Beschikbaar inkomen van huishoudens verder gedaald
Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens is in het derde kwartaal van 2013 met 2,6 procent gedaald ten opzichte van een jaar eerder. De daling ligt in lijn met die van de afgelopen kwartalen en wordt vooral veroorzaakt doordat de lonen achterblijven bij de inflatie. Alle in dit artikel genoemde ontwikkelingen betreffen voortschrijdende jaartotalen: de gegevens over laatste vier kwartalen worden daarbij gecombineerd tot een jaartotaal.
Bijdragen aan de mutatie van het reëel beschikbaar inkomen ten opzichte van een jaar eerder
Vooral inflatie en belastingen drukken zwaar op inkomens
De toename van te betalen belastingen en sociale premies had een negatief effect van 2,8 procentpunt op de ontwikkeling van het beschikbaar inkomen. De inflatie vormde ook dit kwartaal echter weer de grootste minpost met een negatieve bijdrage van 2,9 procentpunt. Daarnaast droegen ook de afgenomen inkomens uit productieactiviteiten bij aan de daling van het inkomen. De toename van sociale uitkeringen en het netto-inkomen uit vermogen temperden de daling van het beschikbaar inkomen nog enigszins.
Ontwikkeling lonen
Lichte daling ontvangen lonen
Het totaal aan ontvangen lonen is al vier kwartalen op rij niet of nauwelijks gestegen. Dit heeft grote (negatieve) gevolgen voor het reëel beschikbaar inkomen: veruit het grootste deel van dit inkomen bestaat immers uit lonen. Wanneer de inkomsten uit loon niet stijgen, wordt het (werknemers)inkomen minder waard door de inflatie. Dat ondanks een toename van de lonen per arbeidsjaar de totaal ontvangen loonsom nauwelijks steeg, komt door de daling van het aantal banen van werknemers in het derde kwartaal.
Stijging ontvangst sociale uitkeringen t.o.v. 2011-II
Verdere stijging inkomsten uit sociale voorzieningen en uitkeringen
Sinds ruim een jaar stijgt de werkloosheid en neemt het aantal banen af. Werknemers die hun baan verliezen, worden in de eerste instantie gecompenseerd met een WW-uitkering. In het derde kwartaal was er inderdaad sprake van een verdere stijging van deze uitkeringen. Daarnaast stegen ook de door de overheid uitgekeerde zorgtoeslagen. In de stijging van de ontvangen uitkeringen speelt ten slotte ook de toename van de AOW en het aanvullend pensioen een belangrijke rol. Het aantal ontvangers van AOW en aanvullend pensioen neemt vanaf 2011 structureel toe omdat steeds meer babyboomers vanaf dat jaar met pensioen zijn.