Oordeel en verwachtingen: aardolie-, chemische-, rubber- en kunststofproducten industrie
Uit de Conjunctuurenquête Nederland van januari 2013 blijkt dat het beeld in de aardolie-, chemische-, rubber- en kunststofproductenindustrie iets verbeterd is. De orderontvangsten zijn weliswaar opnieuw afgenomen. De ondernemers oordelen daarentegen iets minder negatief over de orderpositie. Daarnaast zijn ze minder pessimistisch in hun verwachtingen voor komende maanden.
Ondernemers negatief over orderpositie
Volgens de ondernemers waren de orderontvangsten in de periode oktober – december lager dan in de periode juli - september. De productie is dan ook afgenomen in het vierde kwartaal van 2012. De werkvoorraad, uitgedrukt in de index orderpositie, kwam in januari iets hoger uit op 105,9. De omvang van de totale en buitenlandse orderpositie wordt door de ondernemers, gelet op de tijd van het jaar, als klein beoordeeld. Deze oordelen zijn wel iets minder negatief dan in voorgaande maanden. Het oordeel over de voorraad gereed product verslechterde minimaal in januari.
Orderpositie, oordeel 1) en index 2)
1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd
Concurrentiepositie iets verbeterd
Volgens de ondernemers is hun concurrentiepositie in het vierde kwartaal van 2012 op zowel de binnenlandse als de buitenlandse afzetmarkt iets verbeterd. De bezettingsgraad van de productie-installaties lag in januari op 77,4 procent, iets lager dan drie maanden eerder. Het aantal ondernemers dat aangaf dat de productiecapaciteit momenteel te groot is nam iets af. In januari gaf een kwart van de ondernemers aan dat onvoldoende vraag momenteel de productie belemmert, dat zijn er meer dan in oktober 2012.
Pessimisme over nabije toekomst
Voor de ontwikkeling van het economisch klimaat voor hun bedrijf in de komende drie maanden verwachten de ondernemers per saldo een verdere verslechtering. De ondernemers voorzien een toename van de productie. Daarbij verwachten ze hun inkooporders op peil te houden en wordt een stijging in de afzetprijzen voorzien. Over de werkgelegenheid blijven de ondernemers negatief, 14 procent verwacht een afname tegenover slechts 4 procent die een uitbreiding verwacht.