Oordeel en verwachtingen: transportmiddelenindustrie
Uit de Conjunctuurenquête Nederland van oktober 2012 blijkt dat het beeld in transportmiddelenindustrie vergelijkbaar is met vorige maand. De ondernemers oordelen nog altijd negatief over de orderpositie en hun verwachtingen voor komende maanden tonen weinig verandering.
Werkvoorraad iets groter
Volgens de ondernemers zijn de orderontvangsten in de periode juli – september toegenomen ten opzichte van de periode april - juni. De productie nam in die periode eveneens toe. De werkvoorraad, uitgedrukt in de index orderpositie, kwam in oktober met 90,4 een punt hoger uit dan in september. De omvang van de totale en buitenlandse orderpositie wordt door de ondernemers, gelet op de tijd van het jaar, nog altijd als klein beoordeeld. De ondernemers beoordelen de voorraad gereed product nog steeds als te klein, gelet op de afzetontwikkeling.
Orderpositie, oordeel 1) en index 2)
1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd
Concurrentiepositie buiten EU toont verbetering
Volgens de ondernemers is hun concurrentiepositie in het derde kwartaal van dit jaar op de buitenlandse markt buiten de EU sterk verbeterd. Binnen de EU en op de binnenlandse markt was er weinig verandering. Net als een kwartaal eerder gaf ruim 20 procent van de ondernemers aan dat onvoldoende vraag momenteel de productie belemmert. De bezettingsgraad van de productie-installaties kwam aan het eind van het derde kwartaal uit op ruim 80 procent, evenals in het tweede kwartaal. Het aantal ondernemers dat aangaf dat de productiecapaciteit momenteel te klein is nam flink toe.
Weinig veranderingen verwacht
Over de ontwikkeling van het economisch klimaat voor hun bedrijf in de komende drie maanden blijven de ondernemers pessimistisch. Zij rekenen op een verdere verslechtering. Er wordt wel een toename van de buitenlandse afzet verwacht. De ondernemers verwachten geen verandering in de productie in de komende maanden. Daarbij verwachten ze minder in te gaan kopen bij hun leveranciers. Zowel in de afzetprijzen als in de werkgelegenheid worden door de ondernemers nagenoeg geen veranderingen verwacht.