Industriebeeld: ondernemers iets minder negatief
De ondernemers in de industrie waren in juli 2013 iets minder pessimistisch dan in juni. Het producentenvertrouwen steeg van -4,1 naar -3,5.
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in mei 1,8 procent lager dan in mei 2012. De krimp was groter dan in april, toen de industrie 1,3 procent minder produceerde dan een jaar eerder. De industrie behaalde in mei bijna 3 procent minder omzet dan een jaar eerder. De omzet op de buitenlandse markt daalde meer dan die op de binnenlandse.
De economie kromp in het eerste kwartaal van 2013 met 0,4 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2012. De kwartaal-op-kwartaalgroei is al drie kwartalen op rij negatief. De omvang van de krimp wordt wel kleiner.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers iets minder pessimistisch
De ondernemers in de industrie waren in juli iets minder pessimistisch dan in juni. Het producentenvertrouwen steeg van -4,1 naar -3,5.
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, het oordeel over de voorraden gereed product en de verwachte productie in de komende drie maanden. Deze cijfers zijn onder meer gecorrigeerd voor seizoeneffecten. De ondernemers waren in juli een stuk minder pessimistisch over hun orderpositie. Daarnaast waren zij iets minder negatief over de verwachte productie. Het oordeel over de voorraden verslechterde daarentegen.
In juli werd 77,4 procent van de productiecapaciteit van de industrie benut. De bezettingsgraad was daarmee een stuk hoger dan in april (75,6 procent). In de voorgaande kwartalen daalde de bezettingsgraad nog.
Iets meer voorraden gereed product
De voorraden gereed product in de industrie waren in mei 1,4 procent groter dan in mei 2012. In april hielden de ondernemers 3,6 procent meer voorraad aan dan een jaar eerder. De cijfers over de voorraden zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
Opnieuw krimp productie
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in mei 1,8 procent lager dan in mei 2012. De krimp was groter dan in april, toen de industrie 1,3 procent minder produceerde dan een jaar eerder. De industriële productie is al vijf maanden achtereen lager dan een jaar eerder.
In de transportmiddelenindustrie was de krimp met 7,5 procent het grootst. Ook de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie (5,1 procent) en de elektronische- en machine-industrie (4,2 procent) produceerden minder dan een jaar eerder. De productie van de basismetaalindustrie kromp met 1,5 procent. De voedings- en genotmiddelenindustrie produceerde voor de vijfde maand op rij meer dan een jaar eerder. De productiegroei bedroeg 3,0 procent..
Minder omzet
De industrie behaalde in mei bijna 3 procent minder omzet dan een jaar eerder. De omzet op de buitenlandse markt daalde meer dan die op de binnenlandse. Mei 2013 telde evenveel werkdagen als mei 2012. De producten van de industrie waren in mei 1,5 procent goedkoper dan een jaar eerder.
De transportmiddelenindustrie realiseerde ruim 16 procent minder omzet dan een jaar eerder. Ook in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie (-8,2%) en basismetaal- en metaalproductenindustrie (-5,6%) was de omzet fors lager. In de voedings- en genotmiddelenindustrie steeg de omzet echter met ruim 9 procent, de elektrotechnische en machine-industrie kende een bescheiden groei van bijna anderhalf procent.
Economie krimpt
De economie kromp in het eerste kwartaal van 2013 met 0,4 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2012. De kwartaal-op-kwartaalgroei is al drie kwartalen op rij negatief. De omvang van de krimp wordt wel kleiner. Bij het berekenen van de kwartaal-op-kwartaalontwikkeling is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
Vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder kromp de economie in het eerste kwartaal met 1,8 procent. Het eerste kwartaal telde in 2013 wel twee werkdagen minder dan in 2012.
Er werd in het eerste kwartaal veel minder geïnvesteerd in vaste activa dan een jaar eerder (11,8 procent). De huishoudens besteedden 2,4 procent minder aan goederen en diensten. De overheidsconsumptie kromp met 0,6 procent. Ook de invoer van goederen en diensten was in het eerste kwartaal lager dan in het eerste kwartaal van 2012 (0,8 procent). Het exportvolume was daarentegen 1,4 procent groter.
De goederenproducenten produceerden 1,0 procent minder. Met 8,6 procent kromp de productie van de bouwnijverheid het meest. De industriële productie lag 4,5 procent onder het niveau van het eerste kwartaal van 2012. De productie van de delfstoffenwinning was, mede onder invloed van het relatief koude weer, 12,4 procent hoger. In de dienstverlening kwam de productie van de commerciële dienstverleners 2,4 procent lager uit. De productie van de niet-commerciële dienstverleners lag op hetzelfde niveau als een jaar eerder.