Oordeel en verwachtingen: aardolie-, chemische-, rubber- en kunststofproducten industrie
Uit de Conjunctuurenquête Nederland van april 2013 blijkt dat het beeld in de aardolie-, chemische-, rubber- en kunststofproductenindustrie een verslechtering laat zien. De orderontvangsten zijn opnieuw afgenomen, de ondernemers zijn negatiever in hun oordelen. Wel wordt er een hogere productie in de komende maanden voorzien.
Ondernemers blijven negatief over orderpositie
Volgens de ondernemers waren de orderontvangsten in de periode januari – maart lager dan in de periode oktober - december. De productie is dan ook afgenomen in de periode januari – maart. De werkvoorraad, uitgedrukt in de index orderpositie, kwam in maart iets lager uit op 105,8. De omvang van de totale en buitenlandse orderpositie wordt door de ondernemers, gelet op de tijd van het jaar, als klein beoordeeld. Deze oordelen zijn negatiever dan in de voorgaande maand. Het oordeel over de voorraad gereed product verslechterde in april eveneens.
Orderpositie, oordeel 1) en index 2)
1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd
Concurrentiepositie iets verslechterd
Volgens de ondernemers is hun concurrentiepositie in het eerste kwartaal van 2013 op zowel de binnenlandse als de buitenlandse afzetmarkt buiten de EU iets verslechterd. Binnen de EU wijzigde de concurrentiepositie nauwelijks. De bezettingsgraad van de productie-installaties lag in april op 73,7 procent, bijna vier procentpunt lager dan drie maanden eerder. Deze lagere bezettingsgraad is vooral het gevolg van groot onderhoud. Als gevolg hiervan geven de ondernemers in april dan ook aan dat de productiecapaciteit momenteel te klein is. In april geeft ruim één op de vijf ondernemers aan dat onvoldoende vraag momenteel de productie belemmert, dat zijn er echter wel minder dan in januari 2013.
Meer productie verwacht
Over de ontwikkeling van het economisch klimaat voor hun bedrijf in de komende drie maanden zijn de ondernemers pessimistischer dan vorige maand. Per saldo verwacht één op de acht ondernemers een verdere verslechtering. De ondernemers voorzien wel een toename van de buitenlandse afzet en de productie. Daarbij verwachten ze dat hun inkooporders eveneens zullen toenemen. Verder wordt een stabilisering van de afzetprijzen voorzien. Over de werkgelegenheid blijven de ondernemers negatief, 17 procent verwacht een afname tegenover slechts 7 procent die een toename verwacht.