Revisie nationale rekeningen: Uitkomsten voor het verslagjaar 2010
Vandaag publiceert het CBS de eerste uitkomsten van de revisie van de nationale rekeningen. Directe aanleiding is het toepassen van nieuwe verplichte internationale methodologische richtlijnen. Net als veel andere Europese lidstaten voert het CBS tegelijk ook een bronnenrevisie uit. Als gevolg van de revisie komen er nieuwe ramingen beschikbaar van veel macro-economische kernindicatoren. Het bruto binnenlands product (bbp) wordt voor het verslagjaar 2010 met 44,7 miljard euro naar boven bijgesteld. Dit is een bijstelling van 7,6 procent. Daarvan is 3,0 procentpunt het gevolg van het doorvoeren van de nieuwe internationale richtlijnen; 4,6 procentpunt komt voort uit de herijking op nieuwe bronnen. Het overheidstekort in 2010 wordt bijgesteld van 5,1 procent naar 5,0 procent van het bbp. De overheidsschuld komt na revisie uit op 59,0 procent van het bbp; dit was 63,4 procent. De vandaag gepresenteerde cijfers betreffen alleen het verslagjaar 2010. In juni 2014 komen gereviseerde cijfers voor recentere en eerdere jaren beschikbaar. Uiterlijk september 2014 zijn alle lidstaten van de Europese Unie verplicht om hun nationale rekeningen te publiceren conform de nieuwe internationale methodologische richtlijnen.
De nationale rekeningen zijn de bron voor veelgebruikte macro-economische variabelen, zoals het bruto binnenlands product (bbp), het handelssaldo, het bruto nationaal inkomen (bni), het overheidstekort en de overheidsschuld. Als gevolg van de revisie wijzigt het niveau van deze cijfers. De eerste uitkomsten betreffen alleen het verslagjaar 2010, waarop de revisie is uitgevoerd.
Revisies van de nationale rekeningen worden regulier uitgevoerd. Aanleiding voor de huidige revisie is het toepassen van nieuwe internationale methodologische richtlijnen. Deze zijn vastgelegd in het Europees Systeem van Rekeningen (ESR2010), dat volledig is gebaseerd op het nieuwe System of National Accounts van de Verenigde Naties (SNA2008). De internationale richtlijnen zorgen ervoor dat landen op onderling vergelijkbare wijze hun economie meten en dat de wijze van meten blijft aansluiten bij structurele ontwikkelingen in de economie. Het doorvoeren van de nieuwe richtlijnen uit het ESR is verplicht voor alle lidstaten van de Europese Unie. De belangrijkste wijzigingen zijn met deze revisie dat uitgaven aan research and development (R&D) plus een aantal militaire uitgaven voortaan tot de investeringen worden gerekend en dat software die organisaties voor eigen gebruik hebben ontwikkeld tegen marktprijzen wordt gewaardeerd in plaats van tegen de kostprijs. Ook moet de bijdrage van illegale activiteiten aan de economie worden opgenomen.
Net als veel andere Europese lidstaten voert het CBS tegelijk met de methodologische revisie een bronnenrevisie uit. Het niveau van de indicatoren is daarbij herijkt aan de niveaus van de nieuwe gegevensbronnen, die de laatste jaren beschikbaar zijn gekomen. Het tussentijds doorvoeren van nieuwe bronniveaus is niet mogelijk omdat dit de economische groeicijfers verstoort. De ontwikkelingen die volgen uit de nieuwe bronnen werden vóór de revisie al wel gebruikt voor het ramen van de ontwikkelingen in de indicatoren. Voorbeelden van gebruikte nieuwe bronnen zijn het Loonaangifte-bestand en het btw-bestand van de belastingdienst, nieuwe statistieken van De Nederlandsche Bank en het vernieuwde handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Bij elke revisie van de nationale rekeningen wordt één ijkjaar gehanteerd. Hierop worden de wijzigingen in definities en bronmateriaal doorgevoerd en wordt geanalyseerd welk effect deze hebben op het niveau van de cijfers. Bij de huidige revisie is 2010 het ijkjaar. Bij de vorige revisie van de nationale rekeningen was dat 2001.
