 2,375 | 4,428 | 2,74 | 2,837 |
'97 | 0,222 | 0,053 | 1,224 | 5,873 | 3,608 | 0,873 |
'98 | 0,231 | 0,042 | 0,797 | 6,999 | 3,827 | 0,54 |
'99 | 0,549 | 0,037 | 0,805 | 2,626 | 5,302 | 0,382 |
'00 | 0,849 | 0,076 | 1,415 | 3,812 | 4,396 | 0,352 |
'01 | 1,007 | 0,083 | 1,782 | 2,209 | 4,206 | -0,719 |
'02 | 0,497 | 0,07 | 0,856 | -0,179 | 2,435 | -1,586 |
'03 | 0,17 | 0,042 | 0,039 | 0,138 | 1,184 | -2,225 |
'04 | 0,049 | 0,052 | -0,105 | -0,022 | 0,21 | -2,307 |
'05 | -0,038 | 0,032 | -0,222 | -0,604 | -0,376 | -1,431 |
'06 | -0,027 | 0,044 | -0,037 | -0,507 | -0,608 | -0,766 |
'07 | 0,08 | 0,097 | 0,44 | 0,946 | -0,407 | 0,517 |
'08 | 0,153 | 0,091 | 0,526 | 3,135 | -0,2 | 1,778 |
'09 | 0,084 | 0,189 | 0,692 | 2,282 | 0,389 | 4,476 |
'10 | 0,186 | 0,22 | 0,798 | 0,116 | 0,816 | 3,435 |
'11 | 0,164 | 0,248 | 1,119 | -0,156 | 0,805 | 1,504 |
'12 | 0,422 | 0,173 | 0,803 | -0,126 | 0,3 | 0,006 |
'13 | 1,839 | 0,406 | 0,827 | -0,003 | 0,314 | 1,936 |
'14 | 8,461 | 2,042 | 0,486 | 0,313 | 0,035 | 0,82 |
'15 | 20,623 | 3,266 | 0,557 | 0,309 | 0,039 | -0,426 |
De immigratie van vluchtelingengroepen fluctueerde de afgelopen twintig jaar. Zo vond in de eerste jaren na 1995 vooral immigratie uit Afghanistan en Irak plaats, daarna uit Iran en Somalië. De immigratie vanuit Iran vond vooral voor de eeuwwisseling plaats. Emigratie uit Nederland nam de afgelopen vijftien jaar binnen al deze vier vluchtelingengroepen toe. Rond 2005 was deze binnen alle vluchtelingengroepen hoger dan de immigratie. Dit gold het sterkst voor de Somalische herkomstgroep, die qua omvang in 2003 en 2004 met ruim 2 duizend migranten per jaar afnam, met name door vertrek naar het Verenigd Koninkrijk. Tussen 2007 en 2014 nam het aantal personen met een Somalische achtergrond in ons land weer toe.
De Afghaanse en Iraakse bevolkingsgroep groeide met name in de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw, met respectievelijk 4 en 5 duizend personen per jaar. Meer recent is deze groei afgenomen tot minder dan duizend per jaar.