Industriebeeld: ondernemers iets pessimistischer
Ondernemers in de industrie waren in april 2013 iets pessimistischer dan in maart. Het producentenvertrouwen daalde van -4,8 naar -5,6. April is de tweede maand op rij waarin het vertrouwen onder ondernemers in de industrie verslechterde.
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in februari 2013 bijna 2 procent lager dan in februari 2012. De krimp was kleiner dan in januari, toen de industrie bijna 3 procent minder produceerde dan een jaar eerder. De industrie behaalde in februari 4,2 procent minder omzet dan een jaar eerder. De omzet op de binnenlandse markt daalde in veel grotere mate dan die op de buitenlandse markt. Februari 2013 telde een werkdag minder dan februari 2012.
De economie kromp in het vierde kwartaal van 2012 met 0,4 procent ten opzichte van het derde kwartaal. Het is de tweede kwartaal-op-kwartaalkrimp op rij.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers industrie iets pessimistischer
Ondernemers in de industrie waren in april 2013 iets pessimistischer dan in maart. Het producentenvertrouwen daalde van -4,8 naar -5,6. April is de tweede maand op rij waarin het vertrouwen onder ondernemers in de industrie verslechterde.
In april waren de ondernemers veel pessimistischer over hun orderpositie dan in maart. Ook het oordeel over de voorraden verslechterde. Over de toekomstige productie waren de ondernemers daarentegen minder negatief dan in de voorgaande maand.
In april werd 75,6 procent van de productiecapaciteit van de industrie benut. De bezettingsgraad bereikte daarmee het laagste niveau sinds april 2009. Sinds medio 2011 is de bezettingsgraad vrijwel onafgebroken gedaald.
Lichte stijging voorraden
De voorraden gereed product van de ondernemers in de industrie waren in februari 1 procent groter dan in februari 2012. De toename is kleiner dan in januari, toen de voorraden 4,5 procent groter waren dan een jaar eerder. De cijfers over de voorraden zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
Industrie produceert minder
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in februari 2013 bijna 2 procent lager dan in februari 2012. De krimp was kleiner dan in januari, toen de industrie bijna 3 procent minder produceerde dan een jaar eerder.
De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie produceerde ruim 5 procent minder dan een jaar eerder. Ook de productie van de elektrotechnische en machine-industrie (bijna 5 procent) en de transportmiddelenindustrie (4 procent) kromp fors. De productie van de voedings- en genotmiddelenindustrie was daarentegen bijna 2 procent hoger dan in februari 2012.
Lagere omzet industrie
De industrie behaalde in februari 4,2 procent minder omzet dan een jaar eerder. De omzet op de binnenlandse markt daalde in veel grotere mate dan die op de buitenlandse markt. Februari 2013 telde een werkdag minder dan februari 2012. Dit heeft een negatief effect op de omzet. De producten van de industrie waren in februari bijna 1 procent duurder dan een jaar eerder.
De elektrotechnische en machine-industrie realiseerde 13 procent minder omzet dan een jaar eerder. Bij de voedings- en genotmiddelenindustrie en de textiel-, kleding- en lederindustrie was de omzet iets hoger.
Weer krimp economie
De economie kromp in het vierde kwartaal van 2012 met 0,4 procent ten opzichte van het derde kwartaal. Het is de tweede kwartaal-op-kwartaalkrimp op rij. In het derde kwartaal kromp de economie met 1,0 procent ten opzichte van het voorafgaande kwartaal. Bij het berekenen van de kwartaal-op-kwartaalontwikkeling is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
Vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder kromp de economie in het vierde kwartaal met 1,2 procent. De investeringen in vaste activa waren 5,1 procent lager. Huishoudens besteedden 2,5 procent minder aan goederen en diensten. Daarentegen was de overheidsconsumptie 0,3 procent hoger. Het exportvolume was 3,9 procent groter dan een jaar eerder. De invoer groeide met 4,4 procent.
De goederenproducenten produceerden 1,3 procent minder. De productie van de bouwnijverheid kromp meer dan 8 procent. De productie van de delfstoffenwinning was daarentegen ruim 3 procent hoger. De industriële productie lag nagenoeg op hetzelfde peil als een jaar eerder. De productie van de commerciële dienstverlening kwam 1,5 procent lager uit, terwijl de niet-commerciële dienstverleners 1,0 procent meer produceerden.