Industriebeeld: ondernemers iets pessimistischer
Ondernemers in de industrie waren in maart 2013 iets pessimistischer dan in februari. Het producentenvertrouwen daalde van -3,6 naar -4,8. In de voorgaande maanden was de stemming onder ondernemers in de industrie nog iets verbeterd.
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in januari 2013 3 procent lager dan in januari 2012. In december 2012 produceerde de industrie nog bijna 1 procent meer dan een jaar eerder. De industrie behaalde in januari evenveel omzet als een jaar eerder. De omzet op de buitenlandse markt steeg met 1 procent, de omzet op de binnenlandse markt nam af met 1 procent. Januari 2013 telde evenveel werkdagen als januari 2012.
De economie kromp in het vierde kwartaal van 2012 met 0,4 procent ten opzichte van het derde kwartaal. Het is de tweede kwartaal-op-kwartaalkrimp op rij.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers industrie iets pessimistischer
Ondernemers in de industrie waren in maart 2013 iets pessimistischer dan in februari. Het producentenvertrouwen daalde van -3,6 naar -4,8. In de voorgaande maanden was de stemming onder ondernemers in de industrie nog iets verbeterd.
In maart waren de ondernemers veel pessimistischer over de verwachte productie dan in februari. Over hun orderpositie waren zij daarentegen iets minder negatief. Het oordeel over de voorraden verbeterde ook een beetje.
De ondernemers waren in maart iets minder somber gestemd over de toekomstige werkgelegenheid in hun branche dan een maand eerder. Het aantal ondernemers dat verwachtte in de komende drie maanden het personeelsbestand in te krimpen was nog wel groter dan het aantal dat dacht meer mensen in dienst te nemen. Ruim 20 procent verwachtte dat de personeelssterkte zal afnemen, terwijl 7 procent op een toename rekende. Het saldo van positieve en negatieve antwoorden bedroeg daarmee -13. In februari was dat -15.
Meer voorraden in industrie
De voorraden gereed product van de ondernemers in de industrie waren in januari 5 procent groter dan in januari 2012. De toename is groter dan in december, toen de voorraden 1 procent groter waren dan een jaar eerder. De cijfers over de voorraden zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
Industrie produceert fors minder
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in januari 2013 3 procent lager dan in januari 2012. In december 2012 produceerde de industrie nog bijna 1 procent meer dan een jaar eerder.
Dat de lichte groei omsloeg in een krimp, kwam grotendeels door de aardolie-, chemische, rubber- en kunstofindustrie. Deze branche produceerde in januari ruim 3 procent minder dan een jaar eerder, terwijl de productie in december nog bijna 6 procent hoger was dan in december 2012.
Ook in de meeste andere branches kromp de productie ten opzichte van een jaar eerder. In de hout- en bouwmaterialenindustrie, de elektrotechnische- en machine-industrie en de basismetaal- en metaalproductenindustrie was de krimp het grootst. De productie van de voedings- en genotmiddelenindustrie was daarentegen ruim 2 procent hoger dan een jaar eerder.
Omzet industrie stabiel
De industrie behaalde in januari evenveel omzet als een jaar eerder. De omzet op de buitenlandse markt steeg met 1 procent, de omzet op de binnenlandse markt nam af met 1 procent. Januari 2013 telde evenveel werkdagen als januari 2012. De producten van de industrie waren in januari 1 procent duurder dan een jaar eerder.
De voedings- en genotmiddelenindustrie realiseerde 11 procent meer omzet dan een jaar eerder. Dit kwam deels door hogere prijzen. In de elektrotechnische en machine-industrie was de omzet daarentegen fors lager.
Weer krimp economie
De economie kromp in het vierde kwartaal van 2012 met 0,4 procent ten opzichte van het derde kwartaal. Het is de tweede kwartaal-op-kwartaalkrimp op rij. In het derde kwartaal kromp de economie met 1,0 procent ten opzichte van het voorafgaande kwartaal. Bij het berekenen van de kwartaal-op-kwartaalontwikkeling is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
Vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder kromp de economie in het vierde kwartaal met 1,2 procent. De investeringen in vaste activa waren 5,1 procent lager. Huishoudens besteedden 2,5 procent minder aan goederen en diensten. Daarentegen was de overheidsconsumptie 0,3 procent hoger. Het exportvolume was 3,9 procent groter dan een jaar eerder. De invoer groeide met 4,4 procent.
De goederenproducenten produceerden 1,3 procent minder. De productie van de bouwnijverheid kromp meer dan 8 procent. De productie van de delfstoffenwinning was daarentegen ruim 3 procent hoger. De industriële productie lag nagenoeg op hetzelfde peil als een jaar eerder. De productie van de commerciële dienstverlening kwam 1,5 procent lager uit, terwijl de niet-commerciële dienstverleners 1,0 procent meer produceerden.