Hoofdvervoerwijze

De reisduur is berekend op basis van de hoofdvervoerwijze van de verplaatsing. Daardoor worden gecombineerde verplaatsingen met verschillende vervoerwijzen aan de hoofdvervoerwijze toegeschreven. Dit geldt vooral voor verplaatsingen met het openbaar vervoer, maar ook bij de overige vervoerwijzen komt dit voor.
De hoofdvervoerwijze voor een verplaatsing is gelijk aan de gebruikte vervoerwijze behalve wanneer de verplaatsing uit meer dan één rit bestaat. Hierbij is een rit gedefinieerd als een (onderdeel van een) verplaatsing die met één vervoerwijze plaatsvindt en die eindigt wanneer men de plaats van bestemming bereikt of wanneer men van vervoerwijze verandert.
Wanneer bij een verplaatsing sprake is van meerdere ritten dan geschiedt de toekenning van de hoofdvervoerwijze volgens een vooraf bepaalde prioriteitenvolgorde. De gehanteerde prioriteitenvolgorde is als volgt:
- Trein
- Bus/tram/metro
- Autobestuurder
- Autopassagier
- Taxi
- Motor/scooter
- Bromfiets
- Snorfiets
- Fiets
- Bij iemand op de fiets
- Overig
- lopen
- Onbekend.
Dit betekent bijvoorbeeld dat de afstand gereisd naar het station bijvoorbeeld bij de afgelegde afstand per trein wordt opgeteld. Verder wordt voor de reisduur de wachttijd voor verkeerslichten, bij de bushalte of op het station meegerekend net als bijvoorbeeld het lopen naar de halte.