Stijging werkloosheid vooral door toename baanverlies
Vanaf de tweede helft van 2012 is de werkloosheid sterk opgelopen. Mensen kunnen werkloos raken doordat ze hun baan verliezen, maar er worden ook mensen werkloos die eerder niet tot de beroepsbevolking behoorden. De recente toename van de werkloosheid hangt echter vooral samen met de grotere toestroom in werkloosheid door baanverlies.
Meer onsuccesvolle toetreding tot de beroepsbevolking dan uittreding
Elk kwartaal worden personen werkloos die eerder niet tot de beroepsbevolking behoorden. Zij zijn op zoek gegaan naar werk en zijn daarvoor ook per direct beschikbaar, maar komen niet onmiddellijk aan de slag. Voorbeelden hiervan zijn herintreders en mensen die een opleiding hebben afgerond. Deze laatste categorie betreft vooral jongeren; de instroom van jongeren op de arbeidsmarkt is een belangrijke factor die bijdraagt aan de ontwikkeling van de werkloosheid. In 2012 ging het gemiddeld per kwartaal om ruim 170 duizend werklozen die drie maanden eerder nog geen deel uitmaakten van de beroepsbevolking. Deze groep is groter dan het aantal werklozen dat de beroepsbevolking verlaat, bijvoorbeeld door ontmoediging.
Stromen tussen niet-beroepsbevolking en werkloze beroepsbevolking, gemiddeld aantal personen per kwartaal
Baanverlies in 2009 en 2012 relatief groot
Elk kwartaal vinden gemiddeld ongeveer 100 duizend werklozen binnen drie maanden een baan van ten minste twaalf uur per week. De afgelopen tien jaar waren dat er doorgaans meer dan het aantal personen dat door baanverlies werkloos werd. Alleen in 2009 en met name in het laatste kwartaal van 2012 was dit niet het geval. Ruim 140 duizend mensen die in dat kwartaal nog behoorden tot de werkzame beroepsbevolking, waren in het eerste kwartaal van 2013 werkloos. Het aantal werklozen dat in dezelfde periode werk vond, nam niet toe.
Stromen tussen werkzame en werkloze beroepsbevolking, gemiddeld aantal personen per kwartaal
Werkloosheid loopt vooral op door baanverlies
Twee ontwikkelingen leiden dus tot een toename van het aantal werklozen. Aan de ene kant zijn er meer personen die vanuit de niet-beroepsbevolking werkloos worden dan andersom. In 2012 is de werkloosheid hierdoor met 20 tot 40 duizend personen per kwartaal gegroeid. De tweede ontwikkeling is die van het saldo van de stromen tussen de werkzame en werkloze beroepsbevolking. In 2011 en in de eerste helft van 2012 was dit saldo klein en droeg daarmee nauwelijks bij aan de ontwikkeling van de werkloosheid. Doordat er vanaf de tweede helft van vorig jaar steeds meer mensen hun baan verloren dan er werklozen een baan vonden, steeg de werkloosheid relatief sterk. De vorige keer dat dit gebeurde was in 2009, ook toen liep de werkloosheid in snel tempo op.
Ontwikkeling tussen opeenvolgende kwartalen van werkloosheid en saldo van de stromen in en uit werkloosheid (seizoengecorrigeerd)
Martijn Souren
Bron: StatLine, Arbeidsmarktmobiliteit; wisselingen arbeidsmarktpositie