Technologiegebied 'elektriciteit' goed voor meeste patenten
In 2009 hadden de meeste patenten die vanuit Nederland werden aangevraagd betrekking op het technologiegebied ‘elektriciteit’. De meeste ondernemingen die een patent aanvroegen deden dit binnen het technologiegebied ‘bewerkingen’.
Kwart van patentaanvragen op het gebied ‘elektriciteit’
In 2009 had 23 procent van de Nederlandse patentaanvragen bij het European Patent Office (EPO) betrekking op het technologiegebied ‘elektriciteit’ (bijvoorbeeld elektrische/elektronische componenten en communicatietechniek). Van de 4615 patentaanvragen uit Nederland hadden er 997 hierop betrekking. Het was daarmee het technologiegebied waarop de meeste patenten werden aangevraagd. Sinds 2002 is het niet meer voorgekomen dat het technologiegebied ‘elektriciteit’ het grootste aandeel had in de Nederlandse patentenportefeuille. Tussen 2003 en 2008 hadden namelijk de patenten op het technologiegebied ‘meet- en regeltechniek’ het grootste aandeel (bijvoorbeeld: meting, optica, fotografie, holografie, uurwerken, regelen, computers, signalering, muziek, informatieopslag en kernfysica). Het aandeel van de patentaanvragen op het terrein van ‘menselijke levensbehoeften’ is de laatste jaren het snelst toegenomen. Dit zijn bijvoorbeeld landbouw, voeding, huishouding en geneeskunde. In 2003 bedroeg dit aandeel nog 12 procent tegen 21 procent in 2009.
Patentaanvragen bij het EPO naar technologiegebied
Meeste patentaanvragers op het technologiegebied ‘bewerkingen’
In 2009 deed 26 procent van de Nederlandse patentaanvragers bij het EPO één of meerdere patentaanvragen op het technologiegebied ‘bewerkingen’ (bijvoorbeeld: scheiden, materiaalbewerkingen, drukken, middelen/voorzieningen voor transport). Van de 1218 patentaanvragers in dat jaar deden er 311 een aanvraag op dit technologiegebied. Sinds 2000 is het aantal aanvragers op het technologiegebied ‘bewerkingen’ al het hoogst. Ook waren er relatief veel patentaanvragers op het gebied van ‘menselijke levensbehoeften’. In 2009 ging het om 24 procent van de Nederlandse patentaanvragers. Net als bij het technologiegebied ‘bewerkingen’, lag ook hier het aandeel patentaanvragers gedurende de periode 2000-2009, op een betrekkelijk stabiel niveau. Het technologiegebied ‘textiel’ was in deze periode, met twee procent van de patentaanvragers, het minst vertegenwoordigd. Het gaat bij textiel bijvoorbeeld over spinnen en weven, textielreiniging, touwen en papiermachines.
Ondernemingen met patentaanvragen bij het EPO naar technologiegebied
Aanvragers en aanvragen naar technologiegebied
In 2009 deed 26 procent van de patentaanvragers een aanvraag op het technologiegebied ‘bewerkingen’. Hoewel dit technologiegebied de meeste aanvragers kende in deze periode, was het aantal patenten relatief beperkt; 11 procent van het totaal. Het technologiegebied ‘bewerkingen’ is dus een voorbeeld van een technologiegebied waar een grotere groep aanvragers een beperkt aantal patenten aanvroeg. Dit gold ook voor het technologiegebied ‘werktuigbouwkunde’ (bijvoorbeeld motoren, pompen, hydraulica, machineonderdelen, lampen, kachels, koeling, drogen, warmtewisselaars en munitie. Twaalf procent van de aanvragers deed een aanvraag op dit terrein terwijl het aantal patenten maar vijf procent van het totale aantal patenten besloeg. De technologiegebieden ‘meet- en regeltechniek’ en ‘elektriciteit’ kenmerkten zich daarentegen als technologiegebieden die een groot deel van de Nederlandse patentenportefeuille besloegen (respectievelijk 22 en 23 procent), maar met een relatief klein aantal aanvragers. Van de patentaanvragers deed tien procent dit op ‘meet- en regeltechniek’ en zeven procent op het technologiegebied ‘elektriciteit’. Op deze twee laatst genoemde technologiegebieden is dus een klein aantal ondernemingen actief die samen wel veel patenten aanvragen. Ondanks het grote aandeel in het aantal patenten is de kennis vanuit het perspectief van het aantal betrokken aanvragers, dus niet erg wijd verspreid.
Patentaanvragen en ondernemingen met patentaanvragen bij het EPO naar technologiegebied, 2009
Ron de Heij en Andries Kuipers
Bron: StatLine