Zzp'ers met een korte werkweek

In 2015 waren er 112 duizend zzp’ers van 15 tot 75 jaar die minder dan 12 uur per week werkten, anderhalf keer zoveel als in 2004.
Het gaat dan om zzp’ers die niet daarnaast ook nog een baan als werknemer hebben. Deze kleine zzp’ers zijn naar verhouding vaak 55-plusser en goed geschoold. Anders dan zzp’ers met een langere werkweek die zichzelf overwegend als werkende beschouwen, ziet van de kleine zzp’ers maar 26 procent zichzelf als werkende en 11 procent als werkloze. Ruim een kwart omschrijft zichzelf als gepensioneerde en 17 procent als huisvrouw of -man.
Van de kleine zzp’ers in 2014 was 20 procent een jaar later voor 12 uur of meer per week aan de slag. Dit aandeel is vergeleken met 2004 bijna verdubbeld. Iets meer dan de helft van de kleine zzp’ers werkte in 2015 nog steeds minder dan 12 uur per week, terwijl ruim een kwart was gestopt als zzp’er.
Voor 43 procent van de kleine zzp’ers is het ondernemersinkomen, eventueel aangevuld met inkomen uit een uitkering (bijvoorbeeld werkloosheid of pensioen), onvoldoende om zichzelf financieel te onderhouden. Het inkomen van een partner zorgt er dan doorgaans voor dat het gezinsinkomen toch boven de lage-inkomensgrens uitkomt. Ook hebben kleine zzp’ers dikwijls een flink vermogen achter de hand.