Als gevolg van de revisie zijn er nieuwe ramingen beschikbaar gekomen van veel macro-economische kernindicatoren. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste:
- De omvang van het bruto binnenlands product (bbp) voor het verslagjaar 2010 is met 44,7 miljard euro naar boven bijgesteld (7,6 procent). Hiervan is 3,0 procentpunt het gevolg van het doorvoeren van de nieuwe internationale richtlijnen. Het feit dat uitgaven voor R&D nu tot de investeringen worden gerekend in plaats van tot de lopende kosten heeft hierbij het grootste effect. Als gevolg van de herijking op nieuwe bronnen wordt het bbp met 4,6 procentpunt bijgesteld.
- Omdat de aanpassing van het bbp ook voor alle voorgaande jaren wordt doorgevoerd, zal het gevolg voor de cijfers over de economische groei, net als bij eerdere revisies, naar verwachting beperkt zijn. De exacte informatie hierover zal het CBS eind juni 2014 gereed hebben en publiceren.
- Het overheidstekort conform de EMU-definitie is voor het verslagjaar 2010 per saldo met 1,8 miljard euro naar boven bijgesteld, met name vanwege de inzet van nieuwe brongegevens. Omdat het bbp ook naar boven is bijgesteld, is het netto-effect op het overheidstekort als percentage van het bbp bescheiden. Voor 2010 gaat het overheidstekort van 5,1 naar 5,0 procent van het bbp.
- De overheidsschuld is voor het verslagjaar 2010 met 0,6 miljard euro naar boven bijgesteld, vanwege de inzet van nieuwe brongegevens. Omdat de bijstelling van het bbp relatief groter is, wordt de overheidsschuld voor 2010 van 63,4 naar 59,0 procent van het bbp bijgesteld.
- Het handelssaldo is voor het verslagjaar 2010 met 5,5 miljard euro naar boven bijgesteld tot 52,8 miljard euro. De belangrijkste reden voor de bijstelling is de verwerking van nieuwe broninformatie over de internationale handel.
- De omvang van het bruto nationaal inkomen (bni) is voor het verslagjaar 2010 met 57,7 miljard euro naar boven bijgesteld (10,0 procent). Hiervan is 44,7 miljard euro het gevolg van de bijstelling van het bbp en 13,0 miljard euro van de bijstelling van de primaire inkomensstromen met het buitenland (met name rente en dividenden). De belangrijkste reden voor laatstgenoemde is de inzet van nieuw bronmateriaal van De Nederlandsche Bank. Als het bni verandert, kan dat van invloed zijn op de afdracht van Nederland aan de Europese Unie. Dat is echter ook afhankelijk van veranderingen in het bni van de andere lidstaten. Die reviseren immers ook.
Meer achtergronden en cijfers van de revisie zijn te vinden in de CBS-publicatie Nationale rekeningen, revisie 2010. De publicatie richt zich op het niveau van de cijfers voor het ijkjaar 2010. Daarbij wordt het verschil tussen de cijfers voor en na revisie getoond en wordt aangegeven in hoeverre het verschil het gevolg is van nieuwe richtlijnen of nieuwe bronnen. Naast bovengenoemde indicatoren bevat de publicatie ook informatie over andere indicatoren en nadere details over bijvoorbeeld sectoren en bedrijfstakken. Later dit jaar worden ook de verslagjaren en –kwartalen vóór en na 2010 gereviseerd. Als gevolg van de revisie zullen de niveaus van de indicatoren voor alle verslagperioden worden aangepast.
Eind juni 2014 zullen de gereviseerde cijfers van de nationale rekeningen voor de periode tot en met het eerste kwartaal van 2014 worden gepubliceerd. Vanaf dat moment zullen de Nederlandse nationale rekeningen volledig aangesloten zijn op de nieuwe internationale richtlijnen. Uiterlijk vanaf september zal dat gelden voor alle lidstaten van de Europese Unie.