Bedrijven lenen meer, maar niet bij Nederlandse financiële instellingen
In het tweede kwartaal van 2014 hebben Nederlandse niet-financiële vennootschappen 4,9 miljard euro meer leningen afgesloten dan afgelost. De leningen zijn vooral verstrekt door buitenlandse moeder- en dochtermaatschappijen en niet door Nederlandse financiële instellingen. Huishoudens hebben meer leningen afgelost dan afgesloten, net als in de voorgaande vijf kwartalen.
Bedrijven sluiten vooral kortlopende leningen af binnen hun concern
De niet-financiële vennootschappen hebben in het tweede kwartaal meer leningen afgesloten dan afgelost. Deze leningen hebben ze echter niet afgesloten bij Nederlandse financiële instellingen. Daar hebben de bedrijven per saldo zelfs 1,2 miljard euro afgelost. Zij hebben echter per saldo 5,0 miljard euro geleend binnen concernverband, vooral bij buitenlandse moeders en dochters. Daarnaast zijn zij buiten concernverband per saldo voor 1,0 miljard aan nieuwe leningen aangegaan in het buitenland, bij de Nederlandse overheid en bij andere niet-financiële vennootschappen. Ook in de tweede helft van 2013 en het eerste kwartaal van 2014 losten niet-financiële bedrijven per saldo al af bij Nederlandse financiële instellingen, terwijl ze binnen concernverband meer leningen afsloten dan aflosten. Medio 2014 hadden de niet-financiële vennootschappen bijna 736 miljard euro aan leningen aan de passivakant van hun balans staan. De niet-financiële vennootschappen hebben in het tweede kwartaal vooral leningen afgesloten met een looptijd korter dan een jaar. Op de langlopende leningen werd per saldo afgelost.
Saldo van afgesloten en afgeloste leningen niet-financiële vennootschappen
Schulden huishoudens wederom omlaag
De uitstaande leningen aan huishoudens (inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens, die overigens relatief weinig leningen hebben) bedroegen aan het eind van het tweede kwartaal 750,2 miljard euro. Dit is 1,5 miljard euro minder dan een kwartaal eerder. De woninghypotheekschuld daalde met 1,1 miljard. Ook op consumptief krediet werd per saldo fors afgelost (0,9 miljard).
Huishoudens lossen al sinds begin 2013 meer af dan zij aan nieuwe leningen afsluiten. Daarvoor zijn diverse mogelijke verklaringen. Zo is de rente op spaarrekeningen laag, wat huishoudens stimuleert om hun spaargeld in te zetten voor aflossingen. Daarnaast mogen mensen sinds 1 oktober 2013 belastingvrij 100 duizend euro schenken als dit geld wordt gebruikt om de hypotheek af te lossen, een nieuwe woning aan te schaffen of de woning te verbouwen. Ook heeft het kabinet per 1 januari 2013 de hypotheekrenteaftrek aangepast. Mensen die hypotheken afgesloten hebben na die datum kunnen alleen hypotheekrente aftrekken als ze aflossen.
In het tweede kwartaal van 2014 was de daling van de woninghypotheekschuld wat kleiner dan in de voorgaande vier kwartalen. Mogelijk komt dit doordat de huizenmarkt aantrok in het tweede kwartaal. Het aantal verkochte woningen steeg fors ten opzichte van een kwartaal eerder. Ook de prijzen van bestaande koopwoningen stegen iets.
Uitstaande leningen aan huishoudens
Particuliere schuldquote iets omhoog
In de afgelopen jaren heeft de Europese Commissie regelmatig haar zorgen uitgesproken over de relatief hoge particuliere schulden in Nederland. De Europese Commissie volgt de particuliere schuldquote. Deze indicator omvat behalve de leningen van huishoudens en niet-financiële vennootschappen ook de waarde van de door niet-financiële vennootschappen uitgegeven obligaties en kortlopende waardepapieren, en wordt uitgedrukt als percentage van het bbp. Door het toegenomen bedrag aan uitstaande leningen bij de niet-financiële vennootschappen is de particuliere schuldquote in het tweede kwartaal van 2014 iets gestegen, van 227,8 naar 228,0 procent. Daarmee ligt de schuldquote ver boven de norm van 133 procent die de Europese Commissie hanteert. In de voorgaande vier kwartalen daalde de particuliere schuldquote nog.